Walter De Smedt
Strijd tegen terreur: ‘Waar is nog de geloofwaardigheid van justitie als er jarenlang mee gesold is?’
‘Zolang de politiek justitie blijft verwaarlozen en doof blijft voor wie de wet moet toepassen, zal een gespierd discours zoals dat van Kamerlid Koen Metsu (N-VA) zonder gevolg blijven’, vreest Walter De Smedt. Hij maakt de vergelijking met zeven jaar geleden, toen hij als rechter in aanvaring kwam met toenmalig minister Stefaan De Clerck.
Afgelopen weekend las ik het opiniestuk van Koen Metsu, Kamerlid voor N-VA voorzitter van de Kamercommissie terrorisme: ” Nog geen week geleden werd de bekende Fatima Aberkan, beter bekend als ‘mama jihadi’, vrijgelaten na een procedurefout. De vrouw had een waslijst aan strafbare feiten opgebouwd. Ze stond aan het hoofd van een waar familiebedrijf dat radicaal gedachtegoed wilde verspreiden. Naast haar eigen tripjes naar Syrië, zorgde ze er voor dat haar eigen zonen radicaliseerden en gaf ze onderdak aan Salah Abdeslam. In plaats van 15 jaar achter de tralies te spenderen, mocht ze onder voorwaarden terug huiswaarts keren. De vrouw ‘mag niet meer in Molenbeek komen’, moet een cursus volgen en mag haar woning ’s nachts niet verlaten. Maar hoe kunnen wij de strijd tegen terrorisme winnen als spilfiguren als Aberkan, zonder meer terug vrij rond mogen lopen?”
Waar heb ik dat nog gelezen?
Op 28 mei 2009 sprak ik als strafrechter een verdachte vrij. De toenmalige justitieminister Stefaan De Clerck verklaarde daarop publiekelijk dat ik daarvoor moest vervolgd worden, wat ook gebeurde.
Strijd tegen terreur: ‘Waar is nog de geloofwaardigheid van justitie als er jarenlang mee gesold is?’
Aan mijn collega’s stuurde ik een vertrouwelijke mail met volgende tekst: ‘Ik had hem meteen herkend: hij verscheen dit jaar voor mijn kamer wegens inbraak en kreeg achttien maand effectief. Daarbij motiveerde ik dat hij reeds negen maal was veroordeeld voor steeds dezelfde feiten en de rechtbank een verantwoordelijkheid heeft m.b.t. de bescherming van de maatschappij. Vandaag stond hij er terug. Twee maand na de vorige veroordeling tot achttien maand was hij opnieuw gevat bij een inbraak in een voertuig. Wat hij had uitgezeten van de vorige veroordeling? Van welke veroordeling, mijnheer? Ik keek naar de procureur en gaf haar een antwoord op de vraag die ze voor de zitting had gesteld: waarom er steeds meer aangehoudenen zijn? In mijn vonnis verwees ik naar de verantwoordelijkheid van de strafrechter, de straffeloosheid en de zinloosheid van een veroordeling die niet wordt uitgevoerd. Ik meende dat deze toestand gelijk staat met uitlokking en sprak vrij. In beroep zal men wel vaststellen dat hier geen sprake kan zijn van uitlokking: heeft het zin te argumenteren over de kwaliteit van het water indien men aan het verdrinken is? Overigens ,waar is nog onze geloofwaardigheid als men er die wijze laat mee sollen.’
Protest tegen zinloze toestanden
Waar ligt het verschil tussen mijn vonnis van 2009 en de recente uitspraak van commissievoorzitter Metsu? Iedereen kent het antwoord: de bloedige aanslagen. Feiten kan je niet ontkennen, maar daardoor heb je er nog geen verantwoording voor. En als je er wat wil aan doen moet er je ook ernstig over nadenken: wat is het andere verschil tussen 2009 en 2016?
In 2009 vond de justitieminister het niet nodig veroordelingen onder de drie jaar uit te voeren. Meer nog: hij vond dat een rechter die wees op de verantwoordelijkheid voor de bescherming van de maatschappij en de zinloosheid van die toestand, strafrechtelijk moest vervolgd worden. Niemand protesteerde toen dat ook echt gebeurde.
Door de actieve medewerking van een procureur-generaal en een eerste-voorzitter zat ik op het Hof van Beroep op het beklaagdenbankje. Is dit het verhaal van de kip en het ei? Heeft de jarenlange verwaarlozing van justitie en de aangehouden miskenning van de scheiding der machten, de niet- of de willekeurige uitvoering van de rechterlijke uitspraak, niets te maken met de huidige toestand? Is het een toeval dat er onder de naar Syrië weggelopen jongeren vele veelplegers zitten, die, hoewel ze vervolgd en zelfs veroordeeld zijn, voor de uitvoering van hun straf ongemoeid werden gelaten?
‘Afstomping van de norm’
Knack-journalist Walter Pauli noemde het in mei ‘De verloren moraal van links: waarom zwijgen de socialisten over de islam en de vluchtelingen?’
Het moet evenwel niet alleen de socialisten verweten worden en het gaat evenmin enkel over de islam en de vluchtelingen. Wat er zeven jaar geleden gebeurde was veel algemener en het werd nog veel vroeger onderkend: de commissie-Dutroux noemde het reeds ‘de afstomping van de norm’.
Koen Metsu wil niet verkeerd begrepen worden: ‘We moeten zeker ook de hand in eigen boezem steken. Nieuwe wetten moeten concreter gemaakt worden om misverstanden en uitzondering op de regel in de toekomst uit te sluiten. Procedurefouten mogen nooit doorslaggevende factor zijn om criminele praktijken ongestraft te laten”.
Daarmee zeg je veel, en tegelijk ook niets. Afgelopen weekend gaf ook SP.A-voorzitter John Crombez ook scherpe kritiek op de manier waarop de regering de veiligheid aanpakt. ‘De maatregelen die nodig zijn, zijn er niet.’
‘Welke maatregelen zijn nodig en waarom kwamen die er niet? Wat heeft het politiek beleid intussen bedacht om niet te moeten doen waar het verantwoordelijk voor is?’
Met deze vraag zit je terug naar af: welke maatregelen zijn nodig en waarom kwamen die er niet? Wat heeft het politiek beleid intussen bedacht om niet te moeten doen waar het verantwoordelijk voor is: misdrijven die zogezegd te groot zijn om te vervolgen kon je door de minnelijke schikking afkopen, gevangenisstraf werd vervangen door de enkelband.
En wat zit er nu aan te komen? Het hervormingsplan voor justitie van Koen Geens gaat resoluut dezelfde weg op: verburgerlijking van het strafrecht, veralgemening van de minnelijke schikking, herziening van de strafbaarheid. Voor terrorisme wordt deze afstomping van de norm weliswaar niet aangehouden en zelfs omgedraaid: naast de aanslagen kan je niet kijken, de oorzaken er van kan je wél ontzien.
Opnieuw Koen Metsu: “We hebben wetten nodig die ervoor zorgen dat die fouten en misverstanden uitgesloten worden. Zware criminele feiten moeten bestraft worden.” Wie of wat belet de wetgever om die wetten te maken, zelfs wanneer daarbij moet worden vastgesteld dat wat intussen werd gemaakt of wat op het getouw staat moet worden herzien. En zelfs wanneer de wetgever daartoe zou komen is het allemaal zinloos indien het niet wordt uitgevoerd. Dat is wat ik in 2009 bedoelde: ‘Heeft het zin te argumenteren over de kwaliteit van het water indien men aan het verdrinken is? Overigens waar is nog onze geloofwaardigheid als men er die wijze laat mee sollen.’
Verwaarlozing
Zolang het politiek beleid justitie blijft verwaarlozen en doof blijft voor wie de wet moet toepassen blijven dergelijke gespierde discours zonder gevolg. Het mag dan een Antwerpse uitdrukking zijn die toch door iedereen wordt verstaan: als men er blijft mee “sollen” komt er geen beterschap.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier