Stijn Baert: ‘Sommigen denken dat ik opsta en ga slapen met de werkzaamheidsgraad’

Stijn Baert. © Franky Verdickt
StampMedia
StampMedia Jongerenmedia-agentschap

Professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent) over de stand van onze Vlaamse en Belgische arbeidsmarkt, cruciale keuzes in zijn carrière en zijn fascinatie voor… biefstuk met friet. ‘Ik heb nooit de ambitie gehad om te voldoen aan het klassieke beeld van de professor die alleen maar naar de opera gaat en boeken leest.’

‘Toen ik nog bezig was aan mijn studies burgerlijk ingenieur, was er heel wat debat over het generatiepact. Dat ging inhoudelijk over de hervorming van de pensioenen. Er was een stevige discussie tussen de toenmalige regering-Verhofstadt II en de vakbonden. Ik vond dat een interessant onderwerp en koos daarom om economie bij te studeren,’ zo verklaart Stijn Baert de oorsprong van zijn interesse voor arbeidseconomie. ‘Binnen die studie ben ik me al snel gaan richten op alles wat met de arbeidsmarkt te maken had.’

Wat vindt u het interessantste aan uw sector?

Stijn Baert: Ik denk dat het heel belangrijk is dat mensen beseffen dat het in de arbeidsmarkt niet enkel draait om cijfertjes. Sommigen denken dat ik opsta en ga slapen met de werkzaamheidsgraad. Die is nochtans geen doel op zich. Maar als je er voor kunt zorgen dat mensen voldoende aan de slag zijn en zo hun schouders onder de sociale zekerheid zetten, dan kan je mensen kwaliteitsvol onderwijs en zorg geven. De economie draait dus niet om zichzelf, maar om welvaart te creëren en dat vind ik het interessantst.

Hoeveel tijd besteedt u aan het voeren van onderzoek?

Stijn Baert: Ongeveer de helft van mijn werktijd gaat naar het voeren van onderzoek. Dat doe ik met een team van doctoraatsonderzoekers die ik begeleid. Bijna al ons onderzoek behandelt de overkoepelende vraag hoe het komt dat sommige burgers succesvoller zijn op de arbeidsmarkt dan andere. Specifieke drempels die we bestuderen zijn de moeilijke overgang van school naar werk, arbeidsmarktdiscriminatie en de samenhang tussen werk en gezondheid. Daarnaast geef ik les aan de UGent en doe ik aan dienstverlening: vanuit mijn onderzoek het beleid adviseren en duiding geven bij actuele thema’s.

Het draait in de arbeidsmarkt niet enkel om cijfertjes.

Stijn Baert.

Wat is uw analyse over de Belgische arbeidsmarkt van vandaag?

Stijn Baert: Je kunt de gezondheid van een arbeidsmarkt volgens mij vatten in twee cijfers, namelijk het percentage werklozen onder de 25-tot-64-jarigen en het percentage inactieven binnen dezelfde leeftijdsgroep. Inactieven zijn personen die net als werkzoekenden geen baan hebben, maar er ook geen zoeken. Dan zie je dat België vrij gemiddeld scoort qua werkloosheid, maar echt een heel hoog percentage inactieven kent. Ik vergelijk het graag met een ijsberg: het beleid heeft zich lang blindgestaard op het zichtbare puntje aan werklozen, maar vergat een veel grotere arbeidsreserve onder de waterlijn.

Hoe komt dat?

Stijn Baert: Twee belangrijke oorzaken: werken levert gewoon te weinig op in ons land. Het verschil tussen een uitkering en een loon is voor sommigen niet zo groot. Daarbovenop moeten gezinnen met kinderen voor kinderopvang zorgen en vaak brengt dat ook nog extra kosten met zich mee. Een tweede oorzaak is dat de toegangspoorten richting de inactiviteit te weinig bewaakt worden. Het beleid heeft de afgelopen decennia ingezet op het activeren van werkzoekenden, maar een uitweg uit de arbeidsmarkt via de ziekteverzekering of het vervroegd pensioen werd minder gecontroleerd.

U hebt ondanks uw relatief jonge leeftijd al heel wat impact. U scoort hoog in economistenrankings en staat al twee jaar in de top drie van Vlaamse sociaal-economische “thought leaders”. Welk advies zou u jongeren meegeven om ook snel carrière te maken?

Stijn Baert: Ik trap even een open deur in: je hebt lef nodig als je snel wil groeien. Ik heb sinds ik student en doctoraal onderzoeker was altijd mijn eigen weg gezocht. Het is niet omdat je voorgangers of collega”s iets op een bepaalde manier deden, dat jij dat ook moet doen. Zo ging ik al snel voor andere onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden dan degene die in mijn vakgroep gangbaar waren.

Werken levert gewoon te weinig op in ons land. Het verschil tussen een uitkering en een loon is voor sommigen niet zo groot.

Stijn Baert

Ik voorzag ook elk hoofdstuk van mijn doctoraat van een perssamenvatting. Daarnaast denk ik dat wat je bereikt niet alleen afhangt van wat je kent en kunt, maar ook van wie je kent. Of beter nog: wie je leert kennen. Ik heb altijd mensen durven aanspreken waar anderen met schroom rond liepen. Een ‘neen’ heb je, een ‘ja’ kun je krijgen. Mensen die me iets gunnen, weten ook dat ik er alles zal aan doen om ook goed te zijn voor hen.

Even iets helemaal anders: u staat gekend als een liefhebber van biefstuk met friet en u heeft daar ook iets mee gedaan. Kan u dat eens uitleggen?

Stijn Baert: Dat is misschien nog een derde succesrecept: toon je volledige persoonlijkheid. (lacht) Nee, serieus, ik heb nooit de ambitie gehad om te voldoen aan het klassieke beeld van de professor die alleen maar naar de opera gaat en boeken leest. Zo geef ik in mijn lessen al eens makkelijk een voorbeeld uit FC De Kampioenen, waar ik de eerste acht seizoenen erg van kan smaken. En, ja, ook mijn culinaire voorkeur is niet echt professoraal. Veel collega’s en vrienden tonen de moesjes en zalmpjes op hun bord en verwijzen dan naar een sterrenrestaurant, maar ik heb daar eigenlijk niets mee en word zelfs ongelukkig van zo’n bord voor mijn neus. Ik hou eerder van de brutale Vlaamse keuken waaronder biefstuk met friet.

In mijn vrije tijd ben ik enkele maanden geleden op Instagram gestart met het recenseren van verschillende restaurants die biefstuk met friet serveren. Recent voegde ik de restaurants zelfs samen in een kaart op Google Maps (zie onder artikel). Ooit zei mij iemand: ‘De stoel die uw leven voorstelt moet op minstens drie poten staan. Als die alleen staat op uw werk en uw relatie, dan ligt die al gauw tegen de grond.’ Ik probeer mijn tijd dus goed te verdelen en die dus onder andere aan de biefstuk friet te wijden.

Door Sander Di Monaco voor StampMedia

Partner Content