Manuel Sintubin
‘Staat de debatfiche over klimaatbeleid nog niet op punt?’
‘Op amper enkele dagen tijd slaagt onze kersverse minister-president er in om met enkele rake uitspraken – gewild of ongewild – klimaatactivisten de gordijnen in te jagen en menig Vlaming met een groen hart de wenkbrauwen te doen fronsen’, schrijft Manuel Sintubin (KU Leuven).
In De Zevende Dag van zondag 20 oktober daagde Jan Jambon een jeugdige klimaatspijbelaar uit door te hopen dat zij nu terug vijf dagen per week op de schoolbanken zou doorbrengen. Vlaanderen heeft er immers voor gekozen om in te zetten op innovatie en technologische ontwikkelingen die het klimaatprobleem globaal kunnen oplossen. Want het kleine Vlaanderen draagt amper bij tot de globale CO2-uitstoot. Met de meest draconische maatregelen onze Vlaamse uitstoot naar nul brengen, gaat op wereldschaal uiteindelijk toch niet veel uithalen. Je voelde de storm op sociale media al opsteken.
Staat de debatfiche over klimaatbeleid nog niet op punt?
Deze beleidskeuze van de nieuwe Vlaamse regering is politiek gezien legitiem, en is een uitgebreid publiek debat meer dan waard. Maar gezien deze beleidskeuze sterk afwijkt van wat klimaatjongeren, klimaatactivisten, milieubewegingen en politiek groen verwacht, dient toch wat meer aandacht besteed te worden aan de wijze waarop deze beleidskeuze in de markt gezet wordt.
Met zijn ietwat provocerende uitspraken heeft Minister-president Jambon immers wind gezaaid en een twitterstorm geoogst. De tegenstanders kregen een open doel. De klassiekers werden weer van stal gehaald, gaande van “ik hoef dus ook geen belastingen meer te betalen” tot “als iedereen voor zijn eigen deur veegt, is de straat proper”. Dooddoeners die elk debat in de kiem smoren. Als dan een parlementslid van de meerderheid op twitter nog een poging doet om de minister-president ter hulp te snellen door te stellen dat deze Vlaamse regering de “strafste klimaatambitie ooit” heeft, is het kalf helemaal verzopen. De debatfiches over het klimaatbeleid van deze Vlaamse regering staan duidelijk nog niet op punt.
Op dinsdag 22 oktober doet de minister-president er nog een provocatief schepje bovenop in een interview in Humo. Hierin stelt hij dat ook klimaatontkenners aan bod moeten kunnen komen in duidingsprogramma’s op onze openbare omroep. In een democratie mag men immers niet bang zijn van een afwijkende mening. De voorstanders van verregaande klimaatmaatregelen moeten dan maar hun gelijk bewijzen. Lap, velen onder ons verslikten zich in hun ochtendkoffie.
Alles wordt hier op een hoopje gegooid. Natuurlijk moet in een democratie elke mening aan bod kunnen komen. Alleen is wetenschap geen mening! De wetenschappelijke bewijslast van de antropogene klimaatverstoring is geen kwestie van een mening. De bewijslast is zo overweldigend, dat elk publiek debat desbetreffend niet aan de orde is. De toekomstscenario’s, op basis van performante klimaatmodellen, zijn zo robuust dat een wetenschappelijk onderbouwd klimaatbeleid kan worden uitgetekend op basis van deze toekomstscenario’s. In het publieke debat is dan ook geen ruimte voor klimaatontkenners.
Waarover valt immers met hen te debatteren? Zelfs als ze in een debat met wetenschappers door de mand zouden vallen, zoals de minister-president suggereert in het interview, gaat het “bepaalde deel van de bevolking dat achterdochtig is” (dixit de minister-president) en dat zijn gelijk vindt in het discours van de klimaatontkenners, niet van gedachten veranderen. Wel integendeel, ze gaan zich net gesterkt voelen in hun achterdocht tegenover dat grote complot van al die groene linkie-winkies. In debat gaan met klimaatontkenners, al haal je al hun klassieke pseudowetenschappelijke argumenten vakkundig een voor een onderuit, legitimeert hen alleen voor hun achterban. Is dat wat de minister-president ziet als maatschappelijke opdracht van de openbare omroep?
De minister-president begaat hier de fout de klimaatontkenners op een hoopje te gooien met de ‘ecologisch andersdenkenden’, die inderdaad een ander klimaatbeleid voorstaan dan de mainstream ecologisten en dan ook mogelijk geen graten zien in de ‘ecorealistische’ aanpak van deze Vlaamse regering. Maar het is niet omdat ook klimaatontkenners zich in een ‘ecorealistische’ schapenvacht hullen, dat zij dan ook een legitieme stem hebben in het publieke klimaatdebat. Zij verzieken het immers telkens weer met hun antiwetenschappelijke houding.
Laten we in alle hevigheid het debat voeren op de openbare omroep over de beleidskeuzes die deze Vlaamse regering op klimaatvlak gemaakt heeft.
In een huidig klimaatdebat dat gedomineerd wordt door het discours van de klimaatjongeren, klimaatactivisten en extinctierebellen, siert het de minister-president om tegen de stroom in de ‘ecorealistische’ aanpak waarvoor zijn regering gekozen heeft, met volle overgave te verdedigen. Alleen schort er nog heel wat aan de debatfiches om effectief overtuigend over te komen. En ja, laten we in alle hevigheid het debat voeren op de openbare omroep over de beleidskeuzes die deze Vlaamse regering op klimaatvlak gemaakt heeft. Het past inderdaad binnen de maatschappelijke opdracht van de openbare omroep om dit debat tot in de Vlaamse huiskamer te brengen, ook bij die “achterdochtige Vlamingen die geloven dat de klimaatontkenners gelijk hebben”.
Maar in dat debat is en blijft er geen plaats voor klimaatontkenners. Maar uiteindelijk blijft het allerbelangrijkste natuurlijk dat de minister-president door een krachtdadig en ambitieus beleid toont dat deze Vlaamse regering weldegelijk de ‘strafste klimaatregering ooit’ is.
Manuel Sintubin is aardwetenschapper aan het departement Aard- en Omgevingswetenschappen van de KU Leuven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier