WK voetbal: meer Europese dan Marokkaanse Marokkanen in hun nationale team
Zestien spelers uit de Marokkaanse WK-selectie zijn geboren en getogen in Europa. Ze hadden ook voor een ander land kunnen uitkomen.
Voor de Italianen is het zuur dat ze er niet bij zijn op dit WK voetbal. Dat Corriere della Sera niet uitkijkt naar het wereldkampioenschap zal daarmee verband houden, maar de Italiaanse krant haalde ook een interessant punt aan: ze vinden dat dit WK eenheidsworst serveert. ‘Er bestaat geen Braziliaans of Frans voetbal meer, teams hebben al lang geen nationale identiteit meer’, schreef de krant in een voorbeschouwing. ‘Er zijn alleen nog goede Braziliaanse of Franse voetballers en die spelen allemaal met een Europese mentaliteit, volgens Europese principes. Het moderne voetbal bevoordeelt daarom landen die emigreren. Die tendens zal alleen maar groeien.’
In dat geval ziet het er goed uit voor Marokko, zondag tegenstander van de Rode Duivels in het Al Thumama Stadium van Doha. Van de zesentwintig spelers in de Marokkaanse selectie zijn er amper tien geboren en getogen in het land zelf. Het merendeel van de kern groeide op in Frankrijk, Spanje of Nederland. Vier spelers hebben Belgische wortels: Ilias Chair uit Antwerpen, Selim Amallah uit Saint- Ghislain, Anass Zaroury uit Mechelen en Bilal El Khanouss uit Grimbergen.
Zestien spelers op een totaal van zesentwintig is erg veel. Marokko telt 37 miljoen inwoners, terwijl de Marokkaanse gemeenschap buiten Marokko wordt geschat op 4,5 miljoen. De samenstelling van het Marokkaanse team vertelt twee verhalen. Het ene is sportief, het andere sociaal: de onmiskenbare superioriteit van het West-Europese voetbal en de lastige positie van Europese migrantenkinderen, gewrongen tussen twee thuislanden.
Eerst over de superioriteit. Voor de meeste kenners zijn Brazilië en Argentinië favoriet om deze Wereldbeker te winnen. Maar dat zou tegen de trend in gaan: over het algemeen wordt er nergens beter voetbal gespeeld dan in (West-)Europa, en de voetbalopleiding is er onovertroffen. In de laatste vijf wereldkampioenschappen eindigde er amper twee keer een niet- UEFA-land bij de beste drie. Afrika is een van de verliezers van de stevige Europese greep op het wereldvoetbal. In de jaren zeventig voorspelde Pelé dat een Afrikaans land binnen afzienbare tijd de World Cup zou winnen, maar in werkelijkheid boeren de resultaten van de Afrikaanse teams achteruit. In 2014 bedacht Marokko een plan om die trend te keren.
Zwart-wit
Dat jaar bereikte Marokko’s aartsrivaal Algerije de tweede ronde van het WK. In hun selectie van drieëntwintig man zaten zestien in Frankrijk geboren spelers. De Marokkaanse voetbalbond lanceerde een wervingscampagne om talent uit de diaspora warm te maken voor de nationale ploeg. In het begin lukte dat niet zo goed, maar tegenwoordig spelen de beste Europese Marokkanen bij de Leeuwen van de Atlas. Voetbalster Hakim Ziyech werd het hof gemaakt door Oranje, maar verkoos Marokko. Ook België verliest talent: de achttienjarige Bilal El Khanouss, sensatie van het seizoensbegin bij Racing Genk, had op termijn zeker kans gemaakt bij de Rode Duivels.
Ziyech en El Khanouss zijn kleinkinderen van de migratie. Je zou verwachten dat hun band met Marokko minder wordt. ‘Daar kun je geen algemeen geldende uitspraken over doen, zoiets speelt in elk migratiegezin op een andere manier’, zegt Amir Bachrouri. De voorzitter van de
Vlaamse Jeugdraad en Knack-columnist heeft zelf Marokkaanse roots en is een generatiegenoot van El Khanouss. ‘De ene ziet Marokko als het land van onbezorgde zomervakanties, de andere ervaart er een diepe terugkoppeling naar de familie. Als er zo’n diepe verbondenheid is, kan die nog vele generaties doorwerken. En naast emotionele redenen speelt ook opportunisme ongetwijfeld een rol. Die voetballers vragen zich af bij welk land ze speelkansen krijgen en welk team goeie perspectieven biedt.’
The New York Times ziet een andere reden waarom voetballende migrantenkinderen liever spelen voor het land van hun ouders of grootouders. De Amerikaanse krant verwijst naar de verkiezingsresultaten van Marine Le Pen en Geert Wilders: ‘De landen waarin deze spelers opgroeien, lijken hen af te wijzen.’ Je willen profileren als Marokkaan vanwege de opmars van extreemrechts, zit daar iets in? Dat kan, denkt Bachrouri, maar hij vindt het tegelijk een te makkelijke verklaring. ‘Identiteit is simpelweg een thema in 2022: ook dat zie je in haast elke verkiezingsuitslag. Biculturele jongeren voelen zich geprikkeld om een standpunt in te nemen, net als iedereen. Het verscheurende voor die voetballers is dat het bij hen heel zwart-wit is: je kiest het ene land of het andere. Je stelt een van de twee teleur. Dat voelt als een afwijzing en er is geen weg terug. Wat een dilemma, voor zulke jonge kerels. Ik zou niet in hun plaats willen zijn.’
Luide Nederlanders
Bovendien valt het niet mee om spelers samen te brengen met zulke diverse achtergronden, meent Hervé Renard, gewezen bondscoach van Marokko. Niet alleen qua cultuur, maar ook qua taal. In de Marokkaanse selectie zitten voetballers die in het dagelijkse leven Spaans, Frans, Nederlands of Duits spreken, naast voetballers die zich uitdrukken in het Arabisch of het Tamazight, een Berberse taal die in Marokko wordt gesproken. De grote uitdaging, nog volgens Renard, is het niet te laten ontaarden in twee kampen: de Europese Marokkanen tegenover de Marokkaanse.
Als Rayane Bounida voor de Marokkaanse ploeg kiest, zou dat zuur zijn voor de jeugdtrainers van de KBVB.
Amir Bachrouri kan zich de culturele botsingen zo voorstellen. ‘Het is altijd grappig om Europese jongeren te spreken die zich trotse Marokkanen noemen, en hen dan terug te zien wanneer ze daadwerkelijk in Marokko hebben gewoond’, zegt hij. ‘Ze stellen vast dat ze veel Europeser in het leven staan dan ze ooit hadden beseft. Identiteit is een meerlagig begrip, maar waar je opgroeit, drukt sowieso een stempel. Een Antwerpse Marokkaan heeft andere opvattingen dan een Luikse. De meeste Vlaamse Marokkanen vinden Marokkaanse Nederlanders een beetje luid en babbelziek, terwijl wij ingetogener zijn.’
Nu is multiculturaliteit in een voetbalteam geen verzwakking, integendeel. De Rode Duivels weten het goed genoeg: sinds de integratie van Belgisch talent met buitenlandse wortels lukt, piekt de nationale ploeg op de wereldranglijst. De Belgische selectie telt spelers met roots in Spanje, Martinique, Ghana en Senegal en meerdere spelers van wie de ouders migreerden uit Congo. Rode Duivels van Marokkaanse origine ontbreken deze keer, maar in het verleden speelden Marouane Fellaini en Nacer Chadli een belangrijke rol.
Fellaini maakte een blitzcarrière, van onbekende jeugdspeler tot Belgische international in goed anderhalf jaar. Hij stond bij de Marokkaanse nationale ploeg nooit op de radar. Rond Chadli was er in Marokko wel veel te doen. De flankaanvaller speelde één oefenwedstrijd voor Marokko en werd meteen verkozen tot Man van de Match. De Leeuwen van de Atlas dachten dat ze hun nieuwe ster hadden gevonden. Maar uiteindelijk koos Chadli voor België, naar verluidt overtuigd door zijn jeugdvriend Axel Witsel.
Rode Duivels Fellaini en Chadli werden in hun hoogdagen opgevoerd als symbolen van integratie. Moeten we het feit dat hun opvolgers liever voor de Marokkaanse nationale ploeg spelen dan zien als bewijs van het tegendeel? Chadli kreeg het hoe dan ook zwaar te verduren in de Marokkaanse migrantengemeenschap. ‘Sport en nationaliteit drijven op emotie’, sust Bachrouri. Hij herinnert zich vooral hoe trots de Marokkaanse Belgen waren op Marouane Fellaini en Nacer Chadli bij de match tegen Japan op het vorige WK. ‘België was ei zo na uitgeschakeld, maar hun goals hebben de ploeg gered. Dat moment had betekenis bij de Marokkaanse gemeenschap, die zich verbonden voelt met Fellaini en Chadli. Veel jongens herkennen zich in hun levensverhaal. Voor welk land ze spelen, was van ondergeschikt belang.’
Niet racistisch maar…
Zodra een voetballer een interland met inzet speelt, ligt zijn voetbalnationaliteit definitief vast. Jeugd- of vriendenmatchen tellen niet. Er wordt nogal wat over en weer gehopt tussen de nationale jeugdteams. Anass Zaroury, die in laatste instantie opgeroepen werd voor de Marokkaanse WK-selectie, plaatste zich met België voor het EK U21. Onlangs heeft de Belgische bond drie spelers uit de Marokkaanse U17 kunnen overtuigen om voor de Rode Duivels te kiezen. Bilal El Khanouss werd al lang aan de mouw getrokken, door België en door Marokko. De Grimbergenaar was een vaste waarde in de Belgische jeugdselecties, maar speelde in september een vriendenmatch met Marokko tegen Madagaskar. Bondscoach Roberto Martínez zocht meteen contact met de jonge middenvelder, maar het was te laat.
‘Mijn keuze was al gemaakt’, zei El Khanouss in Het Nieuwsblad. ‘Ik snap dat niet iedereen die keuze begrijpt, maar uiteindelijk is het mijn carrière en daarin maak ik zelf de beslissingen.’ Zijn keuze voor Marokko is er een van het hart. ‘Ik wil mijn grootouders trots maken’, verklaarde de jonge voetbalster. Spelers als El Khanouss maken het zichzelf niet gemakkelijk. International zijn bij een Afrikaans land betekent veel reiskilometers en elke twee jaar in januari de Afrika Cup, op een lastig moment in het seizoen. Er gaan verhalen van spelers die door hun club onder druk worden gezet om selecties te weigeren. En er bestaan ook clubs die liever geen Afrikaanse internationals transfereren, omdat ze die spelers vaak moeten missen.
Het mislopen van El Khanouss en Zaroury zet bij de Belgische Voetbalbond de zaken op scherp voor een nog spannender dossier: wat gaat Rayane Bounida doen? De nu zestienjarige spelmaker wordt gezien als het beste wat de Belgische jeugdopleiding te bieden heeft. Bounida verruilde in de zomer Anderlecht voor Ajax, al kon hij eigenlijk tekenen waar hij wilde. De middenvelder heeft de dubbele nationaliteit en is een goeie vriend van El Khanouss.
Voor de jeugdtrainers van de KBVB zou een keuze voor Marokko zuur zijn. Toen hij de Franse bondscoach was, pleitte Laurent Blanc ervoor om spelers met een dubbele nationaliteit te weren van de nationale voetbalacademies. ‘Ik bedoel het niet racistisch, maar het ergert mij dat jongens die de stiel leren in onze nationale jeugdselecties bij de volwassenen kiezen voor Afrikaanse teams. We leiden onze concurrenten op’, vond Blanc. Er ontstond een golf van verontwaardiging. Blanc verontschuldigde zich en trok zijn woorden in.
Tom Saintfiet: ‘Onderschat Marokko niet’
Roberto Martínez heeft zijn hulp niet ingeroepen. Nochtans loopt er een Belgische trainer rond die Marokko klopte. Tom Saintfiet, de Belgische bondscoach van Gambia, won in 2019 een vriendenmatch in Casablanca met 0-1. ‘We hadden 21 procent balbezit, maar we speelden het leep, frustreerden de Marokkanen en sneden hen de pas af in de zone van de waarheid’, vertelt Saintfiet. ‘Marokko is een goeie ploeg, die de Belgen beter niet onderschatten. Qua spelersmateriaal doen de Marokkanen nauwelijks onder, met spelers bij Chelsea, Bayern München en Paris Saint-Germain. Veel hangt af van de tactiek waarmee bondscoach Walid Regragui zijn team op het veld stuurt. Noord-Afrikaanse ploegen gaan graag uit van hun eigen sterkte, maar een open wedstrijd speelt in de kaart van de Rode Duivels. Kiest Marokko voor countervoetbal, dan zie ik het België, met zijn tragere, oudere verdediging, kloppen.’