Walter Pauli

‘Eden Hazard, de minst Belgische van alle Rode Duivels’

Na 126 interlands kondigde Eden Hazard aan dat hij stopt als Rode Duivel. De vaderlandse voetbalpers had andermaal een kluif aan een speler die altijd al lak had aan Belgische beperkingen.

U hoeft het er niet mee eens te zijn, maar Eden Hazard is de beste Belgische voetballer van zijn generatie. Zelfs wanneer hij niet meer op zijn best was (en dat was hij de laatste jaren te vaak) was hij vaak nog beter dan de meeste van zijn ploegmaats. Dat komt omdat de hele ploeg beter wordt als Hazard in grote doen is. Als hij het laat hangen, komen ook zij ineens moeilijker weg met de bal. Het overkomt zelfs Kevin De Bruyne – ook dat viel tijdens het WK in Qatar moeilijk te negeren (verder niets kwaads over De Bruyne).

Eden Hazard liep rond in het shirtje van de Duivels omdat hij nu eenmaal een Belgisch paspoort heeft. Dat is het enige wat hem tot een ‘echte Belg’ maakt. Zeker, hij is geboren in La Louvière. Als er één stad is in dit land waarover u en ik ons gelukkig prijzen dat onze wieg er niet stond, is het die wel. Het grauwe La Louvière was ooit de zogenaamde ‘hoofdstad’ Le Centre: in de late negentiende eeuw was het het economische hart van het land, met zijn steenkoolmijnen, zijn staalindustrie, zijn vroege spoorlijnen en kanalen, noem maar op. Maar de negentiende eeuw ligt intussen ook al meer dan honderd jaar achter ons. Als La Louvière recent een rol van betekenis speelde, dan als voorwerp van Vlaamse spot. In de deelgemeente Strépy strooide Bart De Wever in 2005 met miljarden nepgeld om uitgerekend daar het failliet van België aan te tonen.

Scherp randje

Nochtans is er geen betere plaats om puur voetbaltalent boven te delven dan La Louvière: twee van de sierlijkste en technisch meest onderlegde Rode Duivels die België ooit kende, zagen daar het levenslicht: Enzo Scifo en Eden Hazard. Er zijn niet zo gek veel Vlamingen (geweest) met evenveel pure klasse als dat Franstalige duo. Welja, Kevin De Bruyne hoort erbij, en een dikke generatie eerder de nukkige Limburger Luc Nilis – ook Nilis debuteerde ooit bij een mijnploeg (Winterslag). En dan was er nog dat Spaans-Antwerpse gastarbeiderskind Juan Lozano, maar die mocht geen Belg worden. Er zit een scherp randje aan de beste Belgen.

Hazard beschikt dan nog over een zeer on-Belgisch talent: hij is de koning van de dribbel. Misschien dat Rik Coppens (1930-2015) hem dat in de jaren vijftig al voordeed. Zij het dat Coppens zijn kunstjes alleen toonde aan het publiek van Beerschot en van de Rode Duivels, in een tijd dat onze nationale ploeg meer nederlagen leed dan overwinningen boekte. De schaarse zwart-witbeelden die nog van Rik Coppens bestaan, leren dat zijn stijl veel weg had van die van Eden Hazard: de bal afschermen met de poep naar achteren, dan de versnelling, de schijnbeweging, de verrassende wending naar links of rechts, of naar links en dan naar rechts en weer naar links en vervolgens snel vooruit – intussen draaien de verdedigers zich dol. Coppens speelde voor de Antwerpse tribunes, voor het applaus van het publiek, en dus vooral voor zichzelf. De ploeg interesseerde hem eigenlijk niet. Het was zelfs omgekeerd: de andere spelers van Beerschot functioneerden als zijn dienstpersoneel. Zij moesten de bal veroveren en hem vervolgens netjes inleveren bij Coppens, waarna hij begon aan zijn kijk-eens-wat-ik-kan-show.

Groots palmares

Eden Hazard heeft niet die aangeboren stadse mentaliteit van de echte sinjoor en de hele seigneur die Rik Coppens was. Hazard behoeft geen personeel. Zeker, mee verdedigen is niet zijn ding. Bij Chelsea verweet trainer José Mourinho de ‘luie’ Hazard dat hij de ploeg in de steek liet. Toch hoefde het elftal nooit in zijn dienst te spelen. Ook bij de Rode Duivels hing Hazard niet af van de wonderlijke assists van De Bruyne. Doorgaans liep hij gewoon Hazard te wezen, ergens aan de linkerkant van het veld: geen pure middenvelder, geen echte aanvaller, en toch bepaalde hij mee het spel en scoorde hij bij de vleet: zo was de ware Hazard in zijn beste dagen. Die Hazard was zeker niet te beroerd om zélf een pass te geven, en op de cruciale momenten van de vorige WK’s ging het vaak om een beslissende voorzet. Op het WK 2014 in de VS was het tijdens België-Rusland in de laatste alles-of-niets-minuten Eden Hazard die een Rus of twee, drie in de wind zette en dan de bal aflegde naar Divock Origi, ogenschijnlijk zo simpel maar in volle actie toch weer onverwacht, want er was geen Rus die Origi dekte. Zo werd het 1-0. België ging als groepswinnaar naar de tweede ronde, en Origi was plots de jongste speler ooit die scoorde op een WK. Hazard deed het opnieuw op het WK 2018 in Rusland, in de legendarische wedstrijd tegen Japan. Diep in de tweede helft stond Japans 2-0 voor en moesten de Rode Duivels beginnen aan een op het eerste gezicht hopeloze achtervolging. Hazard deed wat gedaan moest worden: dollen met de Japanse verdedigers tot hij zag dat Marouane Fellaini stond waar hij moest staan: een precieze voorzet, een kopbal van de grote Fellaini en het stond 2-2: het moment waarop Japan zich begon te realiseren dat wat voorafging tevergeefs was geweest.

Hazard beschikt over een zeer on-Belgisch talent: hij is de koning van de dribbel. © GETTY

Hazards palmares is on-Belgisch groots. In Frankrijk won hij als speler van Lille OCK (2007-2012) één landstitel, één beker en werd hij tweemaal Speler van het Jaar. Met Chelsea (2012-2018) won hij in Engeland twee landstitels, één FA Cup, één League Cup en op de koop toe twee Uefa Europa League Cups. In 2015 werd hij verkozen tot Players’ Player of the Year én Footballer of the Year. Drie jaar later werd hij ook Belgisch Sportman van het Jaar. Hij hoeft eigenlijk de twee landstitels, die ene Copa del Rey, de Champions League en de Europese supercup met Real Madrid niet eens mee te tellen – die horen immers niet écht bij zijn erelijst, wegens te veel bankzitter en te weinig speler.

De nacht der tijden

Vraag is of hij zich nog hoeft te bewijzen. De komst van Eden Hazard viel helemaal samen met de opgang van het Belgische voetbal. Hij debuteerde op zijn zeventiende als Rode Duivel. Hazard had nog geen rijbewijs dus zijn vader moest hem met de auto naar de Belgische Voetbalbond brengen. Hij was invaller in een troosteloze oefeninterland tegen Luxemburg, die op 1-1 eindigde. U leest het goed: 1-1 tegen Luxemburg. Kon België lager vallen, na een wedstrijd die niet eens op tv werd uitgezonden, en zelfs niet op de radio? De Rode Duivels waren die avond minder interessant dan de Radio 1 Sessies van Monza. Voor het Belgisch voetbal was het de nacht der tijden. Net op dat moment loofden de kranten ineens een kleine ‘Vlaams-Brabander’ (sic) met zijn ‘fluwelen techniek’ als ‘enige lichtpunt’.

Het lijkt een eeuwigheid geleden. Bondscoach René Vandereycken had die avond nog twee jonge spelers laten debuteren: Killian Overmeire van Lokeren en Jeroen Simaeys van Club Brugge: op echte voetballiefhebbers na zullen er niet veel Belgen zijn die hen nog zullen kennen. Dat geldt ook voor de meeste andere jonge Rode Duivels van toen, zoals Filip Daems (Borussia Mönchengladbach), Stein Huysegems (FC Twente) of Maarten Martens (AZ 67). Dat waren ook behoorlijke voetballers die op hoog niveau in het buitenland speelden – van de jonge Maarten Martens werd zelfs een grootse internationale carrière voorspeld. De werkelijkheid is rauwer: hun namen zijn zo goed als gewist uit het collectieve geheugen. De tijd vliegt, en dat geldt ook voor Eden Hazard. Toen hij in november 2008 Rode Duivel werd tegen Luxemburg, was Barack Obama net verkozen tot president van de Verenigde Staten. Dat jaar liet Vladimir Poetin zich een keer ‘aflossen’ als president van Rusland door Dmitri Medvedev en deed in eigen land de N-VA het Vlaamse kartel met de CD&V springen. Niemand die zich zorgen maakte om het klimaat. Het was haast een andere wereld.

De beste Braziliaan van België

Sommige analisten vinden dat Eden Hazard te lang heeft gespeeld en al eerder de eer aan zichzelf had moeten houden. Anderen, met ex-international Marc Degryse op kop, vinden juist dat het voor Hazard nog te vroeg is om definitief te stoppen met de nationale ploeg. Het is maar hoe je het bekijkt. Met 126 wedstrijden tussen 2008 en 2022 was hij net evenveel jaren Rode Duivel als de meervoudige Gouden Schoenen Paul Van Himst (1960-1974), Jan Ceulemans (1977-1991) en Franky Van der Elst (1984-1998). Die laatste werd geroemd als a man for all seasons. Eden Hazard is dat ook: niet als een vedette in de Belgische eerste klasse, zoals zijn drie illustere voorgangers, maar als sterspeler in de Franse Ligue 1, de Engelse Premier League en hoe dan ook in de Spaanse Primera División.

En wat heeft Hazard daar zoveel jaren lang prachtig voetbal gespeeld. Bij zijn afscheid van Chelsea in 2018 maakte de club een montage van al zijn doelpunten. Daar zitten strafschoppen bij – links, rechts, door het midden, hoog en laag. Hazard scoorde van ver, van nabij, met het hoofd, met boogballen, strakke schoten en effectballen, na een sprintje, met een kapbeweging, een dribbel, en als het even kon een combinatie van dat alles. In 2015 verschalkte Hazard tegen West Ham in één legendarische, uitgesponnen beweging eerst het vijandige middenveld, dan de verdediging en ten slotte de doelman. ‘There aren’t many people in the world that can do that’, jubelde de verslaggever van de BBC.

Zo is het maar net. Het Laatste Nieuws drukte woensdag een lijstje af van de beste dribbelaars in de geschiedenis van het WK. Dat waren in volgorde de Argentijn Lionel Messi, zijn landgenoot Diego Maradona, de Braziliaan Jairzinho, onze Eden Hazard en Mario Kempes, nog een Argentijn. Samen bestrijken ze het topvoetbal van de jaren 1960 tot vandaag. Als binnen afzienbare tijd de legendarische Pelé herdacht zal worden met compilatiefilmpjes van zijn hoogtepunten, dan zullen die beelden niet zo veel verschillen van die van Eden Hazard, en net zo opwindend zijn. Niet toevallig vindt Hazard de met 2-1 gewonnen WK-wedstrijd tegen Brazilië op het WK 2018 het hoogtepunt van zijn loopbaan. Hij scoorde niet, maar was wel de motor van het Belgische elftal. Die dag was het voor het eerst een Belg die de Brazilianen dribbelde, en de Brazilianen die twee tot drie man stand-by hielden om hem af te stoppen. Zo mag Eden Hazard herinnerd blijven: als de beste Braziliaan van België.

Eden Hazard bij zijn eerste goal voor de Rode Duivels tegen Kazachstan. © Belga Image

Hondenfluitje

Het voetbalstadion is zijn lusthof, zijn aards paradijs, zijn tuin van Eden. Dan is de vraag natuurlijk: waar zit de slang? Misschien hier. Na zo’n weergaloze internationale carrière zoomde élk medium zwaar in op hetzelfde incident: de avond dat Eden Hazard een hamburger at. Op 3 juni 2011 speelde België op de Heizel in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Turkije 1-1 gelijk. Het was een slappe match, ook van Hazard. Waarop bondscoach Georges Leekens hem wisselde, zeer tegen zijn zin. Hazard ging douchen, verliet het stadion en ging nog tijdens de wedstrijd aanschuiven aan een hamburgerkraam, tussen de andere supporters die de wedstrijd ook voortijdig voor bekeken hielden. Natuurlijk werd hij herkend. Natuurlijk moest de bondscoach reageren. En zoals te verwachten viel, bleef Hazards hamburger in de keel van de pers steken, die zich van zijn strengste en meest vermanende kant toonde. Zelfs media die de zaken graag zo eenvoudig mogelijk voorstellen, gebruikten ineens gewichtige woorden van wel acht lettergrepen, zoals ‘verantwoordelijkheidsgevoel’.

Natuurlijk kon en mocht Leekens elke speler wisselen, ook Hazard. Maar Leekens is een slimmerd. Wie hem als trainer kent, weet dat hij het meer dan eens heeft gedaan: tegen het einde van een matige of slechte partij een van zijn belangrijkste spelers ostentatief wisselen. Zo stuurt hij een signaal naar de perstribune: die man speelde onder zijn niveau, het ligt aan zijn gebrek aan ‘verantwoordelijkheidsgevoel’ dat de Rode Duivels en dus jullie allemaal, beste landgenoten, het vandaag zo slecht deden. Leekens had het ook al gedaan op het WK 1998 in Frankrijk. België moest winnen van Zuid-Korea om door te stoten naar de tweede ronde, maar na een povere wedstrijd was het nog altijd 0-0. Veel spelers haalden die middag hun niveau niet – Nilis miste onbegrijpelijk een open doelkans – en toen haalde hij ineens een van de beteren van het veld, Enzo Scifo. Bankzitter Franky Van der Elst mocht hem vervangen, overigens zonder dat die wissel enig beterschap bracht in het Belgische spel. België was dus uitgeschakeld. Leekens gebruikte die wissel als een hondenfluitje omdat hij kon voorspellen welke pavloviaanse reactie hij daarmee zou uitlokken. Scifo was boos op Van der Elst, en omgekeerd, en binnen de dag was er een communautair conflict en hadden Franstaligen een heel andere analyse dan Vlamingen, met andere zondebokken over en weer. Dat was al een ultieme en halfgeslaagde poging van een bondscoach als Georges Leekens om zichzelf uit de wind te zetten bij de uitschakeling van de Belgen.

De Waal van dienst is dan snel de klos, zeker in Vlaanderen. Check Scifo. Check bondscoach Robert Waseige. Check Marc Wilmots. Check Eden Hazard. Eden Hazard maakte het zowat zijn hele carrière mee: zeker de Vlaamse pers vond bijna altijd dat Kevin De Bruyne wéérgaloos was en de man van de match, Eden Hazard werd meestal strenger beoordeeld. Wat De Bruyne deed was haast per definitie geniaal, wat Hazard toonde best oké – we wisten wat hij kon en apprecieerden wel wat hij deed, maar hoe vaak werd niet terloops een standje gegeven?

Alsof die ene hamburger nooit helemaal verteerd raakte in dit land van friet met mayonaise.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content