Spoedarts Luc Beaucourt (73) overleden
Luc Beaucourt is overleden aan gevolgen van huidkanker. De spoedarts die altijd bekend zal staan voor zijn campagnes tegen de weekendongevallen en zijn medische hulpmissies bij rampen, werd 73.
Gedrevenheid was het woord dat best bij dokter Luc Beaucourt paste. Gedrevenheid om problemen waarmee hij geconfronteerd wed, zo snel en efficiënt mogelijk op te lossen. Het bracht Beaucourt ertoe om eerste een Mobiele Urgentiegroep (MUG) in het leven te roepen, hij stelde ook het eerste rampenplan op in ons land en hij begon een kruistocht tegen weekendongevallen die in de jaren 90 zovele jonge levens eisten in het verkeer. Ten slotte stond Luc Beaucourt ook altijd klaar om zijn expertise in spoedeisende geneeskunde ter beschikking te stellen van gebieden waar een aardbeving of overstroming wonden hadden geslagen.
Luc Beaucourt, geboren in 1948, gaat in 1983 werken op de dienst spoedgevallen van het universitair ziekenhuis in Antwerpen (UZA). Dat ziekenhuis wordt het eerste dat een mug (mobiele urgentiegroep) de baan opstuurt bij medische noodgevallen, een idee van Beaucourt. Samen met de Antwerpse gouverneur Andries Kinsbergen ontwikkelt Beuacourt ook het medische interventieplan voor de provincie Antwepen. In 1986 wordt hij diensthoofd van de spoeddienst van het UZA en onderzoekt hij op vraag van staatssecretaris voor Gezondheid Wivina Demeester de weekendongevallen. Oorzaak is de dodelijke cocktail van overdreven snelheid en drankgebruik in discotheken bij het uitgaan.
Wodca-controles
Beaucourt wordt vervolgens een van de drijvende krachten achter de Wodca-controles, wat staat voor ‘weekendongevallen door controles aanpakken’. Hij legt een collectie aan van foto’s die hij maakt van autowrakken waarme jonge chauffeurs verongelukt zijn. Hij geeft ongeveer 10.000 lezingen aan Belgische scholieren waarbij hij die foto’s als afschrikkingsmiddel gebruikt. ‘Gedragstherapeuten hadden kritiek op mijn diashows’, zei Beaucourt hierover in april 2018. ‘Maar ik kom nog mensen tegen die erbij waren en toegeven dat ze hun gedrag aangepast hebben.
De sociale media maken zijn bereik veel groter. Ik moest nog van school naar school trekken.’ Beaucourt kwam door zijn lezingenreeks in scholen ook in de krant en op televisie.
Op het verwijt dat hij soms mediageil leek, zei Beaucourt in 2011 aan De Standaard: ‘Ik vind niet dat ik mediageil ben, zoals links en rechts wordt gezegd. De journalisten bellen altijd naar mij, niet omgekeerd. ‘Jij kunt in 20 seconden zeggen waar een andere dokter een kwartier voor nodig heeft’, zeggen ze tegen mij.’
In de politiek
Beaucourts mediabekendheid maakt hem voor politieke partijen tot een interessante figuur om op de lijst te hebben. In 1999 en 2000 wordt hij zo kandidaat voor de toenmalige CVP, op de Europese lijst, en als gemeenteraadslid in Kontich. In februari 2001 maakt hij bekend dat hij stopt met nationale politiek. Hij wil voortaan B-FAST, het snelle interventieteam van Zuitenlandse zaken, leiden. Dat team zou worden ingeschakeld bij rampen in het buitenland. ‘Dat werk doe ik veel liever dan zeveren, leuteren en cordons sanitair vormen’, zegt de arts in interviews.
Rampenarts
In 2001 gaat zijn eerste buitenlandse missie naar het aardbevingsgebied in het Indiase Gujarat. Hij wordt in dat jaar ook crisismanager van B-Fast. Rond de eindejaarsfeesten van 2004 trekt Beaucourt met zijn interventieteam naar de landen in Zuidoost-Azië die door de tsunami gegroffen zijn, Thailand, Sri Lanka en Indonesië. Er zullen nog vele missies volgen, onder meer na de aardbeving in Myanmar (2008), de aardbeving in Indonesië (2009), overstromingen in Pakistan (2010), de aardbeving in Chili (2010) en de aardbeving in Haïti (2010). Eerst vaart Beaucourt onder de vlag van B-Fast, en vanaf mei 2008 onder de vlag van V-Med, het interventieteam van de Vlaamse overheid, dat Beaucourt oprichtte.
‘Enorme natuurrampen, zoals de aardbeving in Bam (Iran), de tsunami in onder meer Indonesië en Thailand, de overstromingen in Pakistan… Dat is zo overweldigend’, zei Beaucourt in een interview in 2011. ‘Bij dat soort rampen wordt een dokter weer echt dokter. Daar moet een dokter zijn werk doen met alleen een stethoscoop. Hier in België staat meteen een batterij hoogtechnologische hulpmiddelen klaar om de dokter te helpen.
Als ik met mijn ploeg naar zo’n rampgebied afreis, dan werken we 24 uur per dag. Niemand moet dan bij mij afkomen en zeggen dat hij honger of dorst heeft of dat hij wil slapen. En een verpleegster die dan op het einde van de avond zegt dat ze niet wil afwassen omdat dat haar werk niet is, vliegt er dan ook uit.’
Nog meer politiek
Tussendoor wordt Beaucourt toch weer verleid tot de politiek, dit keer door Open Vld. Hij komt op voor de Kamer en de Europese lijst. ‘Als ik terugkijk op mijn politieke carrière… Tja, dat voelde aan als de processie van Echternach’, zegt Beaucourt in 2018 aan Het Laatste Nieuws bij een terugblik op zijn politieke loopbaan. In maart 2009 lekt uit dat hij zou opkomen bij Lijst De Decker, maar dat gaat uiteindelijk toch niet door. ‘Mijn opdracht als diensthoofd op de spoedafdeling in het UZA is eenvoudigweg niet combineerbaar met een doorgedreven politiek mandaat’, luidde het officieel.
Annus horribilis
In september van datzelfde jaar 2009, zij annus horribilis, wordt Beaucourt veroordeeld voor overdreven snelheid. Hij krijgt van de politierechtbank in Turnhout een rijverbod van dertig dagen en een boete van 550 euro, omdat hij in maart van dat jaar geflitst werd tegen 174 kilometer per uur op de E34. ‘Ik geef mijn fout toe en ben er beschaamd voor’, zegt Luc Beaucourt. ‘Ik heb na mijn snelheidsovertreding en de vele reacties erop een tijd diep in de put gezeten. Ik heb me zelfs afgevraagd, of het nog zin had om te blijven leven.’ Wanneer hij in september 2009 zijn autobiografie ‘Dokter 100 procent’ voorstelt, zegt hij: ‘Ik wil dit jaar snel vergeten.’
Uitgesteld pensioen
In 2011 geeft Beaucourt na 28 jaar bij het UZA de fakkel door als diensthoofd van de spoedafdeling. Hij blijft wel nog anderhalf jaar actief als begeleider van zijn opvolger en trekt naar het ziekenhuis van Herentals voor de reorganisatie van de spoedafdeling. In 2013 gaat hij officieel met pensioen, hoewel… hij geeft te kennen bij zijn ‘afscheid’ dat hij de volgende jaren nog actief zou zijn in het Sint-Elisabethziekenhuis in Herentals en bij buitenlandse opdrachten. ‘Ik aanvaard het niet dat we verplicht worden op ons 65ste te stoppen met werken’, aldus Beaucourt.
In 2014 krijgt Beaucourt in het Egmontpaleis in Brussel het ereteken van Officier in de Leopoldsorde, ‘voor zijn verdiensten voor de samenleving en het land’. De Leopoldsorde is de belangrijkste en hoogste Belgische onderscheiding. In 2015 komt Beaucourt nog een keer in het nieuws met zijn kritiek op het B-Fast-team dat te laat naar Nepal was afgereisd. Beaucourt verwijt de leidende ambtenaar ‘het hele domein van B-Fast te manipuleren’. Maar Beaucourt moet uiteindelijk bakzeil halen, wanneer zowel federaal minister van Volksgezondsheid Maggie De Block als 150 B-Fastvrijwilligers hun steun en waardering uiten voor de ambtenaar die toen B-Fast leidde.
In maart 2018 kondigt Beaucourt – op zijn zeventigste – zijn laatste missie aan. ‘Ik leef van de ene dag in de andere’, zegt hij. ‘Val je stil, dan verouder je snel. Zolang mijn lichaam het toelaat, blijf ik aan de slag. Ik doe de alarmcentrale bij VAB en ik begeleid oldtimerrally’s in het buitenland. Ik heb altijd graag gereisd. Stop me in een vliegtuig en ik ben gelukkig.’