Guido Lauwaert
Spira Mirabilis kaapt de Vijfde van Beethoven
Spira Mirabilis met de vijfde van Beethoven. Daar keek ik al weken naar uit.
Het ene festival denkt nog niet aan opruimen als het andere zich al aandient. Woensdag 26 september in de voormiddag werd voor de pers, en de oude stronken ermee vergroeid, het programma van het 39ste Filmfestival van Gent voorgesteld. Over het wel en wee krijgt u ten gepaste tijde tekst en uitleg. Dezelfde avond was er een concert van het Festival van Vlaanderen. Spira Mirabilis met de vijfde van Beethoven. Daar keek ik al weken naar uit.
Waarom? Spia Mirabilis is een telefoongezelschap, bij wijze van spreken. Het grootste deel van de muzikanten hebben andere verplichtingen, maar ze hebben nog geen last van metaalmoeheid. Begonnen als straatmuzikanten die om de studie te bekostigen in de weekends op de hoek van de straat met een pet op de keien staan te spelen. Het kan ook zijn dat ze in juli speelden om in augustus de zon te zien zakken in de zee. Afijn, hoe de oervorm precies geweest is, groepjes fuseerden en vijf jaar later hadden ze een collectief met naam en faam.
De bezetting varieert wegens contracten waar de leden niet onderuit kunnen. Sommige leden zijn intussen ingebroken bij gereputeerde gezelschappen, waaronder de Berliner Philharmoniker en het Chamber Orchestra of Europe, en daar blijven wonen. Afijn, elk optreden is door de wisselende samenscholing onvoorspelbaar. Een optreden in Keulen dondert anders dan in Gent. Het is ook opletten geblazen voor deze jong geschoolde muzikanten. Ze mogen dan wel talent hebben en hun instrument beter kennen dan hun partner, maar ook de locatie kan voor verrassingen zorgen. Oudere vakbroeders en zusters hebben daar minder last van, al komt die toch wel weer opduiken eenmaal de vijftig voorbij.
Het meest verrassende, en om die reden het meest aanlokkende is dat Spira Mirabilis zonder dirigent werkt. Dag dictator, salut salaud. Wat de interessse nog versterkt is dat het collectief zich per concert concentreert op één werk. Geen lijntje Liszt na een brokje Bach en een soepje Schumann. Alle energie wordt in één werk gestoken. Voor de uitvoering geeft een muzikant bovendien tekst en uitleg over de interpretatie en na afloop beantwoorden muzikanten met plezier vragen uit het publiek.
Dat kluwen van sporen dat telkens toch weer leidt naar het juiste perron was wat mij dreef naar de Sint-Michielskerk. Nu is het niet de eerste maal dat ze de Vijfde in C van Ludwig van B uitvoerden. Maar het koppig uitdagen van het lot is nu net wat hun drijft. Basisgedachte van het deftig zootje ongeregeld is om de muziek van eergisteren naar vandaag te brengen. En daarvoor ben je zeker met Beethoven aan het goede adres. De brave man daagde zichzelf telkens weer uit. Hij schrok er niet voor terug met een kwart pianoconcerto op de première te verschijnen – weken later dan aanvankelijk voorzien – en daar aan de vleugel te improviseren, in wat toen ‘vrije stijl’ genoemd, maar tegenwoordig jammen heet. Spira mirabilis haalt van een concert en een compositie stof en wierook.
Elk concert is een riskante onderneming, en dat was in Gent ook het geval. De vijfde telt, net zoals elke normale symfonie, vier bewegingen. Bij de Vijfde zijn ze door Paul Bekker getypeerd als Strijd, Hoop, Twijfel en Overwinning. In de eerste beweging zat er een uitschuiver aan te komen en je voelde hoe het publiek de al ingehouden adem nog dieper inhield. Zullen ze het redden? Ze turnden de uitschuiver zowaar om in een pirouette. De tweede beweging was werkelijk uitmuntend. De friste uitvoering ooit gehoord. En het publiek was het met me eens. Op de receptie, na de meet te hebben bereikt [geen overbodigheid, die typering, want het FvV heeft ook recepties van sponsors vóór de start] raakten les bourgeois, al dan niet van Brel, niet uitgepraat over het tweede deel. De ene lyrische term buitelde over de andere. Delen vier en vijf gleden als de vaat in het sop.
Zoals in elke waarheid een leugen schuilt, is er bij Spira Mirabilis wel degelijk een dirigent. Hij staat echter niet op de bok en is onzichtbaar. Maar wie goed kijkt, ziet dat de dirigent wel. Het is de eerste violiste. De onderchefs van het orkest loeren in haar richting en door haar hyperkinetische gedrag zweept zij het orkest op en dwingt het tussen zekere lijnen. Zij is de virtuele dirigent en haar strijkstok fungeert als dirigeerstok. Tijdens het concert vroeg ik mij af of eenzelfde kwaliteit met een andere concertmeester bereikt wordt. Maar los daarvan, haar lichaamstaal en mimiek zijn de samensmelting van wat een gedreven dirigent is, en dan kijk ik niet in de richting van Herbert von Karajan maar naar Leonard Bernstein.
Het moet gezegd, want ik ben zo stilaan aan het eind van mijn voorraad Latijn van deze week, het programma van het Festival van Vlaanderen is met de jaren uitgegroeid tot een verrassend gebeuren. Klassiek en modern, traditie en experiment, het komt allemaal aan bod, en bij momenten is het een mix van al die zware termen waar een jongmens terecht buikgriep van krijgt. Het FvV is, simpelweg gezegd, met de jaren ontsnobt.
Nu is nog wachten op een werkelijk modern werk, met lekker wat spektakel. The Wall van Roger Waters, op het Sint-Pietersplein, dat zou de max zijn, veel volk lokken. Een uitvoering zoals die ooit geweest is. Op zaterdag 21 juli 1990 in Berlijn. Een half jaar na de val van de Muur. Met onder meer Joni Mitchell, Van Morrison, Marianne Faitfull en Albert Finney.
Kom Jan Briers, wat let je! Is het niet volgend jaar, dan moet het toch zeker kunnen voor 2014, het jaar waarin de vrede van Gent getekend werd. Als je aan Kris Peeters zegt dat er een paard optreedt, krijg je gegarandeerd haver en goud.
Guido Lauwaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier