SP.A vreest dat Open VLD of N-VA volgende minister van Welzijn levert
‘De zorg laat je niet over aan de markt’, aldus SP.A-voorzitter John Crombez.
‘De zorg laat je niet over aan de markt. Ideologisch wordt dat een cruciale discussie in de volgende legislatuur. Op dat vlak zou het een drama zijn als N-VA of Open VLD de volgende minister van Welzijn levert’. Dat zegt SP.A-voorzitter John Crombez in een gesprek met Sociaal.Net.
Sociaal.Net interviewde vijf mogelijke opvolgers van huidig Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V): John Crombez (SP.A), Lorin Parys (N-VA), Bianca Debaets (CD&V), Elke Van den Brandt (Groen) en Bart Somers (Open VLD). Zij kregen alle vijf onder meer de vraag waar hun prioriteiten zouden liggen als minister van Welzijn.
Voor Van den Brandt en Crombez ligt de klemtoon duidelijk op het bieden van zorggarantie of zorgzekerheid. Wie zorg nodig heeft, moet die krijgen, is de boodschap.
Lorin Parys schuift een ‘meer resultaatgerichte hulpverlening’ naar voren. Volgens hem vaart het beleid nog te vaak ‘blind’ en moet het beleid veel beter gemeten en opgevolgd worden.
Bianca Debaets noemt de geestelijke gezondheidszorg als topprioriteit. Zij wil het budget daarvoor optrekken van 6 procent van het gezondheidsbudget naar 12 procent.
Bart Somers tot slot wil de kinderarmoede aanpakken.
Administratieve overlast
Geen van de vijf betwist dat er extra middelen nodig zijn, met name om de wachtlijsten aan te pakken. Maar over de omvang van die budgetten lopen de meningen uiteen. Lorin Parys waarschuwt ook: ‘Het budget zal niet tot aan de hemel blijven groeien. De vraag is hoe we de toenemende zorgvraag kunnen verzoenen met een schaarste aan middelen’.
‘Niemand koos ooit voor een job in de jeugdhulp, de thuiszorg of een woonzorgcentrum om twee uur per dag papieren in te vullen.’
Lorin Parys
Een rode draad doorheen de interviews is dat iedereen de administratieve overlast in de sector wil aanpakken. De vermindering van die planlast is volgens Somers een belangrijke manier om ‘efficiëntiewinsten te boeken’. Elke Van den Brandt is het daarmee eens: ‘Wie in de zorg werkt, wil zorg verlenen. De bureaucratie is frustrerend. Door regels te herbekijken kan je veel tijd en ruimte vrijmaken’. Ook John Crombez zit op dezelfde lijn: ‘Er zijn zorgverleners die tot vijftien uur per week verliezen aan administratieve taken. Samen met mensen op het terrein wil ik de administratieve overlast beperken tot vijf procent van de werktijd, zodat er meer tijd over is om te investeren in mensen’.
Lorin Parys pleit zelfs voor een ‘meldpunt tegen administratieve overlast’. ‘Niemand koos ooit voor een job in de jeugdhulp, de thuiszorg of een woonzorgcentrum om twee uur per dag papieren in te vullen.’
De vijf volledige interviews zijn te lezen op Sociaal.Net.