Slachtoffers van homo- en transfoob geweld stappen vaak niet naar de politie
Het is moeilijk om te zeggen hoe frequent holebi- en transfoob geweld in ons land voorkomt, omdat veel slachtoffers niet altijd bereid zijn om aangifte te doen bij de politie. Dat meldt çavaria, de Vlaamse belangenverdediger van LGBTQ-mensen en koepel van LGBTQ-organisaties. Afgelopen zaterdag werd in Beveren nog het lichaam van een 42-jarige man aangetroffen, die vermoedelijk het slachtoffer werd van gaybashing.
Het slachtoffer zou via een datingapp naar het park gelokt zijn door drie minderjarige daders, maar die informatie is nog niet bevestigd. Het zou de eerste keer zijn dat in Vlaanderen dodelijk homofoob geweld heeft plaatsgevonden. Drie minderjarige verdachten zijn intussen opgepakt.
De moord doet het debat over homofoob geweld opnieuw losbarsten in ons land. Op sociale media regent het verontwaardigde reacties en ook verschillende politici hebben hun ongeloof al geuit. Actuele cijfers over het aantal gevallen van homofoob geweld zijn er echter niet. De cijfers die de federale politie publiceert inzake homofobie hebben enkel betrekking op inbreuken op de antidiscriminatiewet. De feitcodes zijn niet gedetailleerd genoeg om haatmisdrijven te herkennen.
En zelfs als er actuele gegevens bestonden over het aantal aangiftes van homofoob geweld, zouden die mogelijk een grove onderschatting zijn. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de aangiftebereidheid bij LGBTQ-mensen heel laag is nadat ze slachtoffer zijn geworden van geweld. Redenen om niet te rapporteren zijn onder meer het idee dat het incident niet ernstig genoeg is en een gebrek aan vertrouwen dat de autoriteiten het incident zullen onderzoeken en vervolgen. Ook zijn er personen die schrik hebben om ‘uit de kast’ te komen bij de politie of die vrezen dat ze het probleem net groter maken door aangifte te doen.
‘Dark number’
‘Echte betrouwbare cijfers over aangiftes van geweld en discriminatie hebben we niet, laat staan dat we evoluties kunnen waarnemen’, klinkt het bij çavaria. ‘Een stijging in geregistreerde feiten kan immers ook een gevolg zijn van een grotere aangiftebereidheid van slachtoffers of een betere registratie door instanties.’
De belangenorganisatie pleit er voor om het zogenaamde ‘dark number’, de niet-aangegeven feiten, te reduceren en om geweld en discriminatie beter zichtbaar te maken. ‘Je kan het echter niet enkel aan de slachtoffers overlaten om meer feiten te melden. Slachtoffers hebben immers soms goede redenen om geen melding te maken. Het is dus cruciaal om inzichten in die redenen te kennen en daar ook op te werken’, gaat het verder.
De voorbije jaren hebben heel wat politiezones wel agenten opgeleid die specifiek met haatmisdrijven bezig zijn, met als doel de drempel tussen slachtoffer en agent te verkleinen. Çavaria benadrukt dan ook het belang van vorming rond gender- en seksuele diversiteit. Zo hebben verschillende agenten van de Antwerpse politiezone al een opleiding gevolgd bij KLIQ vzw, het vorming- en trainingscentrum van çavaria. (Belga)