Sihame El Kaouakibi: ‘Een minderheid van blanke mannen in blauwe pakken draait aan de knoppen’

Sihame El Kaouakibi: 'Het is een schande dat ons onderwijs onvoldoende jongeren over de eindmeet krijgt.' © Diego Franssens
Jeroen de Preter
Jeroen de Preter Redacteur

Een nieuw project van sociaal ondernemer Sihame El Kaouakibi moet de Antwerpse en Brusselse jeugd naar bedrijven leiden, en omgekeerd. ‘Cv’s zijn passé. Jongeren willen niet langer gereduceerd worden tot een blad papier.’

Sihame El Kaouakibi sprak de droom de afgelopen jaren meer dan één keer uit. Ooit, op een dag, zou de bezielster van de veelgeprezen culturele jongerenorganisatie Let’s Go Urban een bedrijf beginnen dat oplossingen biedt voor een van de meest fundamentele problemen in onze samenleving. Dat probleem is eenvoudig te omschrijven. Veel te veel jongeren zijn werkloos, en veel te veel bedrijven vinden geen geschikte werknemers. Hoe werk je die mismatch weg? In de herfst maakte El Kaouakibi haar droom waar. Met de start-up WannaWork helpen zij en haar team bedrijven zoals Bpost, Brussels Airport, Telenet en Coca-Cola bij hun zoektocht naar talent. Talent dat vandaag, om uiteenlopende reden, nog te vaak verborgen of onbenut blijft.

Hoelang proberen we nu al om wat genderdiversiteit in bedrijven te krijgen? Gaan we er ook nog een halve eeuw over doen voor er etnische diversiteit is?

Sihame El Kaouakibi: We weten allemaal dat het bedrijfsleven vandaag de bestaande diversiteit – zowel op het vlak van gender als op het vlak van etnische achtergrond – niet weerspiegelt. We moeten dringend een inhaalbeweging maken, want de komende jaren zal de diversiteit alleen maar groter worden. Van de 200.000 Brusselse en Antwerpse kinderen die jonger zijn dan 10 jaar, heeft 70 procent andere roots. Als we nú de mentaliteit niet veranderen, wordt het een complete catastrofe.

Marc Descheemaecker, bestuurder bij De Lijn, vertelde dit jaar in Knack dat de vervoersmaatschappij veel problemen heeft om geschikt personeel te vinden. Dat is pijnlijk, als je weet dat een kwart van de Antwerpse jongeren werkloos is.

El Kaouakibi: Ik heb vorige week nog met De Lijn gepraat. Meer en meer bedrijven beginnen te beseffen dat hier, behalve een groot probleem, ook kansen liggen. De mismatch met de jeugd is enorm, en hij zal er niet kleiner op worden als we alles op zijn beloop laten. Wij moeten sowieso veel meer investeren in diversiteit, en niet alleen door erover te praten. Hoelang proberen we nu al om wat genderdiversiteit in bedrijven te krijgen? Gaan we er ook nog eens een halve eeuw over doen voor er echte etnische diversiteit is? Die tijd hebben we niet, dus moet de mentaliteit in de bedrijven snel veranderen. Ze moeten echtgeloven dat verschillen een team sterker maken.

Om bij onszelf te beginnen: onder de Knack-redacteuren zijn er tien mannen en twee vrouwen. Er werkt niet één journalist met andere roots. Kunt u ons gratis advies geven?

El Kaouakibi: De vraag is hoe je je organisatie aansluiting laat vinden bij een nieuwe generatie. Dat proces begint natuurlijk met een mentaliteit binnen een bedrijf. Geen enkel bedrijf zal van zichzelf zeggen dat het niet openstaat voor diversiteit, maar meent het dat ook echt? Meestal begint het al bij de rekrutering. Wie doet die rekrutering? Zou het kunnen dat het bij Knack toevallig alleen maar blanke mannen zijn? Kan het zijn dat ze allemaal dezelfde achtergrond en scholing hebben? En zou het geen idee zijn om daar iemand bij te zetten die zich psychologisch kan verbinden met een vrouw, of een jongere met andere roots? Dat is het punt waar wij kunnen helpen. Wij vervangen de rekruteerders niet, wij worden een partner.

Complete diversiteit wordt natuurlijk ook bemoeilijkt door het feit dat jongeren met vreemde roots – gemiddeld gesproken en helaas – minder hoog opgeleid zijn.

El Kaouakibi: De uitstroom uit universiteiten en hogescholen is inderdaad nog te beperkt. Maar het loopt ook fout bij de rekrutering. Bedrijven kijken nog veel te vaak naar het cv. En zelfs als dat cv indrukwekkend is, blijft de verbinding vaak uit. Heel wat jongeren met andere roots kiezen voor een financiële of juridische richting. En toch zie je ook daar een mismatch. In plaats van in het bedrijfsleven te stappen, beginnen ze een eigen boekhoud- of advocatenkantoor. Ze herkennen zich niet in de bedrijven, met als gevolg dat bedrijven niet alleen veel talent mislopen, maar ook kansen missen om echt, op alle niveaus van de organisatie, divers te worden.

Sihame El Kaouakibi

– 1986: geboren in Boom

– 2005-2008 opleiding onderwijzeres (Artesis Hogeschool Antwerpen)

– 2008-2013: studeert onderwijskunde (VUB)

2009: richt jongerenorganisatie ‘Let’s Go Urban’ op

– 2011: ontvangt Vlaamse cultuurprijs in de categorie amateurkunst

– 2014: wordt door Open VLD voorgedragen als lid van de raad van bestuur van de VRT

– 2017: start WannaWork, een start-up die een brug wil bouwen tussen jongeren en het bedrijfsleven

Was is er mis met het traditionele cv?

El Kaouakibi: Cv’s zoals wij die kennen zijn passé. Jongeren willen niet langer gereduceerd worden tot een blad papier. Natuurlijk vragen wij jongeren met wie we samenwerken naar hun opleiding. Maar belangrijker zijn onze vragen over hun school of life. Wij vragen onze jongeren waar ze echt blij van worden. Uit welke ervaringen ze hebben geleerd. Wat hen energie geeft en wat niet. Wij willen die jongeren de kans geven om te tonen wie ze zijn. En omdat sommigen beter zijn in beelden dan in woorden laten wij ze ook video gebruiken in de presentaties.

Dat doen we trouwens ook in omgekeerde richting. Bedrijven die willen matchen met de wereld van jongeren doen er goed aan om hun jobomschrijvingen te visualiseren, en een taal te hanteren die ook jongeren aanspreekt. Dat betekent dat hr-teams veel beter moeten weten wat er leeft, en moeten openstaan voor de generatie die komt. Als ze dat nu niet doen, zal de kloof alleen maar groter worden.

Als ik u goed begrijp, is de hoge werkloosheid bij allochtone jongeren meer een probleem van communicatie dan van discriminatie.

El Kaouakibi: Uiteraard is er discriminatie, en zijn mistery calls welkom. Niet alle bedrijven zijn even open van geest. Ik werk ook niet toevallig samen met zes specifieke bedrijven. Het gaat om grote bedrijven, multinationals meestal, die strategisch verder vooruitkijken. Bovendien liggen hun hoofdkwartieren vaak in de VS of Engeland, waar ze de meerwaarde van diversiteit al veel beter hebben begrepen.

Zoals gezegd levert het onderwijs nog veel te weinig hooggeschoolde jongeren met andere roots af. Die kwaal is bijzonder hardnekkig. Recent onderzoek leert dat kinderen uit de hogere middenklasse systematisch aangemoedigd worden om hoger te mikken, terwijl bij de lagere sociale klasse nog altijd het omgekeerde gebeurt.

El Kaouakibi: Daarom is het zo belangrijk dat het onderwijs iedereen kracht kan geven. Er zijn duizenden jonge mensen die bewijzen dat je wél uit die spiraal kunt raken. Ik ben een van hen, maar ik had het geluk dat ik een leerkracht had die in me geloofde. En dat er bij ons in Boom, net om de hoek, een turnkring was. Ik had een naschools programma dat een grote invloed had op mijn zelfvertrouwen. Dat kan een enorm verschil maken voor je sociale mobiliteit.

Waarom verloopt die sociale mobiliteit nog altijd zo moeilijk?

El Kaouakibi: Het woord ‘kansarm’ zegt het zelf. Wie in een arm gezin geboren wordt, vertrekt met een achterstand. Een simpel voorbeeld. Hier in Wilrijk, in de betere wijken, nemen ouders vakantie als hun kinderen examens hebben. De kinderen krijgen elke dag verse soep en vers fruit. Toen ze klein waren, lazen hun ouders verhaaltjes voor. Als ze een schrift hebben vergeten, zal mama of papa er wel even om rijden. Zo werkt dat niet in kansarme gezinnen. Je kunt alleen maar hopen dat een leraar die rol op zich wil nemen. Als je dat geluk hebt, kom je er vaak nog sterker uit dan iemand die het allemaal in de schoot geworpen kreeg.

Sihame El Kaouakibi: 'Een minderheid van blanke mannen in blauwe pakken draait aan de knoppen'
© Photonews

Hoe krijg je de ongelijkheid uit dit systeem?

El Kaouakibi: Ik ben met Let’s Go Urban begonnen omdat ik zelf de kracht van een naschools programma heb gezien. (Let’s Go Urban organiseert dans- muziek- en theaterlessen voor honderden, vaak minder kansrijke Antwerpse jongeren, nvdr.) We leren jongeren in de eerste plaats om zichzelf graag te zien. Dat werkt emanciperend, en heeft impact op de schoolresultaten. Ik ben ervan overtuigd dat we nog veel meer moeten inzetten op naschoolse projecten, die vertrekken van wat jongeren kunnen en niet van wat ze niet kunnen. Maar er is natuurlijk ook een probleem in de scholen. Dat ons onderwijs zoveel jongeren niet over de eindmeet krijgt, is een groot probleem. Wij leven in een belachelijk welvarend land. Dat zo’n land er niet in slaagt om onderwijs te organiseren dat iedereen kan meetrekken, maakt mij boos en droevig.

Is dat mogelijk zonder de lat lager te leggen?

El Kaouakibi: Je moet de lat ergens anders durven te leggen. Ons onderwijs is nog altijd te veel gefocust op reproductie van kennis, op het vanbuiten leren van feiten en jaartallen. Daardoor blijven veel andere talenten onbenut. En ik denk dat we meer moeten investeren in scholen, zodat ze zich kunnen toeleggen op de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. Antwerpse scholen zoals De Wereldreiziger en het Leonardo Lyceum Quellin bewijzen dat het kan. Ze slagen erin om elk jaar grote groepen anderstalige nieuwkomers in het zesde middelbaar van het aso te krijgen. Dat is helemaal de verdienste van schoolteams die, ondanks weinig waardering van buitenaf, keihard werken.

Nog even over diversiteit. U durft weleens te wijzen op het gebrek aan diversiteit bij onze regeringsleiders.

El Kaouakibi: (fel) Hoe kan een regering nu iets geloofwaardigs zeggen over diversiteit als ze zelf bestaat uit elf mannelijke en drie vrouwelijke ministers? Wat zegt dat over een eerste minister, als die zich bijna uitsluitend laat omringen door mannen die er net hetzelfde uitzien als hij? Een minderheid van blanke mannen in blauwe pakken draait aan de knoppen die de toekomst van een meerderheid bepalen.

Met Zuhal Demir (N-VA) hebben we tegenwoordig een vrouwelijke staatssecretaris met allochtone roots. Is het u ook al opgevallen dat vrouwen met die achtergrond makkelijker doorstoten naar de top?

El Kaouakibi: Jazeker. Mannen met andere roots worden veel harder aangepakt dan vrouwen. Als je mijn achtergrond hebt, kun je maar beter een vrouw zijn.

Hoe komt dat?

El Kaouakibi: Blanke mannen en vrouwen gaan ervan uit dat vrouwen zoals ik onderdrukt worden door de mannen. Mohamed is de onderdrukker, die moeten we niet. Maar zijn vrouw, dat is een slachtoffer, die willen we wel helpen. Dat is natuurlijk onzin. Als het over ongelijkheid tussen man en vrouw gaat, moeten we niemand de les spellen. Laten we zelf maar de beste leerling van de klas zijn. Ik zal de eerste zijn om op te komen tegen ongelijkheid, ook in de Marokkaanse gemeenschap of bij moslims.

Hoe kan een regering nu iets geloofwaardigs zeggen over diversiteit als ze zelf bestaat uit elf mannelijke en drie vrouwelijke ministers?

Is de hoofddoek geen symbool van onderdrukking?

El Kaouakibi: Ik ken tientallen vrouwen met een hoofddoek die studeerden en in sommige gevallen zelfs doctoreerden. Ik denk niet dat de vrouwen die we op de schoolbanken zien of die we zien ondernemen onderdrukt zijn. We kunnen ons beter concentreren op de groep die we niet zien, en mogelijk wél onderdrukt wordt.

Een groep allochtone jongeren trok in november een spoor van vernieling door de Brusselse binnenstad. Begrijpt u waar die agressie vandaan komt?

El Kaouakibi: Ik stond er toevallig tussen. Verreweg de meeste jongeren waren naar het centrum afgezakt om te vieren dat Marokko zich voor het WK voetbal had geplaatst. Toen de eerste vuilnisbakken door de lucht vlogen, zijn ze – net als ik – op de vlucht geslagen. Uiteraard moet die harde kern die het voor al die jongeren nog zoveel moeilijker maakt hard aangepakt worden. Maar we moeten ook de oorzaak kennen van dit gedrag. Hoe konden die jongeren zo ontsporen? Waarom vinden ze geen connectie met de samenleving? Of juister: waarom willen ze geen connectie vinden met de samenleving?

Hebt u een antwoord?

El Kaouakibi: Eerlijk, ik weet het niet. Dat is een vraag die we ons allemaal stellen. Ik werk aan de kant van de preventie. Ik heb vanuit Let’s Go Urban nooit meegemaakt dat een jongere ontspoorde. Het is moeilijk om me dat voor te stellen. Het zou aanvoelen als een mislukking, maar het kan altijd.

Door de rellen in Brussel zouden we bijna vergeten dat er ook in Borgerhout conflicten waren. Daar was vooral de politie het mikpunt.

El Kaouakibi: Er is geen vertrouwensrelatie tussen die jongeren en de politie. Dat verbaast me niks. Telkens als ik in Antwerpen politieagenten tegenkom, valt het me op hoe afstandelijk ze zich opstellen. Ze lachen niet. Ze praten niet. Het enige wat ze uitstralen, is macht. ‘De politie, uw vriend?’ Zo voel ik het niet aan, hoor. Veel van de conflicten zouden volgens mij verholpen kunnen worden mochten agenten de tijd krijgen om te leren hoe ze een vertrouwensrelatie kunnen opbouwen met de mensen. Daarvoor moet je natuurlijk wel aanwezig zijn in de wijken en met de bewoners praten. Alleen zo ontstaat vertrouwen. Ik denk niet dat een jonge kerel dan snel naar geweld zou grijpen.

Zou u een overstap naar de politiek overwegen?

El Kaouakibi: Wat ik vandaag doe, is in zekere zin al politiek. Ik probeer impact te creëren op de samenleving van morgen door jonge mensen te laten uitstijgen boven wat ze denken te zijn. Dat lijkt me het beste wat ik op dit moment kan doen. Maar ik ben nog maar 31. Misschien komt er een dag dat ik ook echt in de lokale politiek wil stappen. Maar eerst nog wat vallen en opstaan. Dan zal ik tenminste een politica zijn die weet waar het in het leven over gaat.

Partner Content