‘Sexting hoort in de seksuele opvoeding, niet in de computerles’
Wat weten bedrijven over uw kinderen? Wat onthoudt hun sprekende pop? En hoe kunnen hun gegevens beter beschermd worden? De Gentse prof Eva Lievens kreeg een prijs van de Raad van Europa voor haar onderzoek.
Krijgt u op websites ook nog om de haverklap de vraag of uw gegevens mogen worden bewaard – vaak in omfloerste termen of ronduit onleesbare gebruiksvoorwaarden? Dat moet sinds mei 2018 in het teken van de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming die werd ingevoerd, beter bekend als GDPR (General Data Protection Regulation).
Sindsdien gaan we toch íéts omzichter om met onze gegevens. Maar wat weten bedrijven en overheden over onze kinderen? Over wie ze zijn, wat ze leuk vinden en dús wat ze zoal willen kopen? Hoe passen kinderrechten in de privacyregels en de bescherming van gegevens: dat onderzochten de Gentse professor Eva Lievens (onderzoeksgroep Recht & Technologie, UGent) en de Litouwse doctoraatsstudente Ingrida Milkaite. Voor hun werk kregen ze zopas de eerste Stefano Rodotà Award van de Raad van Europa, genoemd naar een Italiaanse advocaat die van gegevensbescherming zijn levenswerk maakte.
Kom bij je kinderen niet met een moraliserend verhaal aanzetten over Instagram. Praat met hen. Stel vragen.
Wat schuift dat?
Eva Lievens: (lacht) Niets, het gaat om de eer. Maar we mogen ons project wel voorstellen in Straatsburg, bij de Raad van Europa. Dat is een belangrijk forum om het onderwerp op de agenda te krijgen. Uiteindelijk is het de bedoeling om aanbevelingen te doen aan overheden, beleidsmakers en privacycommissies in verschillende landen.
Worden de gegevens van kinderen niet genoeg beschermd?
Lievens: Kinderen groeien op in een kennismaatschappij. Vanaf hun geboorte worden er gegevens over hen verzameld door de overheid, ziekenhuizen, scholen en bedrijven. Er is tegenwoordig veel aandacht voor privacy en gegevensbescherming in het algemeen, zeker sinds de invoering van GDPR. Daar staan wel een paar regels in over kinderen, maar te weinig en ze zijn te vaag. Er staat: ‘Kinderen verdienen specifieke bescherming wat betreft hun persoonsgegevens.’ Maar wat betekent dat precíés?
Waarom verdienen minderjarigen extra onze aandacht?
Lievens: Van 0 tot 18 jaar evolueren mensen van baby’s naar volwassenen. In die periode wordt hun identiteit vormgegeven. Dan heb je privacy nodig om dat in volle vrijheid te kunnen doen. Nu zien we dat er van kinderen een profiel wordt opgemaakt, dat ze in categorieën worden ingedeeld volgens bepaalde kenmerken, en op basis daarvan bijvoorbeeld bepaalde producten aangeboden krijgen op websites. Als dat al vanaf jonge leeftijd gebeurt, wordt het kind continu in vakjes gestopt en is er veel minder ruimte om te experimenteren met je identiteit.
U bedoelt: de vraag naar ‘wie ben ik’ wordt al te vaak ingevuld door organisaties en bedrijven?
Lievens: Precies. Ze gaan altijd terug op wat de kinderen hebben gedaan of leuk hebben gevonden. Terwijl dat natuurlijk constant verandert, zeker in die eerste fase van je leven.
In de toekomst zal het ook mogelijk zijn om databanken te koppelen. Stel je even voor dat je gegevens worden gekocht door een verzekeraar, en je ineens geen verzekering meer kunt krijgen. Of je kind is ooit naar een psycholoog geweest, en wordt daar later op afgerekend. Ook vandaag worden gegevens al doorgegeven of verkocht aan derden, en vaak is het niet duidelijk wat daarmee gebeurt.
Daarnaast moet je uitkijken met de evoluerende technologie. Die zou weleens effecten kunnen hebben die we nu nog niet kunnen inschatten. Denk maar aan speelgoed dat verbonden is met het internet, zoals robots waarmee je kunt praten. Mensen vinden dat schattig, maar die dingen zijn vaak slecht beveiligd. Uit onderzoek van consumentenorganisaties blijkt dat de gesprekken die kinderen met die robots voeren worden opgenomen en worden gebruikt om artificiële intelligentie te verbeteren. Bovendien stellen die robots vragen als ‘Wat is jouw favoriete film?’ Daar zit een commerciële intentie achter.
De jury prees u om uw brede benadering van de kinderrechten.
Lievens: Wij betrekken álle rechten van het kind in ons onderzoek. Men vergeet weleens dat de rechten van het Kinderrechtenverdrag onderling gelinkt zijn, dat het ene recht een impact kan hebben op het andere. Stel dat er een maatregel wordt genomen dat je pas vanaf 13 jaar kunt instemmen met het verwerken van je gegevens. Naar aanleiding van die juridische regel zegt Facebook dan: onder de 13 kun kan je bij ons geen profiel aanmaken. Zo ontwijkt het een regel die eigenlijk bedoeld is om je persoonsgegevens te beschermen. Maar die regel van Facebook kan een impact hebben op het recht op vrije meningsuiting van kinderen, op het recht op spelen, op het recht op participatie.
Zou het niet interessant zijn als op je achttiende alle online-informatie die over je bestaat gewist zou worden?
Lievens: Er is in een ‘right to erasure’ voorzien in de GDPR. Je kunt aan bedrijven of organisaties vragen om je gegevens te verwijderen, maar het gaat niet vanzelf. Er werd in het verleden wel geopperd om dat voor kinderen automatisch te doen. Maar soms is dat natuurlijk niet in het belang van het kind. Er kunnen dingen zijn waarmee het zich echt identificeert, zoals een Instagram-account waarbij een minderjarige tips geeft over skateboarden en daar zijn identiteit mee heeft opgebouwd, inclusief een grote vriendenkring. Dat kun je niet zomaar wissen.
U hebt drie dochters, digital natives tussen de 7 en de 11 jaar oud. Hoe beschermt u hen?
Lievens: Ik ben ervan overtuigd dat je als ouder een positief verhaal moet vertellen. Er kan van alles fout lopen met technologie, maar eigenlijk heeft ze veel meer voordelen dan nadelen. Kom niet met een beangstigend of moraliserend verhaal aanzetten, vermijd het belerende vingertje van ‘Je mag niet op Facebook of Instagram’. Praat met je kinderen. Stel vragen. ‘Waarom wil je een profiel hebben op dat netwerk? Wat zou er volgens jou mis kunnen gaan?’
Je kunt aan bedrijven of organisaties vragen om je gegevens te verwijderen, maar het gaat niet vanzelf.
Snapchat belooft dat een foto na tien seconden verdwijnt, maar misschien wordt hij gewoon bewaard in de cloud.
Lievens: Dat is al aangetoond! Afhankelijk van je besturingssysteem verdwijnt hij wel of niet. Daar kun je met je kinderen over praten: ‘Dit bedrijf zegt wel dat de foto’s verdwijnen, maar niet alles wat bedrijven zeggen is waar. Denk daarover na.’
Natuurlijk moeten ouders ook zelf de apps leren kennen. Ook belangrijk: kinderen zien elkaar de hele dag op school en zitten ’s avonds nog lang met elkaar te chatten. Het heeft geen zin om daartegen in te gaan, want dat is nu eenmaal de leefwereld van jongeren. Je kunt er beter goede afspraken over maken. Hetzelfde geldt voor sexting. Het is absoluut geen oplossing om tegen je kinderen te zeggen: ‘Je mag dat niet doen.’ Jongeren tussen de 12 en de 18 jaar zitten volop in de ontdekking van hun seksuele identiteit. Technologie speelt een heel belangrijke rol in hun leven, dus het is normaal dat die twee samenlopen. Wat essentieel is, is hen erop wijzen dat het nooit oké is om foto’s zomaar door te sturen, zonder de toestemming van degene die op de foto staat. Op scholen zou dat in de seksuele opvoeding aan bod moeten komen, niet in de computerles.
Hebt u nog meer tips voor ouders?
Lievens: Bij aankoop zijn de instellingen van smartphones en apps meestal privacy-onvriendelijk, maar als je er de tijd voor neemt, kun je je privacy beter beschermen. Bij veel apps staat er standaard ingegeven dat ze je locatie bewaren of tracken. Dat is bij de meeste apps helemaal niet nodig, dus zet dat uit. Die bedrijven hebben er geen zaken mee waar je bent. Ga naar ‘instellingen’, dan naar ‘privacy’ en ‘locatievoorziening’ en duid aan welke app je locatie mag kennen.
Ook goed om te weten: boek je reizen via een ‘private window’ van je browser. Dan worden er veel minder gegevens bijgehouden. Je kunt er wel degelijk zelf voor zorgen dat je minder informatie prijsgeeft.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier