Matthias Dobbelaere-Welvaert

‘Schenden politici die personen blokkeren op Twitter de wet?’

Matthias Dobbelaere-Welvaert directeur en privacyactivist bij 'the Ministry of Privacy'.

‘Schendt de politicus die je blokkeert op Twitter de wetgeving rond de openbaarheid van bestuur?’ vraagt Matthias Dobbelaere-Welvaert van deJuristen.

Het was zondag druk op Twitter. Een artikel in Fortune trok mijn aandacht: Eugene Gu, een Amerikaanse dokter, sleept Donald Trump voor de rechter. De reden? Gu werd geblokkeerd op Twitter, en kan geen kennis meer nemen van de tweets van de Amerikaanse president. Jammer, want wie Trump volgt, weet dat hij ook vaak policies creëert op Twitter. The Wall Street Journal kopte gisteren: “Rechtbank veroordeelt politicus wegens blokkeren”. Het gaat hier niet om de majestueuze account van @POTUS, wel om een onbekende lokale politicus uit Virginia, die iemand had geblokkeerd op haar Facebook-pagina. De rechter stelde de klager in het gelijk.

‘Schenden politici die personen blokkeren op Twitter de wet?’

Interessante discussie en voer voor een opinie. Ik vroeg daarom op Twitter wie er geblokkeerd werd door een politicus, en de reden daartoe. Een stortvloed aan reacties regende binnen (het is overigens de moeite waard om ze even te lezen), en al te vaak lagen vrij gewone tweets aan de aanleiding van het blokkeren, en dus niet zozeer berichten strijdig met de openbare orde, wetgeving of goede zeden. Tijd dus om te onderzoeken of elke burger recht heeft op de tweets van politici.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De VS is Europa niet

The First Amendment uit de Amerikaanse Grondwet laat zich niet zomaar vertalen in Europese of Belgische regelgeving. Het omvat onder andere het recht op vrije meningsuiting (bij ons vervat in artikel 10 van de EHRM en artikel 9 en 25 van de Belgische grondwet). Relevanter voor deze zaak is echter de wetgeving rond de openbaarheid van bestuur. De openbaarheid van bestuur is een algemeen rechtsbeginsel waaruit voortvloeit dat elke burger het recht heeft te weten welke informatie er bij de overheid berust. We onderscheiden actieve (geïnformeerd worden door een overheid) en passieve (het kunnen opvragen van documenten) openbaarheid. Enkel de actieve openbaarheid is hier relevant.

De wetgeving rond openbaarheid van bestuur zit enigszins complex in elkaar. Ze is immers zowel geregeld op Federaal als op deelstatelijk niveau. Er is de Federale wet van 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, en het Vlaams decreet van 2004. De definitie van een ‘bestuur’ gaat ver in het Vlaams decreet: bestuursinstanties, milieu-instanties, OCMW’s, intercommunales, maar – en dit is bijzonder interessant – ook (uit artikel 3 van het decreet):

b/ Een natuurlijke persoon, een groepering van natuurlijke personen, (…), die in hun werking bepaald en gecontroleerd worden door (een rechtspersoon die is opgericht bij of krachtens de Grondwet, een wet, decreet of ordonnantie);

c) een natuurlijke persoon, een groepering van natuurlijke personen, (…), voorzover zij door een bestuursinstantie (…) zijn belast met de uitoefening van een taak van algemeen belang of voorzover zij een taak van algemeen belang behartigen en beslissingen nemen die derden binden.

Met andere woorden: artikel 3 viseert zeer uitdrukkelijk elke politicus (als natuurlijke persoon) wanneer zij een actief ambt uitoefenen. De wet is dus van hen op toepassing. De Federale wet is een stuk onduidelijker, maar ook daar zal hetzelfde principe gelden.

Elke account van elke politicus?

Er blijven natuurlijk wel pertinente vragen openstaan. Zal elke account van elke politicus vallen onder de Wet van het Openbaar bestuur? Er zijn enkele factoren die kunnen meespelen in de bepaling hiervan. Zo zou men kunnen kijken naar het bio (beschrijving) bij een account op Twitter. Stelt de politicus hier bijvoorbeeld dat zijn tweets zuiver persoonijk zijn (en komt dat ook overeen met de werkelijkheid), dan zal er van een politiek account geen sprake zijn. Staat er een slotje op (een Twitter-account kan privé worden ingesteld), dan evengoed niet.

De inhoud van de tweets zal echter steeds de doorslag geven. Dat is bijvoorbeeld nergens duidelijker dan bij, tot vervelens toe, Donald Trump. Er zijn twee accounts actief: @POTUS (de officiële account van de President) en @realdonaldtrump, een account die hij ook gebruikte als presidentieel kandidaat en lang daarvoor. Donald is het meest – ook politiek – actief op zijn privé-account (@POTUS retweet berichten van @realdonaldtrump), wat maakt dat deze account absoluut als de publieke hoofdaccount zal geclassificeerd worden. De juridische beoordeling door de rechter volgt hiervan ongetwijfeld binnenkort.

Wat met haat, racisme of xenofobie?

Hoeveel moet een politicus slikken? We aanvaarden dat politici en bekende personen beter gewapend moeten zijn tegen kritiek dan een persoon die geen publiek ambt bekleed of niet zo bekend is. De aanvaarding van dit principe zien we ook heel duidelijk terugkomen in Europese rechtspraak.

Betekent dit dat de politicus geen enkel wapen heeft om zich te verdedigen wanneer het écht de spuitgaten uitloopt? Helemaal niet. Twitter biedt immers een optie om te ‘negeren’, eerder dan te blokkeren. Dit is om allerlei redenen de betere optie, aangezien de last voor de politicus evengoed wegvalt, maar de persoon in kwestie nog steeds kennis kan nemen van de tweets.

Tweets die als racistisch, xenofobisch of in strijd met openbare orde en goede zeden kunnen worden aangemerkt, vormen bovendien een aparte inbreuk. Dit soort tweets dient men langs strafrechtelijke weg te behandelen.

Conclusie

Schendt de politicus die je blokkeert op Twitter de wetgeving rond de openbaarheid van bestuur? Het antwoord is wellicht positief. Twitter-accounts staan uiteraard niet uitdrukkelijk vermeld in de wet (zo dateert de Federale wet immers van 1994 en de Vlaamse van 2004). Communicatiekanalen evolueren echter mee met een maatschappij. Ook in België en Vlaanderen hebben we politici die eerst tweeten en dan pas – als het goed gaat – de pers informeren.

Ter illustratie, de politieke winnaars van het Twitter-blokkeertooltje – althans volgens de reacties – zijn: Theo Francken en Siegfried Bracke. Maar ook Peter Mertens, Ivo Belet, Anke Vandermeersch, Hendrik Vuye, Veli Yüksel, Renaat Landuyt, Vincent Van Quickenborne, Pol Van Den Driessche, Sven Gatz, Geert Bourgeois, Liesbeth Homans en Wouter Beke passeerden meermaals de revue. Hans Vandeweghe werd eigenlijk met voorsprong het meest genoemd, maar dat is een journalist en die valt dus logischerwijze buiten deze wetgeving.

Politici gebruiken Twitter steeds vaker als een officieel communicatiekanaal, waar ze in dialoog gaan met burgers en instanties. Wanneer iemand niet meer in staat is hiervan kennis te nemen, ontneemt men aan die persoon het recht op een actieve openbaarheid van bestuur. Twitter is voor vele politici de eerste en belangrijkste uitlaatklep, de wetgeving dient hier dan ook te volgen. Voorlopig blijft het echter wachten op een arrest van de Raad van State, maar ik kan politici enkel aanraden de wetgeving te volgen en te honoreren. Dat moet u immers als burger ook doen, nietwaar? Dura lex, sed lex.

Deze opinie is geschreven door Matthias Dobbelaere-Welvaert, managing partner bij theJurists Europe (deJuristen/lesJuristes/theJurists). Matthias doceert ook ‘Copyright and Mediarights’ aan de Erasmus Hogeschool Brussel en is gespecialiseerd in privacy, vrije meningsuiting en artificiële intelligentie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content