Luckas Vander Taelen
‘Rudi Vervoort is geen tafelspringer maar als strateeg zet hij slimme pionnen op het Brussels schaakbord’
‘Heel ver weg zijn de verkiezingen niet meer en er zijn socialistische kapers op de kust’, schrijft Luckas Vander Taelen over de positie van de Brusselse minister-president Rudi Vervoort. ‘Hij geeft de aanzet tot een interessant debat over de Brusselse meubelen.’
De Brusselse minister-president Rudi Vervoort (PS) behoort allerminst tot het soort tafelspringende politici die meer opvallen door een stortvloed van ideeën dan door degelijk bestuur. Een zekere onzichtbaarheid is dan ook zijn deel, waardoor hij slechts een overgangsfiguur lijkt.
‘Rudi Vervoort is geen tafelspringer maar als strateeg zet hij slimme pionnen op het Brussels schaakbord’
Maar blijkbaar beseft Vervoort dit ook en als goed strateeg zet hij nu enkele slimme pionnen op het Brusselse schaakbord. Want heel ver weg zijn de verkiezingen niet meer en er zijn socialistische kapers op de kust. De ambitie van de Brusselse burgemeester Yvan Mayeur is meer dan duidelijk om de sterke man van PS en minister-president te worden. De positie van Vervoort doet een beetje denken aan die van de Franse president François Hollande die ook niet uitblinkt door charisma en nu al tot een electorale blamage veroordeeld lijkt.
Vervoort stelde maandag in een interview met Le Soir voor om het aantal Brusselse parlementairen te reduceren, van 89 naar 75. Dat is nog evenveel als het Waals Parlement, met drie keer minder inwoners. Net zo denkt Vervoort dat er teveel gemeenteraadsleden en schepenen zijn. Dat is een behoorlijke steen in de Brusselse kikkerpoel, want hiermee snijdt hij in het eigenbelang van zijn collega’s.
Wachtplaats om politici een mandaat te geven
Iedereen die wel eens met een Franstalig politicus heeft gepraat, weet dat zowat iedereen het eigenlijk eens is met dit voorstel van Vervoort, maar dat niemand dat luidop wil zeggen. De gemeenten zijn een handige wachtplaats om politici een mandaat te geven, in afwachting van volgende verkiezingen. Of ze nodig of bekwaam zijn is in vele gemeenten van minder belang. Toen ik schepen was in Vorst, was één van mijn collega’s bevoegd voor crèches en sport. Niet bepaald een overmatig belastende functie. Minder schepenen zou alvast de efficiënte ten goede komen en de neiging om te cumuleren doen afnemen.
‘Met minder volk zou het Brussels parlement een serieuzere indruk geven, wat nu niet altijd het geval is.’
Vervoorts idee is verdienstelijk, maar hij had nog veel verder kunnen gaan. Nog minder parlementairen zou van die functie een echte full-time job maken. Maar het Brussels parlement is nu overbevolkt met burgemeesters en schepenen, die niet echt veel uitrichten met hun mandaat. Met minder volk zou het parlement een serieuzere indruk geven, wat nu niet altijd het geval is. Eric Van Rompuy (CD&V) beweerde ooit dat ook het Vlaams parlement gediend zou zijn met minder, harder werkende parlementairen. “We zitten hier met de helft te veel”, zei hij me lachend…
De minister-president gaat helaas niet zo ver om voor een verregaande hervorming van de Brusselse instellingen te pleiten. Aan de 19 gemeenten en de macht van de burgemeesters wil hij niet raken. Dat zou volgens hem teveel ingrijpen op de “sociologische realiteit” van Brussel. Vreemd is die koudwatervrees niet, hij is zelf “verhinderd” burgemeester van Evere. Vervoort had echt kunnen verrassen door te pleiten voor een duidelijke machtshiërarchie in Brussel, waarbij de 19 gemeentelijk baronnen onder het gezag van de gewestregering zouden komen. En zo Brussel een model te geven zoals Parijs, Londen of New-York waarbij de oude gemeentelijke structuren -dicht bij de burger- zouden blijven bestaan maar de burgemeesters hun almacht zou moeten afstaan.
Kaartenhuisje van de Belgische instellingen
Waar Vervoort zich op nog gladder ijs begeeft, is zijn idee om de gegarandeerde vertegenwoordiging van de Vlaamse parlementairen te bekijken. Nu zijn de Vlamingen in Brussel zeker van 17 verkozenen. Met de wijzigende demografische samenstelling van de Brusselse bevolking zal dit op termijn steeds meer in vraag worden gesteld en zeker een inzet zijn bij volgende communautaire besprekingen.
Als alternatief stelt Vervoort taalgemengde lijsten voor bij de regionale verkiezingen, wat nu niet kan. Voor wie zijn geschiedenis niet kent en geen weet meer heeft van malafide franskiljonse manoeuvers uit het niet zo verre Brusselse verleden, is dit een evidentie voor een groeiende grootstad als Brussel: alle lijsten open voor alle burgers, tot welke taalgroep ze ook behoren. Maar deze ingreep zou het kaartenhuisje van de Belgische instellingen wel eens aan het wankelen kunnen brengen en zal ongetwijfeld leiden tot rancuneuze oprispingen aan Vlaamse kant.
Maar hoe men tegen zijn ideeën ook staat, het is in ieder geval de verdienste van Rudi Vervoort om ” de reflectie te openen”, zoals hij dat zelf stelt, over hoe de de Brusselaars hun toekomst zien op het vlak van hun politieke instellingen. Vervoort mag dan misschien geen tafelspringer zijn, maar hij geeft de aanzet tot een interessant debat over de Brusselse meubelen…
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier