Remco Evenepoel stelt zijn roze droom nog even uit: ‘Ik heb veel gelezen over mindfulness’
Goed acht maanden na zijn horrorcrash is Remco Evenepoel eindelijk opnieuw aan fietsen toe. Zaterdag 8 mei start hij in de Giro. ‘Ik start zonder stress in Turijn.’
In het land van de gelati start Remco Evenepoel zaterdag in Turijn in zijn eerste grote ronde. Stracciatella is z’n lievelingsijs, gecombineerd met speculaas, maar de kans dat hij tijd vindt om te genieten van een bolletje lijkt klein. De Italiaanse rittenkoers kondigt zich aan als een titanengevecht tussen Egan Bernal, Romain Bardet, Mikel Landa, Simon Yates en nog enkele outsiders. Normaal zou Evenepoel altijd tussen de favorieten staan, maar na zijn zware valpartij in de Ronde van Lombardije in augustus 2020 en een complexe revalidatie moet de kopman van Deceuninck- Quick Step zijn ambitie bijstellen. Pas op 8 februari kreeg hij groen licht om opnieuw te trainen met de wegfiets. Sindsdien doet hij dat pijnvrij, maar een maandenlange conditionele achterstand gom je niet zomaar weg. Evenepoel start dan ook zonder grote verwachtingen, al neemt dat niet weg dat hij stiekem droomt van een dag in de spotlights.
Ik zat vier maanden niet op de fiets en heb amper drie maanden training in de benen. Dan moet je niet dromen van een klassement.
Met welke ambitie start u precies in de Giro?
Remco Evenepoel: Ik ben een winnaar en ik leg de lat hoog, maar de situatie is nu helemaal anders. Ik zat vier maanden niet op de fiets en heb amper drie maanden training in de benen. Dan moet je realist zijn en mag je niet dromen van een klassement. Ik weet ook niet hoe mijn lichaam zal reageren. Kijk, in de eerste plaats ben ik enorm dankbaar dat ik nog kan fietsen. Ik ben door het oog van de naald gekropen. Voor hetzelfde geld was ik er niet meer of sprak ik met u vanuit een rolstoel. Let wel, dat wil niet zeggen dat ik geruisloos in het peloton zal koersen. Stel dat ik een goede dag heb, en ik voel dat er iets moois in zit, dan zal ik die kans niet laten liggen. Maar als er een dag is dat ik 40 minuten verlies, zal ik daar niet kwaad of ontgoocheld om zijn. Dat hoort gewoon bij het proces op de weg terug naar de top.
Wanneer wilt u weer uw topniveau halen?
Evenepoel: In de zomer, op de Olympische Spelen. Als de Giro loopt zoals we dat voor ogen hebben, dan moet ik er sterker uit komen. Daarna volgt een periode van rust en bereid ik me via een hoogtestage voor op de weg- en tijdrit in Tokio. Ik win graag. Het is mijn passie, dat stuwt me vooruit. Maar nu in de Giro ligt dat anders, ik hoef niet te presteren, ik krijg geen mannen mee om me te ondersteunen. Als je een ploeg rond je hebt, wil je het ook voor hen klaarspelen, maar nu is daar geen sprake van.
Normaal zou u vorig jaar uw debuut maken in de Giro. Hoe hebt u die beleefd vanuit uw ziekbed?
Evenepoel: De eerste dagen was het wel moeilijk om te kijken, maar uiteindelijk kon ik me er wel bij neerleggen. Het hielp ook dat onze ploeg het zo goed deed met Joao Almeida (hij droeg 15 dagen het roze en finishte als vierde in het eindklassement, nvdr). Dat was fijn om vast te stellen, dat de ploeg draait.
Met Tao Geoghegan Hart kregen we een onverwachte winnaar. Gaat het dan even door uw hoofd, wat als …
Evenepoel: Je mag zo niet denken. Dat is praat achteraf. Ik was er niet bij, punt. Natuurlijk was het een mooie Giro, op mijn maat met drie tijdritten en dus drie kansen om tijd te nemen, de boel te doen ontploffen. Maar net zo goed had ik een slechte dag kunnen hebben of kreeg ik af te rekenen met pech of een val in een ravijn. ( lacht) We zullen het nooit weten. Tao is de eindwinnaar, die jongens hebben er hard voor gestreden en dat moeten we onthouden.
Dit zal wel een heel andere Giro zijn dan die van 2020 met Hart, Jai Hindley en Wilco Kelderman op het podium. Dat klinkt toch anders dan een strijd met Egan Bernal, Romain Bardet, Mikel Landa en Simon Yates.
Evenepoel: Er staan inderdaad heel veel toppers aan de start, maar die stonden er in 2020 ook, alleen zijn er een paar uitgevallen zoals Geraint Thomas, en door het coronavirus Steven Kruijswijk, Simon Yates. Het wordt een andere Giro, maar grote namen of niet, elke koers moet nog altijd gereden worden.
Deze Giro bevat wel minder kilometers tegen de klok dan die van 2020. Slechts 38 in plaats van de 64 van vorig jaar.
Evenepoel: Klopt, en dat is jammer, maar daar kan ik weinig aan veranderen. Er is enkel een openingstijdrit van 8,6 km in Turijn en dan de slottijdrit, naar Milaan, over 29,4 km. Dat kan nog heel bepalend zijn voor het klassement. Een tijdrit op de slotdag, dat is wel fun.
Er zijn zes aankomsten bergop.
Evenepoel: Dat weet ik en dat is veel. Voor de rest ken ik de details van het parcours niet echt. Ik ga ook geen ritten verkennen. Vorig jaar deed ik dat wel, maar toen zou ik starten met een andere insteek en mikte ik op het klassement. Dan kun je maar beter weten wat je te wachten staat. Nu heb ik simpelweg geen tijd voor verkenningen. Het wordt al kort dag om me klaar te stomen voor de start.
Vreest u de zogenaamde Strade Bianche-rit, op 19 mei, van Perugia naar Montalcino over 162 km?
Evenepoel: Ik weet dat die rit erin zit, maar meer ook niet. Het is een etappe waar je veel tijd kunt winnen of verliezen. Ik heb nog nooit over die grindwegen gefietst en zal me zeker informeren bij mijn ploegmaten.
Ineos heeft klassementsrenners Pavel Sivakov en Egan Bernal in de rangen, wereldkampioen Filippo Ganna en dan nog een rist sterke mannen in de ploeg. Zullen zij de koers op slot zetten? Zoals ten tijde van Team Sky met Geraint Thomas en Chris Froome?
Evenepoel: Ik weet niet of we automatisch een gesloten koers krijgen. De Giro staat wel bekend om het feit dat het meestal een heel open koers is. Het is er bijna elke dag lastig. Alleen al in de eerste week krijg je een paar zware bergritten, dat wordt toch speciaal.
U rijdt geen wedstrijden voor de Giro.
Evenepoel: Ook daar is geen tijd voor. Er is te veel werk om conditioneel opnieuw op niveau te komen. Ik kom echt van ver en bouw stap voor stap op. Pas op 8 februari kreeg ik groen licht om te trainen met de wegfiets. Ik kwam toen amper aan trainingen van tweemaal een halfuurtje per dag in die eerste week.
Zonder koersen naar de Giro. Is dat geen risico?
Evenepoel: Natuurlijk, dat kan goed of dat kan slecht uitdraaien, maar het is nu gewoon geen optie. De focus ligt op de heropbouw van mijn conditie, niet op wedstrijden. Ik maak me er ook niet al te veel zorgen om. Vorig jaar trok ik voor de Ronde van Burgos (die Evenepoel won, nvdr) ook enkel met een hoogtestage in de benen naar een koers. Toen was de situatie wel anders door corona, maar we hebben geleerd dat ik me goed kan klaarstomen op een hoogtestage. Alleen is het verschil dat ik nu een minder grote trainingsbasis in de benen heb. Het wordt afwachten dus hoe mijn lichaam reageert.
Hoe waakt u erover dat u zich niet forceert in de aanloop naar die Giro?
Evenepoel: Ik heb wel lessen getrokken uit wat gebeurd is in november en december. Ik had toen nog pijn en dacht dat het ‘ part of the game’ was in mijn herstelproces. Maar blijkbaar was het bot nog niet voldoende geheeld. Vandaar die tweede rustpauze van acht weken zonder fiets om de breuk volledig te laten herstellen en mijn lichaam opnieuw op kracht te laten komen. Nu communiceer ik heel goed met alle betrokkenen en is er een WhatsAppgroep met de dokter, kinesist, trainer. En er is een verschil: ik train nu opnieuw pijnvrij. Ik houd me strikt aan het schema van mijn trainer Koen Pelgrim, doe geen ‘uurtje extra’ en sla geen stappen over in mijn herstel, omdat ik nu weet dat een lichaam tijd nodig heeft. Forceren heeft geen zin.
Beseft u dat de buitenwereld ondanks alles veel van u verwacht?
Evenepoel: Daar kan ik niet veel aan doen. Ik weet vanwaar ik kom en ik start zonder stress in Turijn. Er moet niks. Dit is mijn eerste grote ronde, mijn eerste koers over drie weken. Ik wil ervaring opdoen en ik zie wel hoe mijn lichaam reageert na mijn zware val.
U hebt lang moeten revalideren. Wat neemt u mee uit zo’n lange periode zonder fiets?
Evenepoel: Ik ben een ander mens geworden. Voor mijn val was ik alleen maar bezig met de koers. Alles draaide rond de koers, het hield nooit op, ook niet als ik thuiskwam. Daar ben ik volledig van afgestapt. Op stage en training ben ik 100 procent met mijn vak bezig, maar thuis doe ik andere dingen. Mijn hoofd komt nu meer tot rust, het blijft niet malen. Er is een leven naast de koers. Ik probeer meer te genieten van het moment, van het nu, want het kan sneller gedaan zijn dan je denkt of wilt.
Is het echt door uw hoofd gegaan dat uw carrière voorbij kon zijn?
Evenepoel: Welja, voor hetzelfde geld was ik nu invalide, ik heb geluk gehad. En mijn herstel liep ook niet zo vlot, dus dan begin je wel wat te denken: stel dat het bot niet dichtgroeit, wat dan? Ik heb veel gelezen in boeken over mindfulness en de psycholoog stond me heel goed bij. Je krijgt inzichten, je maakt bepaalde oefeningen om dingen anders te leren zien. Om opties te zoeken, na te denken over een plan B.
U vertelde dat u minder egoïstisch in het leven staat.
Evenepoel: Klopt, zeker thuis. Als topsporter moet je over een zeker egoïsme beschikken, in het streven naar het allerhoogste moet je jezelf op de eerste plaats zetten. Maar daarbuiten, in het leven naast de fiets zet je dat beter opzij. Je kunt niet in alles de beste willen zijn. Dat heb ik geleerd. Je leeft thuis, onder familie en vrienden, in het gewone leven heeft dat egoïsme niet echt zin, want dat levert je meer vijanden dan vrienden op. In het dagelijkse leven moet je leren samenleven en kun je jezelf niet altijd op de eerste plaats zetten.
Onlangs zei u ook dat u meer apprecieert wat anderen voor u doen.
Evenepoel: Vroeger vond ik inderdaad alles vanzelfsprekend, nu zie ik meer de inspanningen die anderen leveren en waardeer ik dat meer.
In de documentaire Ik ben God niet over Frank Vandenbroucke wordt verteld dat z’n moeder soms 50 km ver moest rijden om in een bepaalde zaak vis of biefstuk te kopen. Zat u voor uw val ook zo in elkaar?
Evenepoel: Nee nee, totaal niet. Ik leg geen orders op aan mijn ouders dat ze naar een bepaalde winkel moeten. Mama en papa eten hetzelfde als ik, maar dan niet afgewogen. Als ik bepaalde dingen moet hebben in de winkel ga ik daar zelf om. Dus nee, zo extreem ben ik niet, ook niet voor mijn val.
Er gaat een verhaal over u de ronde dat u op het WK in Yorkshire bij de Belgische ploeg ook een beetje moeilijk deed over voeding. Er reist een kok mee voor de renners, maar u wilde nog iets anders dan voorzien.
Evenepoel: Oei, is dat waar? Vreemd. ( lacht) Wacht. ( Denkt even na) Natuurlijk, ik had wel een ander programma dan de andere Belgen omdat ik de tijdrit en wegrit afwerkte, dus dat vraagt een specifieke voorbereiding. Ik had mijn schema opgemaakt met de diëtist van het team en met de kok en die had daar eigenlijk geen probleem mee. Het is logisch dat je op je rustdagen niet dezelfde hoeveelheid eet als op zware trainingsdagen. Aangezien ik de tijdrit (waar Evenepoel zilver veroverde op het WK, nvdr) in de benen had, volgden daarna twee rustdagen. De ploegmaten die vier, vijf uur getraind hadden, aten dan meer dan ik. Op die dagen had ik aan de kok gevraagd om een slaatje te bereiden en die had daar geen probleem mee. Integendeel, hij vond dat leuk om te doen.
Bent u iemand die alle wedstrijden op de voet volgt? U sprak met bewondering in Thuismatch op Sporza over de aanval van Chris Froome in de Giro die hem de eindwinst opleverde. Kijkt u omdat u iets wilt leren, om de concurrentie te volgen of gewoon uit liefde voor de koers?
Evenepoel: Nee, gewoon omdat ik het graag zie. Ik vind het wel spannend en leuk om van die straffe stoten te herbekijken. Hoe Froome in die Giro alles op z’n kop zette, dat is toch gewoon fenomenaal? Dat zijn dingen waar mensen over spreken.
Kijkt u ook naar koersen van vroeger, de jaren 80 of 90 bijvoorbeeld?
Evenepoel: Dat niet. Ik kijk naar koersen van renners tegen wie ik nu nog koers of van ploegmaten in hun iets jongere jaren. Zoals Philippe Gilbert op het WK in Valkenburg bijvoorbeeld in 2012, of zijn wonderjaar in 2011, maar veel verder zal ik niet teruggaan.
Tijdens uw revalidatie keek u vaak naar koers. Bent u, als renner, soms nog verwonderd, zoals Pogacar die de Tour op stelten zet?
Evenepoel: Ja, dat is natuurlijk heel straf om zo’n jonge gast meteen te zien uitpakken. Het is gewoon leuk om te zien dat jonge renners zulke grote koersen al kunnen winnen. Dat gebeurt nu twee jaar op rij, met eerst Egan Bernal en daarna Tadej Pogacar. Dat is supercool dat die mannen dat al kunnen, hè. Ik kijk er echt naar uit om me met hen te meten in de toekomst.
In de documentaire Code Geel, een beeld achter de schermen van Jumbo- Visma tijdens de Tour, zie je vooral ongeloof en begrijpen ze niet welke waarden de jonge Sloveen heeft getrapt.
Evenepoel: Ik heb de documentaire niet gezien, maar ik heb wel vernomen wat ze daarvan gezegd hebben. Dat ze het moeilijk konden geloven. Tja, wat moet ik daarop zeggen.
U bent een tijdrijder, u kunt dat nog beter inschatten.
Evenepoel: Dat klopt, maar er is wel een verschil tussen een tijdrit waarin het 20 kilometer vlak is en je daarna die Planche des belles Filles moet opstormen, of een tijdrit van 40 km over volledig vlakke wegen. Dat is allemaal verschillend, zeker na een Tour van drie weken. Natuurlijk, wat hij gedaan heeft is echt straf. Hij zal de beste dag van zijn leven gehad hebben en gelukkig viel die voor hem op de dag van de tijdrit. Hij wint de Tour, dat is vooral heel knap.
Dat maakt de koers mooi, niet? Onverwachte winnaars, plotse wendingen.
Evenepoel: Daar staat de koers bekend om, dat hoort erbij, dat verrassingselement. Mensen houden daarom van de koers.
U lijkt me daarentegen een renner die graag alles onder controle houdt. Dat staat een beetje haaks op wat soms gebeurt in koers.
Evenepoel: Dat is waar. Maar ik zoiets als wat Primoz Roglic overkwam nog niet ervaren. Zo’n tegenslag in een wedstrijd, een dag voor de Tour nog op winst staan en dan plots alles verliezen, als grote favoriet. Ik weet niet hoe dat voelt. Daar zal ik pas iets over kunnen zeggen als ik het zelf beleef. Maar liever niet eigenlijk. ( lacht)
Roglic verliest de Tour, wint daarna wel nog Luik-Bastenaken-Luik en de Vuelta. Dan moet je wel over de nodige veerkracht beschikken.
Evenepoel: Dat klopt. Dat is heel knap, dat hij nog naar de Vuelta trekt en die ook wint. Het is een teken van enorme mentale weerbaarheid. Tweede in de Tour, op enkele uren van de eindoverwinning en dan in die tijdrit alles verliezen, maar daarna nog een monument winnen en een grote Ronde. Dat getuigt van grote klasse. Dat zijn dingen waar je als renner en als mens alleen maar bewondering voor kunt hebben.
Remco Evenepoel
– 2000 geboren in Aalst – 2019 wordt profrenner bij Deceuninck-Quick-Step. Wint dat jaar de Ronde van België en de Clasica San Sebastian, en wordt Europees kampioen tijdrijden – 2020 wint de Ronde van de Algarve en de Ronde van Polen. Komt in augustus zwaar ten val in de Ronde van Lombardije. Loopt een bekkenbreuk op en moet maandenlang revalideren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier