Wouter Beke (CD&V)
‘Rechts moet beseffen dat de economie ten dienste van de mens moet staan, en niet omgekeerd’
‘Misschien is groei simpelweg niet de maatstaf der dingen’, schrijft Wouter Beke (CD&V). ‘Groei is niet ‘Het Probleem’, noch is het ‘De Oplossing’, in tegenstelling tot wat links en rechts ons doen geloven.’
Begin deze week zat ik in De Afspraak met de Britse econome Kate Raworth. Ze haalde vorig jaar het nieuws met haar boek over wat zij de ‘Donut Economie’ noemt. In dit boek maakt ze zich meer dan terecht zorgen over duurzaamheid en de houdbaarheid van de planeet. Terwijl ons BBP stijgt, stijgen ook de lucht- en oceaanverontreiniging, vermindert de biodiversiteit en verandert ons klimaat. Door een groeiend BBP als doel op zich te nemen, negeren we de schadelijke effecten op mens en omgeving.
Een korte les economie. Hoe wordt ons BBP berekend? Heel simpel gesteld: door de productiviteit in ons land op te tellen. Geneesmiddelen, voedsel voor uzelf en uw huisdieren, speelgoed voor de kinderen, een wellnessweekend in de Ardennen. Maar ook: de benzine die onze auto’s verbranden. Onze consumptie van sigaretten en alcohol. Het ereloon van de oncoloog. Als die laatste uitgaven stijgen, stijgt ook het BBP. Is dat dan positief? Uiteraard niet.
Rechts moet beseffen dat de economie ten dienste van de mens moet staan, en niet omgekeerd
Raworth heeft gelijk dat we ons huidige model niet kunnen volhouden. Dat is geen nieuw idee. Op haar tweede verjaardag al schreef de Club van Rome een rapport met de titel ‘Grenzen aan de Groei’. Onze planeet is geen bodemloos vat, maar heeft grenzen waar we nu tegenaan botsen. We maken zelf onze vooruitgang, maar we als we niet opletten ook onze eigen ondergang.
Toch zijn er ook grenzen aan Raworth’s discours. ‘Ik zie mijn kinderen graag groeien’, zegt ze. ‘Maar op een bepaald moment mag het stoppen, want anders groeien ze door het dak heen’. Een prachtige vergelijking. Maar ik volg haar redenering niet. Ook ik wil mijn kinderen zien groeien. Niet eeuwig groeien in de hoogte, maar groeien in het leven. Ik wil hen zien studeren. Een job zien vinden die ze graag doen. Hen liefdevolle relaties zien opbouwen en tijd hebben voor de mensen in hun leven. En waarschijnlijk zal ik het zelf niet meer meemaken, maar ik wil erop kunnen rekenen dat ze op hun oude dag nog een pensioen gaan hebben, en zorg van de beste kwaliteit. Reality check: om dat te betalen, zijn er centen nodig. Middelen die we halen uit, u raadt het al: economische groei.
Dus ja. Ik ben wel degelijk voorstander van groei. Ik ben voorstander van groei die ervoor zorgt dat we de sociale zekerheid kunnen betalen. Groei die ons een extraatje geeft – voor een gezellig diner met vrienden of een reis met het gezin. Ik ben voor groei in ons onderwijs, groei in de wetenschap die levens redt. Duurzame en ecologische groei dankzij uitvinders en creatieve ondernemers. Links moet beseffen dat de mens een scheppend wezen is, op zoek naar zelfontplooiing, kansen of verbetering van zijn levensstandaard. Dat is een kracht die je niet kan tegenhouden.
Maar ik ben wel tegen groei die ons ziek maakt. Onze lucht is al vuil genoeg. Ik ben tegen groei die ons in de file laat staan en onze kostbare tijd verspilt, die leidt tot burn-outs en stress. Groei die enkel gericht is op meer, in plaats van beter. Kortom: groei die van de mens een middel maakt in plaats van een einddoel. Rechts moet beseffen dat de economie ten dienste van de mens moet staan, en niet omgekeerd.
Donut zonder einde
Misschien is groei simpelweg niet de maatstaf der dingen. Groei is niet ‘Het Probleem’, noch is het ‘De Oplossing’, in tegenstelling tot wat links en rechts ons doen geloven. Onze starre focus op groei is het symptoom van een verouderde denkwijze om welzijn en vooruitgang te bepalen. Net zoals Raworth te eenzijdig uit gaat van een economie uit het verleden. De economie die samenhangt met de Industriële Revolutie. Zo blijven we in een cirkelredenering steken. Om Raworth’s termen te gebruiken: zo krijgen we een donut zonder einde.
Het wordt tijd dat we het over levenskwaliteit gaan hebben. Een focus op levenskwaliteit vermijdt dat we de essentie vergeten. Namelijk dat we mogen – neen-, moeten – groeien, maar dat elke vorm van groei de mens vooruit moet helpen. Zijn zekerheid, zijn gezondheid, zijn gezin en zijn gevoel van geborgenheid. In een kwaliteitsvolle samenleving is wel plaats voor groei, zolang die duurzaam is. Van ‘meer’ naar ‘beter’.
Groei die zorgt dat we bereiken waar het in essentie om draait, namelijk levenskwaliteit. Een goed, gezond en zinvol leven voor elke mens. Laat het ons daar eens wat vaker over hebben.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier