Kjell Vander Elst

‘ReArm Europe zal niet volstaan: we kunnen niet alleen investeren in bescherming zonder te investeren in onze industrie’

Kjell Vander Elst Kamerlid Open VLD

‘Het contrast tussen ReArm Europe en de Clean Industrial Deal kan niet groter zijn’, schrijven Eva De Bleeker en Kjell Vander Elst (Open VLD) naar aanleiding van de recente pleidooien voor meer harde veiligheid in Europa. ‘Maar Defensie en industrie staan niet los van elkaar. Zonder een robuuste industriële basis kunnen we geen tanks, drones en high-tech defensiesystemen bouwen.’

Europa is wakker geworden. Rijkelijk laat weliswaar maar goed: beter laat dan nooit. Met ReArm Europe veranderen de Europese lidstaten het geweer eindelijk van schouder. We zullen de komende decennia zélf moeten instaan voor vrede, veiligheid en vrijheid in Europa. Daar is intussen zowat iedereen het over eens. Meer, sneller én structureel in  investeren in defensie is daarbij een absolute noodzaak.

Ook op dat vlak zijn de geesten noodgedwongen in sneltempo gerijpt. Met uitzondering van de communisten. Je kan de PVDA veel verwijten maar consequent zijn de kameraden wel: een weerbaar Europa is voor extreem-links niet bepaald een prioriteit.

Maar zal ReArm Europe volstaan? Neen.

ReArm Europe zonder een industriële ReBuild Europe is een gemiste kans. Een versterkte Europese industrie is, net zoals Defensie, geen overbodige luxe, maar een strategische noodzaak.

Wie zal de wapens van onze troepen gaan produceren? Wie zal ervoor zorgen dat de productie van munitie wordt opgeschaald? Wie zal voor de uniformen van onze manschappen zorgen? We staan als Europeanen ook voor andere fundamentele strategische keuze: willen we enkel een continent zijn dat zich kan verdedigen, of één dat ook zelfvoorzienend is en economisch sterk staat?

Op het gevaar af om cynisch te klinken: Never waste a good crisis. Europa moet deze geopolitieke crisis aangrijpen en werk maken van een Europese Unie die krachtig inspeelt op de gigantische uitdagingen.

En het industrieel weefsel is zo een uitdaging. Ook in ons land. De sluiting van busfabrikant Van Hool. De sluiting van Audi Brussels: het is meer dan de kanarie in de koolmijn. Het is een wake up call.

Twee weken geleden lanceerde Ursula von der Leyen de ‘Clean Industrial Deal’. Dat is een plan van de Europese Commissie gericht op decarbonisatie en stimulering van de groei van de Europese industrie. Grote industriële spelers als Ineos blijven op hun honger zitten en reageerden teleurgesteld. Terecht want hoewel we echt nood hebben aan een gamechanger blijft het bij gerommel in de marge.

Het contrast tussen ReArm Europe en de Clean Industrial Deal kan niet groter zijn. Ook de publieke aandacht voor de Clean Industrial Deal is bijzonder mager. Omdat het ook maar een mager beestje is. De Clean Industrial Deal wordt door Premier De Wever positief onthaald. Dat opnieuw Antwerpen fungeerde als gastheer (na de industriële top die er vorig jaar door toenmalig eerste minister De Croo werd georganiseerd) is daar misschien niet vreemd aan.

Het is hem vergeven en we willen de witte broodsweken van zijn regering niet bederven, maar het plan van Vonder Leyen zal niét volstaan om onze Belgische industrie de noodzakelijke ademruimte te geven. Neem nu de plannen voor het sluiten van Europese handelsakkoorden. Die motor sputtert al jaren. Maar de Unie komt nu in de Clean Industrial Deal met een oplossing: inzetten op “Clean” Trade and Investment Partnerships. Waarom blijft de Unie vasthouden aan die term “clean”? Is dit de nieuwe heilige graal?

Beste Premier De Wever, waar blijft uw ‘whatever it takes’ mentaliteit als het gaat over onze industrie?

In de huidige geopolitieke tijden is een sterke industrie minstens even cruciaal als een goed uitgeruste krijgsmacht. Zonder een robuuste industrie, betaalbare energie en strategische grondstoffen is Europa slechts een consumentenmarkt die steeds afhankelijker wordt van andere grootmachten.

Industrialisering wordt nog te vaak gezien als een puur economisch dossier. Maar net zoals een zwakke krijgsmacht een land kwetsbaar maakt, doet een slabakkende industrie dat ook. Zonder sterke industrie blijven we afhankelijk van anderen voor batterijen, halfgeleiders, strategische grondstoffen en energie-infrastructuur. Dat maakt Europa niet alleen economisch zwakker, maar ook strategisch kwetsbaar. Hoe kunnen we spreken over Europese weerbaarheid als onze industrie verdrinkt in regelgeving en in sneltempo verdwijnt uit Europa?

Defensie en industrie staan niet los van elkaar. Zonder een robuuste industriële basis kunnen we geen tanks, drones en high-tech defensiesystemen bouwen.

Daarom is, naast ReArm Europe, een complementaire industriële ReBuild Europe essentieel.

We kunnen niet alleen investeren in bescherming zonder te investeren in onze industrie. Europa moet eindelijk beseffen dat economische weerbaarheid en industriële kracht even essentieel zijn als militaire slagkracht. Beide hebben elkaar nodig. Beide dragen bij tot afschrikking. De combinatie van beiden zal van Europa opnieuw een machtsblok maken dat meetelt.

Eva De Bleeker is voorzitter van Open VLD.

Kjell Vander Elst is Kamerlid voor Open VLD.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content