Anthony Godfroid
Pro deo-misbruiken in het vreemdelingenrecht: de asielzoeker als rainmaker
Op dit moment worden prestaties in rechtstakken zoals bijvoorbeeld het huurrecht schandalig onderbetaald, terwijl met name het vreemdelingenrecht dienst doet als geldvoeder van menig advocatenkantoor.
In België komen bepaalde categorieën van burgers in aanmerking voor een gratis advocaat, een zogenaamde pro deo-advocaat. Een advocaat die voor God zou moeten werken. Op heden hebben bijvoorbeeld asielzoekers – “ontheemden” – recht op een gratis advocaat. Slechts indien het tegenbewijs geleverd wordt dat de asielzoeker wel over voldoende middelen beschikt, zal hij of zij geen gratis advocaat toegewezen krijgen. De lezer zal begrijpen dat dit nooit of zelden gebeurt.
Advocaten die pro deo werken, worden betaald door de belastingbetaler via een puntensysteem. Aan elke prestatie zijn punten verbonden en één keer per jaar wordt vastgelegd hoeveel één punt oplevert. Reeds enkele jaren klaagt de advocatuur over de waarde van het punt. Ongeveer een jaar geleden verdedigde ik het standpunt dat de waarde van het punt achteruit is gegaan door de overconsumptie van staatsgesubsidieerde procedures die kaderen binnen het vreemdelingenrecht.
Ik schreef toen: “In tijden van ernstige economische crisis word ik elke dag meer gesterkt in mijn overtuiging dat het vreemdelingencontentieux véél te veel punten oplevert en dat er daarom een inflatie is van vaak nutteloze en kostelijke procedures. Zo levert het bijwonen van een interview van een asielzoeker bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen als pro-deo advocaat 15 punten op. In de wetenschap dat een dergelijk interview van een asielzoeker gemiddeld 3 uur duurt, dit interview 15 punten oplevert en de waarde van één punt in maart 2011 is vastgelegd op 25,39 euro, dan betekent dit dat de belastingbetaler instaat voor 380,85 euro. 130 euro per uur: veel te veel.” Afgelopen vrijdag werd op Ter Zake een debat georganiseerd tussen Meester Rieder en Meester Verstrepen, deze laatste onder meer gekend door haar media-interventie in het dossier van Parwais Sangari. Lieven Verstraete trad op als moderator. Op een gegeven moment legde Verstraete de vraag voor waar de belangrijkste misbruiken in het pro deo-gebeuren plaatsvinden.
Verstraete: “Ligt het probleem bij strafrecht of ligt het probleem eerder bij advocaten die met vreemdelingenzaken bezig zijn?”
Rieder: “Het ligt bij de twee. Bij vreemdelingenzaken zijn er wantoestanden die onbeschrijflijk zijn. (Meester Verstrepen zucht ostentatief) Ik heb het voorbeeld nog maar gehoord van mensen die zeven, acht, negen keer aanvragen doen en waarbij de voorzitter van het BJB dan moet pogen om daar tegen in te gaan. Dat is schering en inslag.” Verstrepen: “Dat zijn cowboyverhalen die elke keer opnieuw boven komen en die elke grond missen. Als een advocaat een procedure voert, dan moet die toelating vragen – ik heb het gezegd – en als de BJB-voorzitter ziet dat er eerder al een procedure gevoerd is dan zal de advocaat moeten motiveren waarom een tweede procedure wordt opgestart en in alle vreemdelingenzaken is de procedure schriftelijk.” Het is opvallend dat zij die durven te spreken over de misbruiken in het vreemdelingencontentieux verweten worden cowboyverhalen te verkopen. Er zijn nochtans mechanismen om te achterhalen of er effectief een ongerechtvaardigde verrijking van bepaalde advocaten plaatsvindt in het vreemdelingenrecht. Belangrijk lijkt me allereerst de mening van actoren die zonder twijfel als onafhankelijk mogen worden bestempeld. Paul Bekaert, oud-Stafhouder van de Balie van Brugge en lid van de Raad van Bestuur van de Liga voor Mensenrechten, is zo iemand. Tijdens een conferentie over de toegang en financiering van de kosteloze juridische bijstand heeft Meester Bekaert vanuit zijn ervaring aan de Brugse Balie gewaarschuwd voor overconsumptie in vreemdelingenzaken.
Ook interessant is een bezoek aan de website van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. De geïnteresseerde surfer vindt er een overzicht van de zittingen met toevoegsel van de vertegenwoordigende advocaat. Bepaalde van mijn al dan niet Brusselse confraters komen wel erg vaak voor in de lijst.
Wat betreft, ten slotte, de doeltreffendheid van het toezicht op de kwaliteit van de pro deo-prestaties kan ik alleen spreken over de Brusselse situatie. In Brussel is het opvallend dat niet weinig sectiehoofden van het Bureau voor Juridische Bijstand zich bekwaamd hebben in het vreemdelingenrecht. Als één van die sectiehoofden is overgegaan tot dagvaarding van de Orde omdat geweigerd werd over te gaan tot uitbetaling wegens manifeste overconsumptie en gebrek aan kwaliteit in vreemdelingendossiers (in de vorm van kansloze verzoekschriften voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en dergelijke), is duidelijk dat het systeem ziek is. Bepaalde boswachters zijn stroper geworden.
Het wordt mijns inziens tijd dat de vergoedingen voor pro deo-bijstand opnieuw rechtvaardig worden. Op dit moment worden prestaties in rechtstakken zoals bijvoorbeeld het huurrecht schandalig onderbetaald, terwijl met name het vreemdelingenrecht dienst doet als geldvoeder van menig advocatenkantoor. De asielzoeker als rainmaker. Mevrouw Turtelboom: tijd om in te grijpen! De tijd dat het pro deo-punten regent voor een interview op het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen of voor een copy-paste verzoekschrift voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen moet achter ons liggen.
Anthony Godfroid is advocaat aan de Balie van Brussel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier