Jan Nolf
Prins de Croÿ niet vrijuit door procedurefout in mega fraudedossier
Het hof van cassatie heeft het arrest verbroken waardoor prins de Croÿ vrijuit ging door een procedurefout. De Croÿ stond terecht in een mega fraudedossier.
Zowel staatssecretaris voor fraudebestrijding John Crombez als Renaat Landuyt, auteur van de nieuwe wet inzake procedurefouten, kunnen tevreden terugblikken op wat het Hof van Cassatie op de vooravond van 1 mei besliste: het arrest van het Brusselse beroepshof, waardoor prins de Croÿ vrijuit ging voor een megafraudedossier werd in cassatie verbroken.
Henry de Croÿ-Soire – die zichzelf met prins laat aanspreken en die zich erop laat voorstaan dat hij een goede vriend van het koningshuis is – werd in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar met uitstel voor kasgeldfraude. In de fraudezaak stonden 44 mensen terecht. Het Brusselse hof van beroep oordeelde dat er een fout was gemaakt bij het verhoor van een andere verdachte. Die was in Frankrijk als verdachte onder eed verhoord door een Belgische rogatoire commissie, die aldus zijn zwijgrecht schond. De onderzoeksrechter voegde dat verhoor toch bij het dossier, terwijl die medebeklaagde van de prins zijn verklaring naderhand introk.
Daarop verklaarde het hof de hele zaak nietig. De verdachten – dus ook Henry de Croÿ-Soire- gingen daardoor allemaal vrijuit. De Belgische staat zag daardoor 75 miljoen euro aan haar neus voorbij gaan.
Het parket-generaal tekende echter cassatieberoep aan en krijgt nu gelijk. Het hof van Cassatie vindt het Brussels arrest op het punt van de aanvaarde nietigheid onvoldoende gemotiveerd.
Het cassatiearrest oordeelt opmerkelijk dat “(respect voor) het evenwicht van de rechten van de partijen niet volledig overeenstemt met de notie van een billijke procesvoering. Het ideaal van justitie maakt daar immers ook deel van uit. Bijgevolg kan het gewicht van het openbaar belang bij de vervolging van een inbreuk en de beoordeling van de daders, (ook) in rekening gebracht worden ten opzichte van het belang dat het individu heeft bij formeel regelmatige bewijsvoering ten zijnen laste” (vrije vertaling van het Franstalig arrest).
Daarmee lijkt het hof van Cassatie wel in een sociale dimensie verder te gaan dan in haar vroegere beoordelingen van nietigheden.
Cassatie oordeelt echter enkel over procedurefouten, en niet over de zaak ten gronde. Bijgevolg werd de zaak nu voor een nieuwe behandeling doorverwezen naar een ander hof van Beroep, Luik in dat geval.
Dit arrest ligt in de lijn van de zgn. Antigoon-rechtpraak, waarbij het hof van Cassatie de ernst van de nietigheden en de schending van de rechten van de verdediging afweegt in functie van de Europese regels voor een faire procedure – rechtspraak die verankerd werd in de Wet Landuyt.
Dit tempert wel wat de paniek die een film als ‘Het Vonnis’ van Jan Verheyen bij het grote publiek zaait. Die film werd door N-VA zelfs op haar congres voorgesteld met een inleiding door de filmmaker.
Het lijkt er op dat het hof van Cassatie hier toch oren heeft gehad naar de verontwaardiging van de burger.
In ieder geval illustreert dat toch nog eens de noodzaak van een duidelijker en coherenter herschrijven van onze strafprocedure in Europese context: een absolute prioriteit voor de volgende minister van Justitie.
Maar er is een ‘maar’: door de Afkoopwet kan – alvast theoretisch – de prins nog een deal treffen met het parket waarbij hij de ontdoken belastingen en boeten betaalt, én dan een blanco strafregister behoudt. Immers laat de Afkoopwet die mogelijkheid open zolang de procedure duurt.
Of het parket-generaal daarop zou ingaan, is hoogst twijfelachtig, maar deze nieuwe wending in dit megafraudedossier illustreert meteen ook de procedureslagen die de Afkoopwet nog steeds toelaat: ook al aan te stippen op het ’to do’-lijstje van de volgende regering.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier