Tom De Meester (PVDA)
Prepaid-herlaadkaarten voor elektriciteit versterken sociale ongelijkheid
De prepaid-herlaadkaarten voor elektriciteit die Johan Vande Lanotte voorstelt, versterken de sociale ongelijkheid.
Op een debat over de liberalisering van de energiemarkt in de Gentse Vooruit lanceerde minister van Consumentenzaken Johan Vande Lanotte (SP.A) een opmerkelijk voorstel: prepaid-kaarten voor elektriciteit. Als we gewoon naar de winkel zouden kunnen om 30 euro elektriciteit, zoals in Groot-Brittannië, dan zou de consument veel sneller van leverancier veranderen en bovendien een pak bewuster omgaan met zijn energieverbruik, zo luidt de redenering.
Johan Vande Lanotte haalde de mosterd voor zijn proefballonnetje duidelijk bij de gsm-operatoren, die al veel langer prepaid- en postpaid-tarieven naast elkaar gebruiken. Maar of de consument daar baat bij heeft? Het Britse voorbeeld leert in elk geval dat herlaadkaarten voor elektriciteit de consument niet bepaald ten goede komen.
Ten eerste. De 6,2 miljoen Britten die in Groot-Brittannië ‘kiezen’ voor herlaadkaarten in plaats van een standaard elektriciteitsabonnement, doen dat uit pure noodzaak. Omdat ze schulden hebben bijvoorbeeld, of omdat ze de peperdure afrekeningen voor elektriciteit en gas alleen nog in kleine beetjes kunnen betalen. Dat systeem kennen we bij ons ook: de budgetmeters. Wie door zijn commerciële leverancier gedropt wordt en ook bij de netbeheerder zijn factuur niet kan betalen, krijgt een budgetmeter. Wil je elektriciteit, dan moet je eerst naar het OCMW om je herlaadkaart op te laden voor een bepaald bedrag. In Groot-Brittannië staat dit prepaid-systeem niet alleen open voor energie-armen, maar maakt het gewoon deel uit van het commerciële aanbod. Energiemultinationals hebben het systeem van de herlaadkaarten bedacht voor de vele Britten die op het einde van hun loon dikwijls nog een stukje maand over hebben. Zestig procent van de prepaid-klanten heeft een laag inkomen.
Ten tweede, prepaid-kaarten zijn niet goedkoper, maar duurder dan gewone abonnementen. In Groot-Brittannië is een herlaadkaart voor elektriciteit en gas bij EDF, bij ons bekend onder de merknaam Luminus maar ook in Groot-Brittannië één van de grootste spelers op de markt, 6,5% duurder dan het standaard EDF-tarief. Bij concurrent E.on is een prepaid-kaart bijna 10% duurder dan het gewone tarief met maandelijkse domiciliëring. De reden: energiebedrijven zijn nauwelijks geïnteresseerd in minder kapitaalkrachtige gezinnen die weinig energie verbruiken, veel administratiekosten veroorzaken en misschien de volgende maand gewoon weer bij de concurrentie aankloppen. Daarom zetten energiemultinationals de prijs voor prepaid-klanten bewust hoog. De armste Britten betalen via hun prepaid-meter de duurste energieprijzen.
Ten derde, het systeem van herlaadkaarten – naast het gewone commerciële aanbod – maakt de energiemarkt er voor de consument niet bepaald overzichtelijker op. De Britse regulator OFGEM telde in zijn laatste Retail Market Review van oktober niet minder dan 410 verschillende tarieven. En in tegenstelling tot de liberale mythologie is het voor de consument helemaal niet simpel om met kennis van zaken de beste keuze uit het aanbod te pikken. Uit onderzoek van de economisten Chris Wilson en Catherine Waddams Price van de University of East Anglia blijkt dat Britse consumenten die van leverancier veranderden slechts in 11% van de gevallen het beste aanbod vonden. Eén op drie – en dat is best veel – stapte blindelings over naar een duurdere leverancier. Reden: de wirwar aan tarieven en ondoorzichtige prijsformules.
Ten vierde, herlaadkaarten versterken de sociale ongelijkheid. Consumenten met een prepaid-meter zien in het winterseizoen hun energiekost immers spectaculair stijgen. In de zomer verbruik je weinig elektriciteit en gas, maar verwarming en verlichting slorpen in de donkere en koude wintermaanden pakken geld op. Met prepaid-herlaadkaarten kun je die kost niet spreiden, zoals met een gewoon abonnement. Al wat je verbruikt, moet je meteen betalen. Veel Britten kunnen die hoge kost in de winter niet aan, en zitten dan maar noodgedwongen te bibberen. Het heeft in Groot-Brittannië tot een nieuw woord geleid: ‘zelfafsluiting’. De helft van alle klanten met een herlaadkaart moet volgens onderzoek van consumentenorganisatie Consumer Focus drastisch besparen op voeding, verwarming en levenskwaliteit om de energiekost te kunnen betalen, en één gezin op zes sluit zichzelf soms af van elektriciteit en gas. Soms uit vergetelheid, maar ook al te vaak omdat het geld gewoon op is.
Herlaadkaarten zijn dus niet in het voordeel van de consument, en de Britse liberalisering van de energiemarkt, met de grootst mogelijke tariefvrijheid voor de energiemultinationals is niet bepaald een voorbeeld om na te volgen. Je lost het probleem van de dure energieprijzen in België niet op door iedereen een soort budgetmeter te geven. De prijskloof met de buurlanden blijft problematisch. Voor gas en elektriciteit betaalt een Belgisch gezin met een gemiddeld verbruik per jaar 333 euro meer dan in onze buurlanden, leert de ‘boordtabel’ van energiewaakhond CREG. Premier Di Rupo beloofde ook in zijn regeerverklaring weerom die kloof te dichten. Dat wordt stilaan een jaarlijkse gewoonte, maar waar blijven de concrete maatregelen?
Tom De Meester
Energiespecialist PVDA
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier