Jan Nolf
Pottenkijkers in gevangenis Brugge: aanbevolen keukentip voor minister van Justitie
Jan Nolf keek in de keukenpotten van de Brugse gevangenis en zag een hoopgevend project. ‘Deze mensen maakten een opstap naar een leven buiten de muren: de muren werden deuren. Meteen als recept een aanbevolen keukentip voor het beleid van de minister van Justitie.’
In een gevangenis wordt zelden feest gevierd. Er zijn ook zelden pottenkijkers, zelfs in de keuken. Gisteravond maakte de Brugse gevangenis daar een mooie uitzondering op met de proclamatie van 16 gedetineerden, jawel: binnen de muren gediplomeerd, en met een topchef erbij.
Het pilootproject ‘Muren worden deuren‘ wordt gedragen door het onderwijsconsortium Webros in samenwerking met de Brugse gevangenis en het volwassenonderwijs van de hotelschool Spermalie. Topchef Geert Van Hecke (De Karmeliet) aanvaardde het peterschap ervan.
Dat innovatief project helpt dienstverleners binnen de muren de gedetineerden te begeleiden in leertrajecten waardoor meer realistische kansen op tewerkstelling ontstaan bij vrijlating. In de testcase in het Penitentiair Complex Brugge gaat het om het opleidingstraject grootkeukenmedewerker (een knelpuntberoep) met als praktijkomgeving de grootkeuken van de gevangenis van Brugge (800 maaltijden per dienst, met een dagbudget van €3,65 per gedetineerde).
Dit “werkplekleren” leidt gedetineerden in 6 maand en 350 lesuren op tot de discipline en robuustheid die ze nodig hebben wanneer ze bij vrijlating opnieuw op de arbeidsmarkt terecht komen. Die zelfredzaamheid voorkomt recidive en afhankelijkheid.
De achttien gediplomeerde cursisten zijn nu allemaal mannen, langgestraften voor meer dan 5 jaar, de meesten dertigers maar met zeer uiteenlopende profielen. Ze waren gisteravond aan het werk voor het feestmenu, samen met topchef Geert Van Hecke van ‘De Karmeliet’ die met hart en ziel het ‘peterschap’ van dit bijzonder project droeg.
Afgaande op het aantal journalisten en camera’s kreeg de Brugse gevangeniskeuken wellicht nooit zoveel pottenkijkers, maar die zagen dat het goed was.
Het integratieproject vergde naast de inzet van de kandidaten een heel intens samenspel van het gevangenispersoneel en het educatief personeel. Iedereen haalde er mentaal en professioneel zuurstof uit, hoorden we.
Een van de cursisten vertrouwde me toe dat hij zijn hele leven voordien nog nooit echt gewerkt had: “er is nu een leven voor en een leven na”, zei hij heel bedachtzaam en intens. Hij had zich vroeger zelfs nooit voor koken geïnteresseerd, maar het tempo en teamwerk had hem als mens veranderd. Bij zijn vrijlating wil hij vast en zeker teruggaan naar zijn land van herkomst om daar een klein restaurantje te starten om de kost te verdienen voor vrouw en kinderen die op hem wachten. We zien hem hier dus niet terug.
Voor en andere gedetineerde was de keuken altijd al zijn habitat maar hij heeft er veel bijgeleerd: vooral “heel veel sausen” lacht hij met mond en ogen. Hij is heel hartelijk en spontaan: duidelijk heeft hij, zoals zijn teamgenoten, niet alleen technieken en discipline geleerd, maar ook aan zelfvertrouwen, waardigheid en zelfrespect gewonnen.
Re-integratie blijft een moeilijk en intensief proces, zowel vanuit de perceptie door gedetineerden als vanuit het grote publiek en de politieke context.
Wie deze gemotiveerde mensen aan het werk heeft gezien weet dat ze een opstap maakten naar een leven buiten de muren: de muren werden deuren.
Als recept meteen een aanbevolen keukentip voor het beleid van de minister van Justitie…
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier