Portiersoorlog terug van weggeweest: ‘Criminelen zijn moeilijk uit het nachtleven te weren’
Boccaccio, Café d’Anvers, La Rocca binnenkort. Nu de ene legendarische discotheek na de andere de deuren sluit, lijkt ook de portiersoorlog van weleer ver weg. Maar schijn bedriegt. België telt nog altijd honderden danstenten, waar portiers meedraaien in een uitgekiende carrousel van zwart geld. Een van hen klapt uit de biecht: ‘Ze straffen mij, maar laten de echte schuldigen met rust.’
Op 27 november moeten elf mannen voor de correctionele rechtbank in Kortrijk verschijnen. Volgens het gerecht vormen ze ‘een criminele organisatie die illegale private bewakingsopdrachten uitvoert en met intimidaties en geweld de controle probeert te verwerven over de bewaking van horecazaken’. Tientallen uitbaters van discotheken, danscafés, fuiven en evenementen zouden het slachtoffer zijn geworden van afpersing. ‘Ik kreeg de keuze: iedere maand duizenden euro’s afdokken of ze sloegen mijn zaak kort en klein’, getuigt een dancinguitbater in een lokale krant.
Een van die elf beschuldigden is Harold. Hij zucht als hij de aanklacht leest. ‘Criminele organisatie? Wij waren niet georganiseerd. En drie van de elf beschuldigden hebben nog nooit als portier gewerkt. Waarvoor staan zij terecht? Afpersen? Wij hebben niemand afgeperst. Ja, ik werkte in het zwart als portier. Ja, ik greep in als er problemen waren en de officiële portiers het niet aankonden. Maar dat was altijd op verzoek van de uitbaters. We kregen daar geld voor. En nu zijn we voor justitie plots afpersers? Dat is onzin.’
Dit jaar werden van begin januari tot eind augustus 105 uitgaansgelegenheden gecontroleerd. In meer dan de helft waren illegale portiers aan het werk.
Harold geeft grif toe dat hij geen doetje is. Hij vat zijn strafblad samen: diefstallen met geweld, slagen en verwondingen, prostitutie… ‘Ik heb al een en ander uitgestoken. Maar wat ik niet wil, is dat de grote vissen vrijuit gaan. Ik ben maar een kleine garnaal.’ Tijdens het proces wil hij de rechter vertellen hoe de vork aan de steel zit. ‘Met Harold naar de rechtbank gaan, is steeds weer een belevenis’, vertelt een advocaat. Het zal niet de eerste keer zijn dat hij een rechter in geuren en kleuren uitlegt hoe de sector in elkaar zit. ‘Ook politieagenten en parketmagistraten weten dat ik dertig jaar lang als portier in ’t zwart gewerkt heb’, zegt Harold. ‘Blijkbaar is dat geen probleem, want daarvoor straffen ze mij niet. Ze weten hoe uitbaters van cafés en discotheken mij en honderden andere portiers betalen. En ze weten ook wie daar beter van wordt. Maar ze laten de verantwoordelijken gewoon doen.’
Makelaars in portiers
De zwarte economie van het nachtleven zit vernuftig in elkaar. Schimmige bedrijfjes schakelen legale bewakingsondernemingen in die portiers leveren. Die bewakingsondernemingen zijn de dekmantel om alles een officieel tintje te geven.
Bij Binnenlandse Zaken, die de sector controleert, kennen ze het fenomeen. ‘Organisaties die vroeger de “deuren” van cafés en discotheken in handen hadden, zijn nog steeds actief, zij het achter de schermen, als tussenpersoon. Ze zijn portiersmakelaars geworden, die bepalen wie aan welke deur staat en naast bewakingsagenten met vergunning ook illegale portiers in dienst nemen. Ze oefenen druk uit op de uitbaters van dansgelegenheden en op de legale bewakingsondernemingen. Geweld en afpersingspraktijken worden daarbij niet geschuwd. Daarom gebeurt het maar zelden dat iemand verklaringen durft af te leggen.’
De portiersmakelaars zijn vaak ervaren criminelen, die actief zijn in verschillende sectoren. Zo is er een Nederlandse ‘ondernemer’ met een strafblad dat leest als een misdaadroman. Handel in coke en wapens behoren tot zijn specialiteiten. Officieel mag hij geen portiersfirma runnen, maar via een ander bedrijf controleert hij toch een groot deel van de sector. Wekelijks zet hij tot tweehonderd portiers aan de deuren van discotheken en danscafés in België. Hij laat dat doen door een bewakingsonderneming die met alle paperassen in orde is, maar via een ingenieus systeem van cash geld verdient de man zakken zwart geld. Volgt u even mee…
Een willekeurige zaterdagnacht. Portier Jan laat in danscafé X ergens in Vlaanderen klanten binnen. Anderen, die zondigen tegen de dresscode, houdt hij tegen. In de loop van de avond moet hij ook eens tussenbeide komen nadat twee klanten betrokken zijn geraakt in een vechtpartij. Zonder veel erg.
De bewakingsonderneming die Jan in dienst heeft, schrijft de portier officieel in voor vier uur, van 10 uur ’s avonds tot 2 uur ’s nachts. In werkelijkheid werkt hij tot 6, 7 uur ’s morgens. De uitbater van danscafé X betaalt Jan op het einde van de nacht 200 euro. Handje contantje en uiteraard niet aangegeven.
Tot daar de vrij gangbare, illegale praktijk. Maar het gaat verder. De bewakingsonderneming werkt samen met een portiersmakelaar, aan wie Jan gedwongen 25 van zijn 200 euro moet afstaan. Als een soort vergoeding omdat hij dankzij die makelaar aan de deur mag staan. Jan houdt dus na iedere werknacht 175 euro over.
Maar er is ook nog een officiële geldstroom. Op het einde van de maand stuurt de bewakingsonderneming naar de uitbater van danscafé X een factuur voor de officieel gepresteerde uren, aan een uurloon dat rond de 40 euro schommelt. Dat officiële loon wordt door de bewakingsonderneming op de rekening van de portier gestort, zodat alles in orde lijkt. Maar portier Jan is verplicht het geld in schijven op te nemen en cash terug te betalen. ‘Op die manier passeert zowel de bewakingsonderneming als de portiersmakelaar langs de zwarte kassa’, zegt Harold. ‘En in België staan elk weekend honderden portiers aan de deur van discotheken en danscafés. Het systeem bestaat al een jaar of tien.’
Het is moeilijk in te schatten over hoeveel portiers en zwart geld het in België precies gaat. Maar als we een ronde van het land doen, vinden we al snel enkele getuigen. Anoniem weliswaar. ‘Wij kunnen niets anders dan meedoen’, vertelt een uitbater van een danscafé in West-Vlaanderen. ‘Als we weigeren om de portier cash te betalen, dan kunnen we niemand aan de deur van onze zaak zetten. En geen portier aan de deur is een garantie op rellen. We zitten hier niet ver van de Franse grens en ik moet wel buitenwippers zetten om crapuul uit mijn zaak te weren.’
Een portier die ieder weekend aan de deur van een discotheek in Oost-Vlaanderen staat, vertelt dat ook hij moet meedraaien. ‘Als ik zou weigeren om mijn loon cash te ontvangen, dan is het morgen voorbij en moet ik ander werk zoeken. En als ik zou weigeren om mijn officiële loon cash terug te betalen aan mijn baas, is het ook afgelopen. Maar dit is wat ik wil doen en wat ik kan.’ Omdat hij maar een beperkt officieel loon krijgt, bouwt de portier amper sociale rechten op. ‘Dat weet ik’, zucht hij. ‘Ik klop zo veel mogelijk uren zodat ik zelf ook veel in het zwart kan verdienen.’
Machetes
De portiersmakelaars werken ook met illegale portiers die volledig in het zwart betaald worden. Wie vandaag naar een discotheek gaat kijken, ziet bijna altijd hetzelfde fenomeen. Aan de deur staan enkele portiers met een officiële badge, wat verderop staan verschillende mannen zonder badge. Ze doen alsof ze klanten zijn, maar in werkelijkheid zijn het buitenwippers. Ook dat weten ze bij de FOD Binnenlandse Zaken. ‘Die mensen worden soms ingeschreven onder een andere functie: als steward, glazenruimer, vip-verantwoordelijke of floormanager. Maar vaak staan ze daar gewoon in ’t zwart. ‘
De criminele organisaties van vroeger zijn portiersmakelaars geworden, die bepalen wie aan welke deur staat.
‘Met officiële portiers alleen red je het als uitbater niet’, zegt Harold. ‘Zij kunnen geen geweld gebruiken als er problemen zijn, want dan riskeren ze hun badge kwijt te spelen. Daarom zijn er “zwarte portiers”. Ik was jarenlang een zwarte portier en daar ben ik trots op. Ik heb op die manier veel mensenlevens gered, zoals destijds bij een laffe aanval van een rappersbende.’
Op 15 juli 2011 voerden vier leden van een rappersbende met een pick-up een gruwelijke raid uit in Torhout. Gewapend met messen en machetes vielen ze een groep caféklanten aan. De balans was bijzonder zwaar: een jongeman van 21 jaar overleefde de steekpartij niet. Harold raakte die nacht zwaargewond. ‘Ik heb een steek met een machete proberen af te wenden terwijl ik mijn vriend wou beschermen’, zegt hij. De vier daders werden door het Brugse hof van assisen schuldig bevonden aan moord en dubbele poging tot moord. ‘Zonder de zwarte portiers zouden daar véél meer doden gevallen zijn’, zegt Harold. ‘En je moet weten: we werkten vaak samen met de politie. We hebben zij aan zij gevochten om het crapuul buiten te houden.’
Harold geeft echter toe dat hij in het nachtleven niet alleen een slachtoffer is. ‘Ik heb wel een en ander op mijn kerfstok, maar ze straffen me voor de verkeerde zaken.’ In september heeft het Gentse hof van beroep hem en zijn vrouw veroordeeld voor het witwassen van misdaadgeld. Hij zou ook mensen hebben afgeperst. Op de rekening van Harolds vrouw stond 160.000 euro, waarvan de helft wordt verbeurdverklaard. ‘Dat was spaargeld’, zegt Harold. ‘Geen misdaadgeld. Ik haat drugs. En ik heb niets met wapens te maken. Dat geld heb ik gewonnen door op de bingo te spelen en door te gokken op de uitslagen van voetbalwedstrijden.’ Het parket was niet overtuigd.
In juli 2015 liep het fout. ‘Ik zat in de verkeerde wagen op het verkeerde moment’, zegt Harold. ‘Agenten reden ons klem. Volgens krantenberichten hebben ze tijdens huiszoekingen zogezegd honderd kilogram coke gevonden, tientallen wapens en duizenden vrouwen van plezier. We leken wel de maffia, terwijl het in werkelijkheid om één kilogram drugs en enkele kalasjnikovs ging. De onderzoeksrechter heeft mij een dag lang vastgehouden, daarna hebben ze mij laten gaan. Later is ook aangetoond dat ik met die drugs en die wapens niets te maken had.’
De raadkamer heeft Harold inderdaad buiten vervolging gesteld voor drugs- en wapenhandel, maar de financiële handel en wandel van hem en zijn vrouw werden verder onder de loep genomen. ‘Nu spreken ze over witwassen en afpersen. Wij zouden dus 80.000 euro hebben witgewassen. Kijk eens naar ons huis, wij wonen toch niet in een kasteel? Ik geef toe dat ik zaken heb mispeuterd, maar ze moeten wel serieus blijven. Ik ben maar een kleine garnaal. Als ik uitleg hoe de portierswereld op zwart geld draait, ondernemen ze niets. De misdadigers die het grote geld vangen, lopen vrij rond.’
Het systeem van legale en zwarte portiers en van officiële en illegale betalingen is zo wijdverspreid dat Harold niet begrijpt dat de mannen die aan het einde van de keten grof geld verdienen, buiten schot blijven. Harold en zijn advocaten wilden aansturen op een guilty plea, waarbij hij strafvermindering krijgt in ruil voor een schuldbekentenis. En hij zou dus nuttige informatie delen met het gerecht. De advocaat: ‘Toen ik het openbaar ministerie vroeg om naar het verhaal van Harold te luisteren, wilde het hem zelfs niet ontvangen.’
Lijk aan de deur
De laatste jaren lijkt het wel alsof alles peis en vree is in het nachtleven. Af en toe lees je in de krant over een incident waar in een aantal gevallen ook portiers bij betrokken zijn, maar het blijft binnen de perken. Zeker in vergelijking met het einde van de jaren 90, toen enkele grote bendes van buitenwippers met elkaar in de clinch gingen. Inzet: de winstgevende bewaking van discotheken en cafés.
Een deel van de winst kwam uit de drugshandel: drugsdealers betaalden ’toegangsgeld’ aan de portiers om hun ding te mogen doen. Maar ook de andere bezoekers gaven drinkgeld. ‘Het ging over gigantische bedragen’, vertelt een ex-discotheekuitbater, die ook liever anoniem blijft.
In de Antwerpse discotheek Zillion stopten de portiers niet weg hoeveel ze verdienden. ‘In één nacht kwamen er tot vierduizend klanten over de vloer’, vertelt een portier van toen. ‘Het drinkgeld dat we samen ophaalden was vaak meer dan 400.000 oude Belgische franken (bijna 10.000 euro, nvdr.).’ De munten die klanten hen in de hand duwden, werden door de buitenwippers in grote doorzichtige kokers gemikt. De briefjes ook.
‘Bijna iedereen gaf op de duur een briefje’, vertelt Harold, die toen ook als illegale portier in verschillende danstenten werkte. ‘Het was een gewoonte voor de klanten. Ze gaven minstens 100 Belgische frank. Portiers verdienden in één nacht gemakkelijk een maandloon. En dat werd allemaal oogluikend toegestaan.’
Omdat de overheid amper controleerde aan de deuren van discotheken, gold de wet van de sterkste. Het was de tijd dat een kogelvrije vest deel uitmaakte van de standaarduitrusting van een portier. Nu en dan lag er na een weekend vertier een lijk op straat. Schietpartijen en afrekeningen waren geen uitzondering.
Centrale figuur in de bitse strijd om het zakgeld van discotheekgangers was de beruchte Antwerpse portierskoning Victor Hoxha. Af en toe duikt de naam nog eens op. Toen hij vijftien jaar geleden voor de zoveelste keer voor de rechtbank verscheen, werd hij geëscorteerd door acht tot de tanden bewapende agenten, gehuld in kogelvrije vesten. Er deden immers geruchten de ronde dat zijn kompanen hem zouden proberen te bevrijden. Het illustreert volgens de krant De Morgen de bijna mythische reputatie van de Albanees-Kosovaarse gangster, die in de jaren 90 dé schrik van het Antwerpse nachtleven was.
Onlangs mocht Hoxha zijn cel definitief verlaten. De enige voorwaarde: terugkeren naar moederland Kosovo. Zo kwam een einde aan een celstraf van veertien jaar voor afpersing, mensenhandel, het mishandelen van een prostituee en een uitgebreide verzameling vechtpartijen.
Hoxha werkte onder meer in The Reves, een go-go bar met paaldanseressen en stripacts die bijzonder populair was als locatie voor vrijgezellenavonden. Maar de tent was ook de thuishaven voor criminele bendes, die er grote sier maakten. Hoxha verkocht klanten regelmatig een pak rammel als hij niet tevreden was met hun fooien. Hij perste op de duur ook de eigenaar van de zaak af. ‘Dat soort maffiapraktijken is hij gaan toepassen op andere bars en discotheken’, zegt de voormalige discotheekuitbater. ‘Wie niet wilde betalen, kreeg een knokploeg op bezoek. Ik heb dat nooit geriskeerd en heb dus geld op tafel gelegd. Tot ik er genoeg van had en gedegouteerd uit het wereldje ben gestapt.’
Fooien verboden
De portiersoorlog ontaardde volledig en eindigde uiteindelijk in een spiraal van geweld en brutale afrekeningen. Enkele portiers lieten het leven, verschillende andere raakten zwaargewond.
Als dat soort gruwelijkheden vandaag uitzonderlijk is geworden, heeft dat veel te maken met de kordaatheid waarmee de overheid het probleem toen heeft aangepakt. Fooien zijn sinds 2001 verboden. Portiers die wel nog contant geld aanvaarden van klanten, riskeren een geldboete van 2500 euro. ‘Zelfs op indirecte wijze, bijvoorbeeld door het plaatsen van een collectebus, is het verboden voor buitenwippers om fooien te innen’, aldus de wetgever. De tijd van champagne-emmers vol geld is dus voorbij.
In de motivatie van de wettekst van 2001 stond het doel van de nieuwe regeling helder omschreven: ‘Fooien geven aanleiding tot portiersoorlogen die erop gericht zijn de controle aan de deur én bijgevolg de fooienpot te bemachtigen; het leidt tot een ongewenste machtspositie van de portier ten overstaan van de uitbater; er ontstaan subtiele vormen van afpersing; het leidt tot favoritisme en cliëntelisme en tot het niet respecteren van de sociale wetgeving.’ Portiers moesten voortaan bewakingsagenten zijn en een identificatiekaart dragen. Ze moesten opleidingen volgen en aan strenge voorwaarden voldoen.
Enkele jaren later leek het probleem opgelost. In 2002 verklaarde de procureur des Konings in Antwerpen: ‘Nu de portiersoorlog voorbij is, kunnen we onze mensen op andere criminele fenomenen inzetten.’ Maar dat de wereld van de portiers volledig gesaneerd zou zijn, was een mythe. Bij Binnenlandse Zaken zeggen experts dat het ‘illegaal ontvangen van fooien een belangrijke inkomstenbron blijft’, terwijl vaak gedacht wordt dat die fooien uitzondering zijn geworden. ‘De deuren van uitgaansgelegenheden blijven bijzonder aantrekkelijk voor het criminele milieu’, zegt Binnenlandse Zaken. ‘Portiers bepalen wie al dan niet binnen mag en dus probeert het criminele milieu hen onder controle te krijgen. Net als vroeger gebeurt dat met de bedoeling om de drugsmarkt voor bepaalde dealers vrij te houden.’
Met officiële portiers alleen red je het niet. Zij kunnen geen geweld gebruiken, want dan riskeren ze hun badge kwijt te spelen.
Drie jaar geleden stelde Binnenlandse Zaken nog 690 inbreuken vast: controleurs troffen portiers aan zonder badge, portiers die drugs dealden of portiers die voor firma’s zonder vergunning werkten. Dit jaar werden tussen januari en augustus 105 uitgaansgelegenheden gecontroleerd. Volgens de controleurs werden in meer dan de helft van de zaken ‘niet-vergunde bewakingsactiviteiten’ georganiseerd. Met andere woorden: in meer dan de helft van de zaken waren illegale portiers aan het werk. ‘Controleurs kunnen moeilijk bewijzen dat personen bewust verborgen bewakingsactiviteiten uitvoeren’, zegt de directie Controle Private Veiligheid van Binnenlandse Zaken. ‘Ze moeten dat kunnen bekrachtigen in een proces-verbaal op basis van duidelijke vaststellingen. De hoofdactiviteit van een portier bestaat uit het toezien op het gedrag van bezoekers. Dat is een passieve houding. Het is dus niet evident hen op heterdaad te betrappen.’
Geen concreet plan
In een studie uit 2015, besteld door toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA), staat te lezen dat 25 jaar na de invoering van de zogenaamde bewakingswet ‘portiers nog altijd in de greep zitten van het criminele milieu’. En ook: ‘Op de achtergrond werken nog altijd criminele tussenpersonen of portiersmakelaars.’
Hoewel de overheid weet dat het nachtleven nog steeds synoniem is met illegaliteit, zijn de laatste jaren amper maatregelen getroffen. Vandaag is te horen op het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) ‘dat er geen concreet plan is voor de aanpak van de problemen’.
Verschillende betrokkenen in de sector maken zich zorgen. Uitbaters van horecazaken en portiers zijn het beu om onder druk te worden gezet. Ze willen niet langer meedraaien in het systeem van zwart geld, fraude en afpersing. ‘Het wordt tijd dat de overheid opnieuw ingrijpt, want de portiersoorlog is terug van weggeweest. Gelukkig vallen er nu geen dodelijke slachtoffers. Voorlopig toch niet.’
De overheid heeft de indruk gewekt dat ze de problemen in het nachtleven onder controle had, maar onder de radar gaan de illegale activiteiten gewoon verder. ‘Omdat de portiersmakelaars achter de schermen opereren en geen aanwijsbare sporen nalaten, is het bijzonder moeilijk hen uit de sector te weren’, zegt Binnenlandse Zaken. ‘Het gaat om criminele organisaties en hun werkwijze wordt gefaciliteerd doordat in het uitgaansleven nog te veel fiscale en sociale fraude voorkomt. Daarom moet deze problematiek vooral via gerechtelijke weg worden aangepakt.’
In Kortrijk lijken ze dat te doen. Maar volgens Harold en verschillende andere insiders behandelt het proces dat deze maand van start gaat slechts het topje van de ijsberg. ‘De échte verantwoordelijken gaan vrijuit. Zij blijven hun criminele activiteiten lustig voortzetten.’
Harold is een fictieve naam.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier