Ivan Van de Cloot
‘Politieke topbenoemingen: zo kan het echt niet verder’
Moeten we blij zijn dat de kogel door de kerk is bij de NMBS? Neen, schrijft Ivan Van de Cloot. ‘Zolang we niet zeker weten dat de procedure in de toekomst minder surrealistisch zal zijn, is daar geen reden toe.’
Al maanden draait het alleen nog maar om de wijze hoe de regering de spoorbazen benoemt. En dat is geen fraaie wijze. We zouden bijna vergeten dat in het geval van de NMBS het over een miljardenbedrijf gaat met tienduizenden personeelsleden en miljoenen klanten. Het wordt echter helemaal problematisch wanneer regeringsleden er nog niet aan denken om er openlijk verantwoording over af te leggen.
Dergelijke vertoning komt over als een belediging voor de intelligentie van de burgers. Sommige politici lijken te denken dat kiezers niet slim genoeg zijn om de verhaaltjes die er rondhangen te doorzien. Gedurende heel de zomer leek het alsof door het aanslepende dossier van de politieke benoemingen het besef zou groeien dat we van die slechte gewoontes af moeten. Zo gauw echter met een nieuw wit konijn kon uitgepakt worden, verwacht men dat er algemeen applaus volgt. Het is dodelijk voor de geloofwaardigheid dat meer en meer mensen wel degelijk het gevoel krijgen dat er een gevoel van schaamteloosheid heerst.
Niet alleen gebruikt men de techniek om zaken zo lang te rekken dat iedereen een zucht van verlichting slaat als er dan uiteindelijk wel een “oplossing” is, hoe onfraai ook. De laatste wending is dat de focus nu ineens verlegd wordt naar de vergoedingen van de toplui. Dat is uiteraard een ideale manier om de aandacht weg te trekken van de surrealistische wijze hoe benoemingen tot standkomen. Het is een oude “truuk van de foor” om iets te laten ondersneeuwen door een onderwerp dat veel meer de populaire aandacht trekt. En niets wat daar beter voor werkt dan een discussie over het loonzakje van iemand anders.
Terwijl vroeger topbenoemingen zuiver een aangelegenheid waren van het kabinet van de minister in kwestie wordt er nu gebruik gemaakt van headhunters. Wat de NMBS-zaak meer dan duidelijk maakt, is dat dit helemaal geen einde maakt aan de oude politieke cultuur. Zelfs integendeel. De burger mag er niet aan denken dat heel de selectieprocedure handenvol geld heeft gekost. Ondertussen werd tijdens een lopende procedure ook nog eens het lijstje met namen gelekt waardoor iedereen wist dat de uiteindelijke geselecteerde persoon helemaal niet op de shortlist figureerde. Nog straffer: hij was zelfs geen kandidaat.
Van de burger wordt nochtans wel verwacht dat hij zich meer en meer scrupuleus houdt aan een tsunami van nieuwe regels en fiscale richtlijnen. De ex-spoorbazen worden ondertussen gewoon elders onder dak gebracht maar ontvangen toch een vertrekpremie. Stefaan de Clerck (CD&V) stapt over van het parlement naar het voorzitterschap van Belgacom en krijgt toch een vorstelijke opzegpremie. Nochtans werd bij de vorige discussie over die vertrekpremies in 2011 ostentatief beloofd dat men hier bij vrijwillig vertrek een einde aan zou maken. Indien dit niet snel zou gebeuren, “mag men het ons erg kwalijk nemen” zei men letterlijk. We zijn ondertussen twee jaar verder. De eigen vertrekregeling aanpassen vraagt blijkbaar meer tijd dan het invoeren van een populair loonplafond voor CEO’s van overheidsbedrijven.
In het regeerakkoord staan plechtige zinnen over het geschonden vertrouwen in de politiek en dat de regering alles zal doen om dat te herstellen. Dat staat in sterk contrast met de schaamteloosheid waarmee politieke veto’s uitgesproken werden tegen mensen gekozen door Selor, het selectiebureau van de overheid en het niet weerhouden van de shortlist met bestuurders voor Belfius omdat de gewenste PS-kandidaat er niet op stond. En dit is maar het topje van de ijsberg. De krant de Tijd telde meer dan 100 dergelijke topbenoemingen voor 2013. Het gaat hier wel over sleutelactiviteiten voor onze economie. In ondermeer de bankdossiers werd duidelijk dat bij manifest falen verantwoordelijken niet in problemen kwamen, net omdat ze politieke benoemingen zijn.
Aan de selectieprocedures die eindigden met het kiezen van mensen die uiteindelijk zelfs geen kandidaat waren, namen ook competente mensen deel die zware inspanningen leverden om wel goed uit de selectie te komen. Hoe moeten die zich voelen als duidelijk wordt dat hun deelname niet meer dan een gigantisch tijdverlies was omdat het er eigenlijk niet toe deed hoe goed ze wel uit de testen kwamen? Ze zullen wel een tweede keer nadenken vooraleer zich zich nog eens als excuuskandidaat opgeven.
Maar moeten we niet vooral blij zijn dat de kogel nu door de kerk is? Zolang het niet duidelijk is dat het in de toekomst op een minder surrealistische wijze zal gebeuren, is daar geen reden toe. Alle weldenkende kiezers willen van dit gekronkel af. Ook Frank Van Massenhove verzette zich in het verleden publiekelijk tegen deze verziekte cultuur. In internationaal rangschikkingen staat België slechts 26ste op het vlak van afwezigheid van favoritisme in de politiek. Denkt men echt dat dit geen weerzin opwekt bij de bevolking? Economisch onderzoek toont nu net aan dat gezonde instituties die vertrouwen opwekken bij de bevolking essentieel zijn om duurzame welvaart op te bouwen.
De kwalijke praktijken die blijkbaar velen heel gewoon vinden, stralen ook erg negatief af op de kandidaten die het uiteindelijk wel halen. Het voorbeeld van Jo Cornu spreekt hierbij boekdelen. Als men het dan toch onvermijdelijk vindt om in plaats van competentie de partijkaart finaal te laten doorwegen, dat het dan tenminste op volledige transparante wijze gebeurt. In meerdere landen bestaat een systeem van hoorzittingen waar kandidaten voor topbenoemingen passeren voor het parlement om hun visie uiteen te zetten. In de Verenigde Staten leidt dit wel degelijk soms tot het afwijzen van een kandidaat van de regering. Als men bovendien weet dat de kandidaat voor het parlement moet passeren, zal er ook enige reserve zijn om volslagen ongeschikte kandidaten die vuurproef te laten doorstaan. Het tegenargument dat dit tot ‘politieke spelletjes’ leidt, is nu eens écht populisme.
Uiteraard zal ook dan nog een kandidaat meerderheid tegen minderheid aangenomen kunnen worden. Alleen is er een verschil tussen het lanceren op zondagmiddag van een lijstje benoemingen dat iedereen dan maar moet slikken en een procedure met hoorzittingen in het parlement waar kandidaten kritisch op de rooster worden gelegd. Bij zijn selectie begin september zei Van Massenhove me dat hij dit idee zeker genegen was. Ook politoloog Carl Devos liet zich in dezelfde zin uit. Als er dan zoveel voor te zeggen valt, waarom groeit er dan geen draagvlak voor in de politiek?
Politieke benoemingen worden verdedigd door te stellen dat het belangrijk is dat op topposities personen zitten die dezelfde visie als de minister delen. In dat geval erkent men dat het geen gewone uitvoerende managers zijn. Indien dat wel het geval zou zijn, is er geen enkel argument om niet het selectiekantoor Selor in te schakelen. Wees dan consequent en laat hen verantwoording voor het parlement afleggen. Zoals het er vandaag aan toegaat, kan het echt niet veel langer.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier