Jules Gheude
‘Politici zijn vaak de eersten om de rechtsstaat geweld aan te doen’
‘Een Wallobrux is een hersenschim’, schrijft Jules Gheude. Hij roept onze politici op om respect te hebben voor de grondwet.
Politici hebben het graag over het begrip ‘rechtsstaat’, maar ze zijn ook de eersten om het geweld aan te doen.
Een rechtsstaat begint met de stricte handhaving van zijn hoofdwet: de Grondwet.
Artikel 2 van de Belgische grondwet luidt als volgt : België omvat drie gemeenschappen : de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeernschap en de Duitstalige Gemeenschap. Zolang dit artikel niet wordt gewijzigd volgens de daartoe bestemde procedure, mogen geen andere benamingen officieel worden gebruikt.
Op 25 mei 2011, besliste het Parlement van de Franse Gemeenschap eenparig van naam te veranderen. Voortaan wilden de Frantsaligen zich tot La Fédération Wallonie-Bruxelles aaneensluiten. Vandaag dopen de Duitstaligen hun gemeenschap om in de naam Ostbelgien.
Wat schuilt daarachter?
Als men mij in Vlaanderen voor een lezing uitnodigt, krijk ik geregeld de vraag of ze in Namen, in de laden van de Elysette, een Plan-B hebben klaarliggen.
‘Politici zijn vaak de eersten om de rechtsstaat geweld aan te doen’
Een toebehoorder maakte me de volgende bedenking : Het irriteert Vlaanderen dat de Franse Gemeenschap zonder grondwetsherziening besloten heeft om zich voortaan Fédération Wallonie-Bruxelles te noemen. Moet men daarin de bedoeling in zien om later een staat Wallonie-Bruxelles te vormen?
Anders gezegd, heeft een en ander te doen met de hypothese van de splitsing van België, hypothese waarover wijlen Xavier Mabille, voorzitter van de CRISP (Centre de Recherche et d’Information socio-politiques), in 2007 schreef: In geen geval moet men ze uitlsuiten ?
In een recent interview met Doorbraak, verklaarde Jan Verroken – de man die in 1968 de regering-Vanden Boeynants deed vallen over de kwestie van de Universiteit Leuven, ten tijde van ‘Walen buiten’ : Mocht ik nu nog in de CVP zijn, ik zou vechten en ijveren en hetzelfde doen als wat de Walen doen. De Walen maken de federatie Wallobrux. Ik zou al lang een federatie Vlaanderen-Brussel gemaakt hebben. Je moet altijd hetzelfde doen als je tegenstrever, dan loopt het goed af. Ze kunnen ons toch niet verwijten net hetzelfde te willen doen? En zo zitten we op vijf stappen van de confederatie. Maar Vlamingen kennen niet genoeg van tactiek.
Ja, de oude vos heeft gelijk. Door de benaming Federatie Vlaanderen-Brussel op zijn beurt te kiezen, zou Vlaanderen aangetoond hebben dat Brussel in enige zin gezamenlijk beheerd was, wat trouwens voorzien is door het confederalistich project dat door het Vlaams parlement in 1999 goedgekeurd werd.
Maar er is toch een probleem. Sinds 1988, is Brussel een volwaardig gewest geworden, met zijn eigen grenzen. En in de loop der jaren, heeft men kunnen vaststellen dat de Brusselse eigenaardigheid zich heeft doen gelden.
Uit een studie van Rudi Janssens (VUB) in 2013 is gebleken dat 73,9% van de Brusselaars voor de autonomie pleitten, mocht België verdwijnen. Alléén 4% zouden met Vlaanderen willen samengaan, en 4,6% met Wallonië.
Een Wallobrux is dus een hersenschim, een zuivere illusie. Daarover heeft François Perin ooit gezegd : Dit België in reductie zou even oppervlakkig en middelmatig zijn als het eerste.
In zijn boek “De Ordelijke Opdeling van België – Quid nunc?”, schrijft Gerolf Annemans, Europees volksvertegenwoordiger van het Vlaams Belang : Onze conclusie moet dan ook luiden dat een soeverein, staatkundig onafhankelijk Vlaanderen met inbegrip van Brussel broodnodig is, wenselijk én haalbaar, maar het moet op relatief korte termijn zijn beslag kunnen krijgen.
Minderheden beschermen
Om zijn Brusselse minderheid maximaal te beschermen, heeft Vlaanderen, vanaf het begin, de regionale en communautaire bevoegdheden onder één bestuuur geplaatst. Het heeft ook van Brussel zijn hoofdstad gemaakt, waar zijn Parlement en zijn regering hun zetels hebben. Een kwestie van strategie, temeer daar Brussel een enclave in het Vlaams grondgebied vormt.
Vlaanderen zal Brussel nooit loslaten ! verklaart de meerderheid van de Vlaamse opinie. Maar zo simpel is het niet. Als regio heeft Brussel zijn eigen grenzen.
Welke internationale regels gelden, als een staat verdwijnt? Om de buurlanden niet te destabiliseren, past het internationaal recht het beginsel uti possidetis juris toe : je zal bezitten wat je voeger bezat. Daardoor worden de externe grenzen onaantastbaar.
Maar bij de ontmanteling, van ex-Joegolsavië heeft de Europese Unie dit principe tot de interne administratieve grenzen uitgebreid (rapport van de Commissie Badinter in 1992). Mocht België verdwijnen, zou die jurisprudentie kunnen worden toegepast. Zo zouden de regio’s in aanmerking komen. De Vlaamse en Franse gemeenschappen kunnen immers niet geografisch worden afgebakend.
Xavier Mabille heeft de dingen uitstekend samengevat : Anders gezegd, Vlaanderen, of tenminste toch de meerderheid van de personen en instellingen die in naam van Vlaanderen optreden, zou kunnen beslissen over zijn eigen zelfbeschikking. Maar dat wil niet zeggen dat het tegelijk ook over de toekomst van Wallonië of Brussel zou kunnen beslissen.
Via de democratische legitimiteit van zijn Parlement, zou Vlaanderen zijn onafhankelijkheid kunnen uitvaardigen. Maar als het ook greep op Brussel wil krijgen, zou een geschil ontstaan dat alleen op internationaal gebied zou kunnen worden beslecht, met al de risico’s die erbij horen.
Terugkomend op de Duitstalige bevolking, was, volgens mij, haar aanhechting bij de Waalse regio een vergissing. Met de benaming “Ostbelgien” is het duidelijk dat haar politieke leiders een eigen identiteit willen bevestigen, zowel op het communautair als op het regional gebied. Mocht Vlaanderen zich afscheiden, zouden de Walen, de Brusselaars en … de Duitstaligen hun toekomst in alle vrijheid moeten kunnen bepalen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier