Wetenschappers hebben ontdekt dat waterspinnen hooguit slechts één keer per dag naar het wateroppervlak moeten komen voor verse lucht.
Wetenschappers hebben ontdekt dat waterspinnen hooguit slechts één keer per dag naar het wateroppervlak moeten komen voor verse lucht.
Waterspinnen zijn de enige spinnen die bijna hun hele leven onder water doorbrengen. Ze paren er, leggen er hun eitjes en vangen er hun prooien.
Om onder water te kunnen ademen, bouwen de spinnen een zogenaamde duikerklok, een web tussen waterplanten dat ze vullen met lucht die ze aan het wateroppervlak halen. De diertjes maken gebruik van de fijne haartjes op hun lijf om luchtbellen onder water te transporteren.
Tot dusver werd aangenomen dat de spinnen zowat elke 20 tot 40 minuten terug naar het wateroppervlak moesten om verse lucht te halen, maar dat hoeft dus niet.
Wetenschappers van de universiteiten van Adelaide (Australië) en Humboldt (Duitsland) ontdekten dat de duikerklok werkt als een soort kieuw die zuurstof uit het water haalt en koolstofdioxide afstoot.
Op die manier kunnen de waterspinnen soms langer dan een dag onder water blijven. Omdat ze minder vaak naar het oppervlak moeten, lopen de spinnen ook minder risico om gegrepen te worden door bijvoorbeeld een vogel en kunnen ze zelf langer stilzitten om te wachten op een prooi.
De studie werd gepubliceerd in het Journal of Experimental Biology. (KVDA)
Argyroneta aquatica of waterspin in actie:
