Eddy Eerdekens
Waarom Di Rupo de pandaberen beter niet naar Wallonië haalt
Twee pandaberen – inzet van een politieke en communautaire rel – komen naar Pairi Daiza in Bergen en niet naar de Zoo van Antwerpen. Maar ook voor Wallonië is er weing reden tot feestvreugde. Als er één dier is dat het niet waard is om gered te worden, dan is het wel de reuzenpanda.
Pandaberen zijn big business, althans voor China, dat panda’s in gevangenschap houdt en een veertigtal dieren tegen fikse betaling uitleent aan dierentuinen wereldwijd. In het wild leven er nog minder dan 2.000 reuzenpanda’s.
China leent de dieren uit aan 16 dierentuinen buiten de eigen landsgrenzen. De dierentuinen sluiten een lease overeenkomst af waarvoor ze tot 1 miljoen euro per jaar moeten betalen voor een pandakoppel. Wanneer het koppel een jong ter wereld brengt, moet de dierentuin daar extra voor betalen. De dierentuin van Edinburgh heeft daarvoor al 380.000 euro per jaar gereserveerd. Het jong blijft eigendom van China en verhuist na afloop van de lease overeenkomst met de ouders mee naar het thuisland.
Ook voor de dierentuinen zijn de panda’s big business en hun investering dubbel en dik waard. De gemiddelde zoo mag ervanuit gaan dat zijn bezoekersaantal minstens met een kwart toeneemt, wanneer hij pandaberen in zijn catalogus heeft. Echt grote winsten worden gehaald met bijkomende inkomsten uit merchandising en afgeleiden.
Dat is meteen de belangrijkste reden voor de rel tussen de Zoo van Antwerpen en het dierenpark Pairi Daiza en voor de politieke en communautaire rel tussen Vlaanderen en Wallonië. Vlaams minister-president Kris Peeters vraagt aan premier Elio Di Rupo uitleg over waarom de eerste minister de verhuis van de panda’s naar ‘zijn’ Bergen wel steunt en niet die naar Antwerpen.
De komst van de pandaberen naar ons land heeft dus in de eerste plaats een economische motivatie. De betrokkenen zelf zeggen dat de verhuis deel uitmaakt van een wereldwijd project om één van de meest bedreigde diersoorten ter wereld te behoeden voor uitsterving.
Is dat wel zo? En als dat zo is, is dat dan wel wenselijk? Moeten we echt zoveel inspanningen doen om te beletten dat de pandabeer van de aardbodem verdwijnt?
‘Het geld dat de laatste vijftig jaar naar de redding van de panda is gegaan, is mogelijk het meest verspilde geld ooit op het vlak van natuurbehoud,’ zo citeert De Morgen de Britse auteur en faunaliefhebber Chris Packham.
Pandaberen zijn een extreem bedreigde diersoort, maar dat hebben ze vooral aan zichzelf te danken. Als panda’s zelf al geen enkele moeite doen om als soort te overleven, waarom zouden wij er dan tijd en inspanningen in moeten steken?
Panda’s zijn het redden niet waard schrijft Bloomberg-journalist Thimoty Lavin in zijn artikel ‘Why I hate panda’s and you should too’. ‘Enkel een soort met een instinct voor zelfbehoud is het waard om gered te worden,’ schrijft Lavin. ‘Laten we wel wezen, panda’s hebben zo’n instinct in de verste verte niet.’
1. Panda’s zijn te lui om zich voort te planten
Vrouwtjespanda’s zijn amper 12 uur per jaar ontvankelijk. Alsof dit nog niet erg genoeg is, zijn de vrouwtjes ook nog eens erg kieskeurig. Ze laten hun vruchtbaarheidsperiode vaak voorbijgaan zonder resultaat omdat ze hun neus ophalen voor de beschikbare partners. Ze kunnen maximaal één boreling krijgen. Wanneer ze een tweeling ter wereld zetten, zal één van beide baby’s altijd sterven. Hoewel het nageslacht dus bijzonder kostbaar voor de overleving van de soort, laten pandaberen hun jongen heel vaak aan hun lot over. Panda’s zijn ook te lui of hebben gewoon geen zin om zich voort te planten. De Chinese autoriteiten zetten viagra en porno in om de beesten enigszins te motiveren om hun voortplantingsplicht te vervullen.
2. Panda’s eten alleen voedsel dat geen enkele voedingswaarde heeft
Pandaberen eten niet als andere beren een gezond en gevarieerd dieet dat vooral op vis en vlees gebaseerd is. Panda’s zijn roofdieren, maar ze zijn te lui om op een prooi te jagen. Ze eten enkel bamboe. Voor de wetenschap blijft dit tot vandaag een raadsel. De voedingswaarde van bamboe is nul komma nul. Dat maakt de panda overigens tot de sul in het dierenrijk: een roofdier met het spijsverteringsstelsel van een vleeseter dat enkel bamboe eet, zo is er geen tweede te vinden.
3. Panda’s eten alleen voedsel dat binnenkort van de aardbol verdwenen is
Het woord panda is een verbastering van het Nepalese Poonya, wat bamboe-eter betekent. Pandaberen eten tot 20 kilo per dag aan bamboe. Vraag is hoelang ze dit nog kunnen volhouden. Bamboe verdwijnt in een snel tempo van de aardbol.
4. Panda’s zijn bijzonder onhandig als het op vluchten aankomt
Hoewel de panda een roofdier is dat op de aardbodem leeft, klimt hij bij het minste gevaar in de bomen. Daar wacht hij dan tot het gevaar is verdwenen. Terwijl alle andere diersoorten ware experts zijn in de vaardigheid die ze zich hebben eigen gemaakt om zich te verdedigen, is de panda een erg onhandige boomklimmer.
5. In gevangenschap gekweekte panda’s zijn een product van inteelt
Als Pairi Daiza er ondanks de sombere vooruitzichten toch in zou slagen om te kweken met het ter beschikking gesteld pandakoppel, dan is de baby een product van inteelt. Dat komt doordat alle panda’s in gevangenschap afstammen van drie mannetjes.
‘Darwinisme is niet voor huilebalken,’ zo citeert de Morgen Timothy Lavin. ‘Het is goed geweest. Panda’s zijn er drie miljoen jaar geweest. Nu wordt het geld beter besteed aan een minder hopeloze soort.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier