Gedegradeerd tot kermisprijs: roodwangschildpad is slachtoffer van gehaaide marketing
Als importdier behoort de roodwangschildpad officieel niet tot onze fauna. Maar de klimaatopwarming kan hem een handje helpen.
De roodwangschildpad is het slachtoffer van gehaaide marketing gericht op mensen die geen goed gevoel voor dieren hebben. In de vorige eeuw werd hij massaal uitgevoerd vanuit de Verenigde Staten, waar hij thuishoort, naar Europa en de rest van de wereld. Tussen 1989 en 1997 zijn er liefst 52 miljoen van geëxporteerd. In ons land werden er tussen 2010 en 2014 nog meer dan 300.000 Noord-Amerikaanse waterschildpadden, zoals de roodwang, ingevoerd.
De dieren werden zelfs gedegradeerd tot ‘prijs’ op kermisattracties – veel dieper kun je niet zakken. Vooral schattige kleine schildpadjes waren in trek. Maar de diertjes blijven niet klein. Ze worden een dertigtal centimeter groot en krijgen een harde bek, waar ze stevig mee kunnen bijten. Veel eigenaars wisten niet meer wat ze ermee moesten doen, en kozen voor de gemakkelijkheidsoplossing: ze dumpten de schildpadden in de natuur.
De eerste roodwangschildpadden, gemakkelijk herkenbaar aan de rode streep op hun wangen, kwamen in de jaren 1950 in onze wateren terecht. Aanvankelijk werd er niet naar omgekeken, maar aangezien roodwangschildpadden tot vijftig jaar oud kunnen worden, groeide de gedumpte populatie sterk aan, vooral in en rond steden. Onder meer in Brussel, Antwerpen en Mechelen zijn ze talrijk – je kunt er soms tientallen langs vijvers zien zonnen.
De geslachtsbepaling van schildpadden hangt niet af van hun chromosomen, maar van de temperatuur waarbij hun eitjes ontwikkelen.
De Europese Commissie greep in en verbood in 2016 zowel de import als het dumpen van de dieren. De stad Mechelen besliste vorig jaar om haar roodwangschildpadden te laten vangen en naar een gespecialiseerd natuurhulpcentrum over te brengen. De strijd tegen de exoot is begonnen, maar te laat.
Gelukkig zijn er geen aanwijzingen dat roodwangschildpadden grote problemen veroorzaken in onze natuur. In onze contreien zijn er geen inheemse schildpadden (meer), dus van wegconcurreren is geen sprake. De dieren vangen weleens kikkers en kuikens van watervogels, maar de kans is klein dat ze soorten in de problemen brengen. Af en toe legt een roodwangschildpad eieren, maar die blijken nooit bevrucht te zijn. Het is bij ons ook te koud voor de ontwikkeling van de eitjes. In Zuid-Europa is al wel voortplanting in het wild vastgesteld.
Het is echter niet uitgesloten dat de klimaatopwarming bij ons roet in het eten zal gooien. Anders dan bij de meeste dieren hangt de geslachtsbepaling van schildpadden niet af van hun chromosomen, maar van de temperatuur waarbij hun eitjes ontwikkelen. Vrouwtjes hebben iets hogere temperaturen nodig dan mannetjes. Het verschil zou te maken hebben met een stimulerend effect van wat extra verwarming op de productie van een enzym dat in embryo’s het ombouwen van mannelijke geslachtshormonen naar vrouwelijke triggert.
Omdat roodwangschildpadden sneller kweken bij hogere temperaturen, was een meerderheid van de geïmporteerde dieren vrouwelijk. Er kan verwacht worden dat de klimaatopwarming bij ons in eerste instantie temperaturen zal genereren waarbij alleen mannetjes geboren worden. Mochten er her en der toch wat geïmporteerde mannetjes eitjes bevruchten, dan zouden daar dus vooral andere mannetjes uit voortkomen. Zo zou er een leefbare populatie met een normale geslachtsverhouding kunnen ontstaan. Het is niet iets waar natuurbeschermers naar uitkijken. Zij hopen dat de populatie uitdooft.
Beestenboel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier