Beestenboel: het juweeltje onder de pissebedden
Onze mooiste pissebed heeft een speciale biotoop uitgekozen voor haar overleving: kerkhoven.
Het moet een van de opvallendste acties geweest zijn van de laatste Warmste Week: bio-ingenieur Pallieter De Smedt en zijn collega’s van de pissebeddenvereniging Spinicornis verbonden zich ertoe om voor elke gedoneerde euro tien pissebedden uit de vele potjes in wetenschappelijke musea te determineren. Ze deden dat in een 24 uur durende marathon. De resultaten zullen verschijnen in de Belgische ecologische pissebeddenatlas die de vereniging voorbereidt.
Zonder de pissebedden zouden we misschien verdrinken in de dode bladeren.
In België leven 36 soorten pissebedden. Een kwart daarvan is pas de jongste kwarteeuw ontdekt, omdat er voordien amper naar de diertjes werd omgekeken. En toch zijn ze belangrijk. Pissebedden zijn vooral afvaleters. Zonder hen zouden we misschien verdrinken in de dode bladeren. Ze vormen de eerste stap in het zo broodnodige afbraakproces van dode natuur. Ze recycleren dood materiaal om het opnieuw in de voedselkringloop te brengen. Hun belang voor onze wereld is niet te onderschatten.
De Vlaamse pissebedden zijn doorgaans gelijkaardig van vorm, maar variëren sterk in biotoopkeuze. Een typische biotoop, zoals een composthoop of een kerkmuur, heeft meestal ook zijn eigen pissebed. De meeste pissebedden zijn saaie grijze beestjes. De uitzondering op de regel heeft de mooiste naam gekregen: het juweeltje. ‘Met haar rood-roze kleur en de dubbele gele fluolijn op haar rug is die soort ook letterlijk het juweeltje onder de pissebedden’, zegt De Smedt. Zoals de meeste pissebedden is het juweeltje ongeveer een halve centimeter groot.
Alle pissebedden hebben wat vochtigheid nodig én toegang tot kalk voor de bouw van hun skelet – bij pissebedden zit dat aan de buitenkant. Maar voor het juweeltje is kalk extra belangrijk. Daarom komt het vooral voor in kalkrijke regio’s, en dan nog diep in de grond. Gemakkelijk is het daardoor niet te vinden in zijn natuurlijke biotoop.
Juweeltjes worden vooral in de herfst gevonden, wanneer ze het dichtst bij de oppervlakte zitten.
Zoals veel pissebedden zijn juweeltjes echte opportunisten die zich aan de dominante aanwezigheid van de mens hebben aangepast. Ze hebben een biotoop ontdekt waarin het voldoende kalk vindt voor zijn wensen: kerkhoven. Die zijn sowieso ideaal voor pissebedden, met hun vele stenen en spleten (en misschien ook voedingsmogelijkheden). Dikwijls wordt er kalksteen gebruikt voor de graven en paden, of worden de strooiweiden met kalk bewerkt. Ook in menselijke resten zit kalk. Het enige nadeel aan die biotoop is dat er gewied, geruimd en zelfs met pesticiden gesproeid wordt. Maar acties voor natuurvriendelijk beheer in gemeenten winnen aan belang, zodat onze kerkhoven diervriendelijker worden.
Het aantal waarnemingen van het juweeltje in Vlaanderen is tot dusver beperkt. Veel mensen kijken soms naar pissebedden in hun tuin, maar niet op een kerkhof. Juweeltjes worden vooral in de herfst gevonden, wanneer ze het dichtst bij de oppervlakte zitten. In de zomer is het te warm, in de winter te koud: in die beide seizoenen kruipen ze dieper in de grond.
En, heeft de determinatiemarathon iets opgebracht? ‘Exact 1301,33 euro’, zegt Pallieter De Smedt. ‘Goed voor 14.139 gedetermineerde pissebedden.’ Het bedrag werd overgemaakt aan de verenigingen Natuurpunt en BOS+ voor hun inzet ter bescherming van oude bossen, die vol pissebedden zitten. Zo hebben de diertjes er zelf ook iets aan.
Beestenboel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier