Peter De Roover: ‘In mijn ideale model zijn er geen Belgische verkiezingen meer’
‘We zijn niet toe aan een zevende staatshervorming, maar aan een paradigmashift’, zegt N-VA-fractieleider Peter De Roover.
Blijft het kaartenhuisje van preformateurs Bart De Wever (N-VA) en Paul Magnette (PS) overeind? De vraag beheerst de formatie. De contouren van hun akkoord zijn al duidelijk: sociale en communautaire hervormingen gaan hand in hand.
Over die gevoelige onderhandelingen wil N-VA-Kamerfractieleider Peter De Roover niets kwijt. Wel breekt hij een lans voor institutionele vernieuwingen. ‘Als deze crisis niet heeft aangetoond dat de staatsstructuur slecht in elkaar zit, dan zal men het wellicht nooit begrijpen.’
Is het niet ongepast om tijdens de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog een communautair rondje te organiseren?
Peter De Roover: Alleen aan structuren prutsen lost niet alles op. Maar er kan niets opgelost worden als we er niet aankomen. Neem de saga rond de mondmaskers en de contact tracing. Dat was federale materie, tot men het niet kon oplossen. Toen ontdekte men plots dat het iets van de deelstaten is. In België heb je als beleidsvoerder altijd het probleem van de tegen elkaar schurende bevoegdheden. Een status quo van de instellingen zou het allerslechtste zijn.
De liberalen vragen om de mogelijkheid open te houden voor het herfederaliseren van bevoegdheden.
De Roover: Het verbaast me altijd dat liberalen de oplossing zouden vinden in twee sterk uitgebouwde overheidslagen. Men zegt dat een Belgische aanpak voor meer efficiëntie zorgt, maar daar zijn weinig voorbeelden van.
Krijgen we louter een zevende staatshervorming of iets meer?
De Roover: We zijn niet toe aan een zevende staatshervorming, maar aan een paradigmashift. Corona illustreert dat. Maar de techniek om die shift uit te voeren, zal niet voor de hand liggen.
Wat we zelf doen, doen we zelf.
Ecolo-covoorzitter Jean-Marc Nollet noemt de nota van De Wever en Magnette ‘de voorkamer van het confederalisme’. Een compliment?
De Roover: Ach, door dat woord te gebruiken, lijkt het op een spelletje om te kijken wiens partijprogramma wint. Voor mijn part mag je het woord laten vallen. Of maak er een nummer van, zoals op een menukaart in een Chinees restaurant. Maar men moet zich wel uitspreken: blijven we aanmodderen of gaan we naar de paradigmashift?
Ex-N-VA’ers Hendrik Vuye en Veerle Wouters schrijven op Knack.be dat de Vlaamse politiek steeds Belgischer wordt. Wat we zelf doen, doen we niet beter.
De Roover: Wat we zelf doen, doen we zelf. Het probleem is dat Vlaanderen mee een onderdeel blijft van de Belgische structuur. Het zal nooit per definitie beter zijn in Vlaanderen, maar het is wel een democratie waarin beleid kan worden bediscussieerd en in een stemhokje aangeklaagd.
Dan is het aanlokkelijk om de federale verkiezingen los te koppelen van de Vlaamse, zoals nu wordt geopperd.
De Roover: In mijn ideale model zijn er geen Belgische verkiezingen, en wordt die laag geleid door een raad die voortvloeit uit de regionale verkiezingen. In elk geval hoort een volwaardig politiek orgaan ook volwaardig door de kiezer op de vingers te worden gekeken.
En wat met Brussel? Als je de materie splitst volgens de gemeenschappen, zo betogen grondwetsspecialisten Paul Van Orshoven en Johan Vande Lanotte, dan komt het probleem sowieso op tafel.
De Roover: Ik neem aan dat we het over dat probleem zullen hebben zodra we het eens zijn dat de paradigmashift er komt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier