“We zijn er te gemakkelijk van uitgegaan dat onze waarden zo universeel en aantrekkelijk waren dat mensen er vanzelf naartoe zouden evolueren”. Dat zegt Patrick Dewael, Kamerfractieleider van Open VLD, in een interview waarin hij er ook voor pleit om noodmaatregelen bij dreiging door experts te laten bepalen.
Het uitvoerig interview met Patrick Dewael staat in De Morgen, en bevat veel kritiek op het vroeger beleid, ook van hemzelf.
De houding rond radicalisme, of rond stemrecht voor migranten, zo zegt Dewael, is altijd geweest: “we gaan de migrantengemeenschap niet teveel vragen stellen. Men heeft de migrant omarmd als kiezer, niet als burger, die dezelfde grondwaarden moet aanvaarden als wij allemaal. We hebben de eerste signalen genegeerd: de hoofddoek, dat was een modeverschijnsel, volgens sommigen hé. Een foulardke, zoals de betreurde Steve Stevaert zei.”
“We zijn er”, aldus Dewael, “te gemakkelijk van uitgegaan dat onze waarden zo universeel en aantrekkelijk waren dat mensen er vanzelf naartoe zouden evolueren. Dat het vanzelf beter zou gaan. Helaas, het samenleven gaat niet beter. Het gaat slechter. Het zijn de mensen van de tweede en de derde generatie die radicaliseren.”
Heeft hij, vraagt de krant, daar zelf voldoende voor gewaarschuwd?
“Voor de radicaliseringsrisico’s wel. Maar ik neem mijn deel op van de collectieve verantwoordelijkheid over die periode. De slinger is op een bepaald moment te veel gegaan in de richting van naïeve openheid. De snel-Belg-wet is in die context ontstaan. Als minister-president heb ik de groenen in de Vlaamse regering moeten overtuigen van de noodzaak om inburgering voor nieuwkomers te verplichten. Dat was ook van ‘oei we gaan die toch niet stigmatiseren’.”
Experts
In hetzelfde interview gaat Dewael ook in op de kritiek rond het lamleggen van het openbaar leven in Brussel.
Het niveau van de terreurdreiging wordt onafhankelijk bepaald, maar de praktische veiligheidsmaatregelen zijn het werk van de regering.
Dewael pleit ervoor om de besluitvorming over antiterreurmaatregelen veel meer uit het politieke vaarwater te halen. “Het crisiscentrum zegt: dat zijn de geviseerde doelwitten, die moeten we in het oog houden, daar moeten we zoveel politiemensen of militairen zetten. Politici moeten zich daar niet mee bemoeien. De premier, de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken zouden de aanbevelingen van het crisiscentrum dan enkel nog moeten bekrachtigen”.
Het crisiscentrum zelf wil geen commentaar kwijt op de uitlatingen van Dewael.
(Belga/RR)
