Jean-Marie Dedecker (LDD)
‘Parlementsleden mogen hoogstens nog neuriën: hun partijvoorzitters dirigeren met strakke hand’
‘Het parlement is langzaam uitgehold van wetgevende macht naar een knikkende stemmachine voor de uitvoerende macht’, schrijft Jean-Marie Dedecker. ‘Oppositie voeren is plassen tegen de wind.’
Met de eerste zitting van het Vlaams parlement wordt het doek van het politieke theater terug opgetrokken. Geruisloos en kabbelend stil. De politieke toonzetting komt niet meer uit de Wetstraat. Het krijgt hooguit wat aandacht in steunkousprogramma’s als Villa Politica, maar de muziek voor de Kamerorkesten aan het Natieplein wordt gecomponeerd in de cenakels van de politieke partijen. De volksvertegenwoordigers mogen het hoogstens neuriën en de partijvoorzitters dirigeren met strakke hand. Eind de jaren tachtig hield politicoloog Luc Huyse in de Grote Aula van de KU Leuven een lezing over het machtsverlies van het parlement. “Alleen de gevel van de democratie staat nog in de Wetstraat” betoogde hij. Vandaag, dertig jaar later, moet je al op zoek naar de funderingen. Particratie heeft de zuiverende werking van de parlementaire democratie vervangen.
‘Parlementsleden mogen hoogstens nog neuriën: hun partijvoorzitters dirigeren met strakke hand’
Het parlement is langzaam uitgehold van wetgevende macht naar een knikkende stemmachine voor de uitvoerende macht. Wetsvoorstellen van volksvertegenwoordigers overtreffen zelden het niveau van de aankondigingspolitiek, om dan een stille dood te sterven in talloze werkgroepen en commissies. Eerder zelfhulpgroepen met een therapeutische werking om de onmacht van het politiek mandaat te verdoezelen. Oppositie voeren is plassen tegen de wind. Het dictaat van de partijen is wet. Backbenchers houden zich gedeisd. Je kunt immers heel hoog opklimmen in de hiërarchie als je muisstil en onopvallend de juiste hiel op het juiste moment warm en zacht likt.
Tekenend voor het democratisch verval is de doodstrijd van de senaat. Een opgewarmd politiek lijk in de palliatieve zorgen. De laatste stuiptrekkingen, de historische totstandkoming van de euthanasiewetgeving, dateren al van vijftien jaar geleden. Met het Vlinderakkoord heeft de eerbiedwaardige vergadering zichzelf ge-euthanaseerd. Kostprijs van de stervensbegeleiding: 50 miljoen euro per jaar.
De senaat werd in 1993 al gecastreerd met het Sint-Michielsakkoord door het duo Jean-Luc Dehaene en Louis Tobback. Van wetgevende kamer naar reflectiekamer met evocatierecht. Vandaag is het nog bevolkt met politieke eunuchen op zoek naar een reden voor het bestaan van hun instituut. Zelfs haar rol als ontmoetingsplaats voor de Gemeenschappen is amper een schaamlapje, nu zelfs de N-VA als hoofdaandeelhouder van de federale regering haar Vlaams-nationalistisch programma in het diepvriesvak heeft opgeborgen. Begrippen als Vlaamse onafhankelijkheid, staatshervorming, transfers en republikeinse leuzen zijn vloeken geworden in de nieuwe Belgische machtscenakels.
‘Om de ondraaglijke lichtheid van hun parlementair bestaan een zweem van rechtvaardigheid te geven, worden er nu allerlei proefballonnetjes opgelaten.’
De inhoud van de parlementaire bevoegdheden van de senaat is dunner dan een fotomodel. Om de ondraaglijke lichtheid van hun parlementair bestaan een zweem van rechtvaardigheid te geven, worden er nu allerlei proefballonnetjes opgelaten. In tijden van asielcrisis en dito taxshiften is de ideologische ballon van de SP.A zo leeggelopen dat ze zich bezig houdt met het herschikken van de eigen kattenbak. Peter Van Velthoven wil de eerbiedwaardige vergadering omvormen tot een heuse Volkskamer. Peter is gepokt en gemazzeld in de socialistische traditie. Hij is erfgenaam van vader Louis’ parlementaire zitje, zijn burgemeesterssjerp en zijn Lommels immobiliënpatrimonium. Met zijn managementvennootschapje VOF Ad Monitus beheert hij bestuursmandaten in allerhande overheidsvehikels.
Peter heeft zijn Volkskamer-mosterd gehaald bij de schrijver David Van Reybrouck, bezieler van de G1000. De Volkskamer moet volgens Rode Peter samengesteld worden door 150 simpele burgers bij simpele loting. Simpelweg lotjetrek zoals bij de tombola op het bal van de burgemeester of op de pensenkermis van de fanfare “Nut & Vermaak”. Hersenspinsels van een simpele geest, maar er bestaat toch een geleerd woord voor: deliberatieve democratie of lottocratie met een Raad van Lotelingen. Alsof je dwingende wetgeving moet laten opmaken door lui die toevallig de lotto gewonnen hebben. Kennis van zaken is niet vereist, maar toevallig wel meegenomen. Van praatbarak naar toogpraatkuil.
Lottocratie
In onze representatieve democratie vertegenwoordigen de verkozenen hun kiezers. In de lottocratie vertegenwoordigen de lotelingen alleen zichzelf. Omdat ze niet onder invloed staan van een politieke partij zouden ze vlugger en directer tot een democratisch vergelijk komen dan een gekozen vergadering. Beuzelarijen van politieke dwaallichten. Alsof de politieke partijen geen invloed zouden uitoefenen op de lotelingen. In zijn roman “De bond van eerlijke mensen” schreef de Italiaanse journalist Giovanni Mosca over een union sacrée van keurige lieden die zich tussen de oneerlijken moesten mengen om die te ontmaskeren en zo mogelijk te bekeren tot eerlijkheid. Maar om door de oneerlijken geaccepteerd te worden moesten de leden van de bond zich oneerlijk gedragen. De bond van eerlijke mensen werd gaandeweg een bond van oneerlijke mensen. (Bron: Umberto Eco, Het nulnummer).
Er bestaat al een systeem om ongebonden personen met een maatschappelijke meerwaarde toe te voegen aan de verkozenen: de coöptatie. Het systeem is echter verwaterd tot een vluchtroute om politiek asiel te verlenen aan door de kiezer gebuisde partijvazallen. Gecoöpteerde senatoren als Van Den Driessche, Vereeck of Becaus lopen hopeloos verloren in het rode pluche. Hun schreeuw om aandacht overstijgt zelfs de randen van de senatoriële vergeetput niet.
‘Referenda zijn een erkenning van de mondigheid van de burger en een katalysator voor het publiek debat.’
Als de eerbiedwaardige senatoren even buiten de lijntjes van de bezigheidstherapie willen kleuren, kunnen ze nochtans een wezenlijke bijdrage leveren aan de directe democratie door zich te verdiepen in het referendum of de volksraadpleging. Het zou het oeverloos meanderen over het dichten van de kloof tussen de burger en de politiek een gans eind vooruit helpen. Nagenoeg alle partijen hebben het in hun programma staan op de CD&V na, voor haar is de verzuiling al democratisch genoeg, maar eenmaal aan de macht lijden ze allen aan collectief geheugenverlies. Referenda zijn een erkenning van de mondigheid van de burger en een katalysator voor het publiek debat. Ze moeten echter juridisch bindend zijn en geen vrijblijvende volksraadplegingen als veredelde opiniepeilingen.
In 1920 werd in ons landje al een volksraadpleging georganiseerd. De inwoners van Eupen en Malmedy konden in de nasleep van het Verdrag van Versailles een eventuele terugkeer naar Duitsland afdwingen. De laatste nationale volksraadpleging dateert van 12 maart 1950. Exact 2.933.382 Belgen (57,68 %) vroegen de terugkeer van Leopold III. 2.151.881 (42,32 %) waren voor een troonsafstand. In Vlaanderen stemden 72 % ja en in Wallonië 42 %. De koningskwestie verdeelde het land en traditiegetrouw werd Vlaanderen genegeerd. De angst voor referenda bleef verankerd in de communautaire breuklijn. Haal ze uit de koelkast. In plaats van zich als imkers ledig te houden met het kweken van bijen op het dak van de praatbarak, kunnen de senatoren beter wat stuifmeel aanbrengen voor de Directe democratie, wespensteken in de huid van de particratie.
Strooiweide
“De senaat is een rustige plaats waar politici heen gaan als zij voelen aankomen dat zij gaan sterven ” schreef de Amerikaanse Republikeinse senator Henry Cabot Lodge meer dan een eeuw geleden al. Het is moeilijk om de tak, waar je zelf op zit, af te zagen van de boom.
Maar het is beter dan te wachten tot je as uitgewaaierd wordt op de strooiweide van het politieke sterfhuis. Opdoeken die veredelde serviceclub.
Coöptatie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier