Parlementsleden moeten inkomsten uit privémandaten aangeven
Kamerleden zullen in de toekomst moeten aangeven hoeveel inkomsten ze uit private mandaten halen. Dat staat in de conclusies van de werkgroep politieke vernieuwing, die vandaag haar laatste vergadering afwerkt. Over het invoeren van een decumul voor parlementsleden is geen sprake van een consensus. De oppositie reageert teleurgesteld op de conclusies.
De werkgroep zag het levenslicht nadat verschillende schandalen waren losgebarsten, zoals rond Publifin, maar ook na de verontwaardiging over de aanwezigheid van Kamervoorzitter Siegfried Bracke in een adviesraad van Telenet.
De slotvergadering ging onder een slecht gesternte van start. De oppositie vond het niet kunnen dat ze slechts twee uur voor de vergadering de samenvattende tekst van voorzitter Brecht Vermeulen (N-VA) had ontvangen. Bovendien waren er al ‘akkoorden’ in de media uitgelekt, al ging het dan over een consensus binnen de regeringsmeerderheid.
Maar ook inhoudelijk is de samenvatting voor de oppositie een te mager beestje. ‘Light du light’, ‘borrelnootjes’ en ‘een nota van de meerderheid’ waren maar enkele van de kwalificaties die vanop de oppositiebanken weerklonken. Kristof Calvo (Groen) is overtuigd dat er over heel veel dingen een meerderheid mogelijk is, omdat slechts enkele (meerderheids)partijen tegen zijn. Voorzitter Vermeulen gaf aan dat het niet onlogisch is dat in eerste instantie naar een meerderheid binnen dé meerderheid wordt gezocht.
Zo was iedereen het erover eens dat het loon van de Kamervoorzitter naar omlaag moet. Finaal luidt het voorstel dat het loon even hoog zou liggen als dat van de premier aangevuld met een euro (de premiernorm), terwijl de oppositie vooral mikte op 150 procent van het loon van een parlementariër. Het verbod op cumuleren voor parlementsleden met een uitvoerend lokaal mandaat – zoals schepen of burgemeester – haalde geen consensus. ‘Alle partijen waren voor, behalve Open Vld en N-VA’, merkte André Frédéric (PS) op.