Panama Papers: eindrapport goedgekeurd, meerderheid tegen oppositie
Het eindrapport van de Kamercommissie Panama Papers is dinsdagavond, na meer dan acht uur vergaderen, goedgekeurd. Dat gebeurde meerderheid tegen oppositie, met twee onthoudingen (Ecolo en CDH).
Commissievoorzitter Ahmed Laaouej (PS) kon zich niet achter het verslag scharen.
Het eindrapport omvat 130 aanbevelingen voor de strijd tegen fiscale fraude. De oorspronkelijke tekst bleef nagenoeg onveranderd: slechts een handvol amendementen van de oppositie werd goedgekeurd en over een aantal cruciale punten stonden meerderheid en oppositie lijnrecht tegenover elkaar.
De werkzaamheden van de commissie, die startten in april vorig jaar, eindigden voor Laaouej in mineur. Zijn betrachting was om op basis van een tekst van de experten – Mark Delanote (UGent/VUB) en Marc Bourgeois (ULg) – tot een consensus te komen. Maar dat lukte niet en dus kwamen N-VA, Open VLD, CD&V en MR na de zomer met een eigen tekst. Die is dinsdag zonder al te veel aanpassingen goedgekeurd.
‘Van de 107 amendementen, hebben jullie er slechts vijf of zes goedgekeurd’, stelde de voorzitter teleurgesteld vast. ‘U hebt 75 procent van het dossier samen met de meerderheid gestemd, dus zo slecht zal het wel niet geweest zijn’, merkte Rob Van de Velde (N-VA) op.
Discussie
Bij de bespreking dinsdag gingen meerderheid en oppositie herhaaldelijk in de clinch. Dat gebeurde bijvoorbeeld over het bankgeheim, de verruimde minnelijke schikking, het strafrechterlijk vervolgingsbeleid en de criteria voor (zware) fiscale fraude.
Dat laatste aspect zorgde zelfs binnen de meerderheid voor discussie. Zo staat in de aanbevelingen dat het bedrag aan ontdoken belasting ‘geen elementair onderscheidend citerium vormt’ om te bepalen of het gaat om gewone of zware fraude.
Onbegrijpelijk voor SP.A-Kamerlid Peter Vanvelthoven, die erop wees dat fraude voor 100 miljoen euro toch veel zwaarder gestraft moet worden dan die voor 100.000 euro.
N-VA en CD&V, bij monde van Rob Van de Velde en Griet Smaers, wezen er echter op dat gekozen is om geval per geval te oordelen over de ernst van de fraude. De commentaar van de experts, dat het bedrag nu wél een criterium vormt, kon hen niet overtuigen. Luc Van Biesen van Open VLD en Benoit Piedboeuf van MR onthielden zich, maar de aanbeveling werd toch goedgekeurd, tot consternatie van de oppositie.
Die was ook verbaasd dat de meerderheid met enkele aanbevelingen (rond de verplichting tot medewerking met de fiscus of rond de Antigoon-bepaling) inging tegen het actieplan van hun eigen minister van Financiën Johan Van Overtveldt. Ook het feit dat de meerderheidspartijen niet van plan lijken om het personeelsbestand van bijvoorbeeld de BBI of de centrale antifraudedienst (CDGEFID) uit te breiden, zorgde voor heel wat discussie.
De meerderheid beklemtoonde echter ’te streven naar meer efficiëntie in de hele keten’. De soms vage formulering bij aanbevelingen, ontlokte bij de oppositie de vraag of de meerderheid wel écht wil strijden tegen fiscale fraude. ‘Maar we hebben toch een pakket aan aanbevelingen gedaan die zijn gelijke niet kent in Europa. We hebben zowel praktische, pragmatische als ideologische stappen vooruit gezet’, concludeerde Griet Smaers van CD&V.
Debat
Het rapport van de bijzondere commissie zal binnen veertien dagen besproken worden in plenaire vergadering. Dan komt een einde aan meer dan anderhalf jaar werkzaamheden.
De bijzondere commissie (later deels omgevormd in een onderzoekscommissie) werd in april 2016 opgericht na de publicatie van de zogenaamde ‘Panama Papers’ door onder andere Knack. Uit meer dan elf miljoen gelekte gegevens van het advocatenkantoor Mossack Fonseca kwam een grootschalig netwerk van fiscale fraude aan het licht. In de documenten doken ook de namen van 732 Belgen op.