Wouter Beke (CD&V)
‘Overheid moet de burgers beter beschermen tegen de gevaren van hormoonverstoorders’
Wouter Beke en Cindy Franssen over de voortrekkersrol die België moet spelen in de strijd tegen hormoonverstoorders.
Het is een bekend tafereel voor vele ouders. Badtijd voor de baby. Omringd door gele speelgoedeendjes zit je kleine spruit in een kinderbadje met antislipmat. De temperatuur van het water heel precies afgemeten met een thermometer in de vorm een krokodil. Zijn haartjes ingezeept met speciale niet-prikkende milde babyshampoo. Voor onszelf mag het wat gewoner, maar voor onze kleintjes is alleen het beste goed genoeg.
Als ouders vertrouwen we bijna blind op de kwaliteit van wat we in huis halen. Helaas zijn niet alle producten zo onschuldig als ze eruit zien. In sommige van die vrolijke eendjes of heerlijk geurende shampoos zitten sluipende giffen. Hormoonverstorende stoffen die we niet zien, niet proeven en niet ruiken, maar die grote gevolgen kunnen hebben voor onze gezondheid.
Overheid moet de burgers beter beschermen tegen de gevaren van hormoonverstoorders
Al in 2012 trok de Wereldgezondheidsorganisatie aan de alarmbel. Verschillende kankers, problemen bij de voortplanting, obesitas, autisme, ADHD, Alzheimer en Parkinson zouden mee veroorzaakt worden door hormoonverstoorders. Stoffen die je terugvindt in synthetische producten in speelgoed, brandvertragers op de zetel of het tapijt, in cosmetica of in verf. We spreken voorzichtig, want voorlopig is er geen zwart op wit bewijs. Precies omdat het zo sluipend gebeurt en de gevolgen geleidelijk ontstaan. Toch is de wetenschap het erover eens dat grote voorzichtigheid op zijn plaats is.
Moeten we in paniek schieten en voortaan onze haren wassen met olijfolie en biologische citroen? Dat niet. Maar de tijd is wel gekomen om in actie te schieten. We kunnen chemische producten niet meer wegdenken uit de moderne samenleving. En dat hoeft ook niet. Maar we moeten niet aanvaarden dat we onvruchtbaar of ziek worden van synthetische rommel.
Al heel wat producenten toonden zich bereid om mee de strijd aan te gaan. Toch kunnen we de oplossing niet alleen overlaten aan de markt en de ‘goed geïnformeerde consument’. Geen enkele mens heeft de mogelijkheid om van elk product de samenstelling te kennen. Tenzij namen als ‘Nonoxynol-30’ (een kleurfixeerstof in kleding) of ‘Bisfenol A’ (een bestanddeel van plastic in sommige brillen) bij u meteen een belletje doen rinkelen. Maar dat is voor de meeste mensen niet het geval. Het is dus aan de overheid om de bevolking beter te beschermen.
Hoe we dat doen? Meer onderzoek. Betere tests. Een duidelijk en eenvoudig label voor veilige producten. Meer informatie voor de bevolking. De meest kwetsbare groepen, zoals baby’s en peuters, onmiddellijk beschermen met een verbod Samen met producenten zoeken naar alternatieven. En een betere samenwerking over de regio’s heen. Want het heeft weinig zin om Belgische producten te verbieden als ze door even schadelijke Chinese import vervangen worden.
Maanden geleden kaartte CD&V in de senaat het probleem aan. Tientallen studies, papers, hoorzittingen met experts en debatten later zetten we vandaag de puntjes op de i. We hinken achter op landen als Frankrijk, Zweden en Finland. Het is tijd om niet alleen onze achterstand in te halen, maar met ons land een voortrekkersrol te spelen binnen Europa. Als het over gezondheid gaat mogen – nee, moeten we ambitieus zijn. Niet alleen voor onze eigen kroost, maar voor onze hele bevolking en alle komende generaties is alleen het beste goed genoeg.
Wouter Beke is voorziter en Kamerlid voor CD&V.
Cindy Franssen is gemeenschapssenator voor CD&V.
Lees hier het dossier over hormoonverstoorders dat Knack.be vorig jaar uitbracht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier