‘Over twintig jaar zullen we denken: dit was de wake-upcall die we nodig hadden’
Hoe reageert de moslimgemeenschap op de verkiezingsuitslag van afgelopen zondag? Bij wijze van steekproef stak Knack de voeten onder tafel tijdens een iftar in Kortrijk.
‘Welkom.’ Een jongeman met lange baard groet me door zijn rechterhand op zijn hartstreek te leggen en toont me waar ik mag plaatsnemen: ergens centraal in de zaal, aan een van de vijftig tafels die de vrijwilligers van de plaatselijke moskee hebben neergezet en waar tal van lekkernijen liggen te wachten. Kijken mag, aankomen voorlopig niet. Het is immers ramadan, en dan wordt er pas gegeten wanneer de zon is ondergegaan.
We bevinden ons in Vetex, een tot ontmoetingsplaats getransformeerde voormalige textielfabriek in Kortrijk op een paar honderd meter van het Groeningemonument, het beeldhouwwerk dat de Guldensporenslag herdenkt die hier in 1302 in de buurt werd uitgevochten. Vlak bij dat symbool van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd organiseert de Kortrijkse moslimgemeenschap vandaag een publieke iftar, de maaltijd waarmee vele moslims elke avond van de ramadan de vasten breken, na een dag van vrijwillige ontbering.
Naar jaarlijkse gewoonte zijn ook niet-islamitische Kortrijkzanen uitgenodigd, en die worden uitgebreid en met een brede glimlach begroet. Toch minstens een beetje opmerkelijk in een stad waar Vlaams Belang, dat in 2014 zo goed als volledig van de grafieken was geveegd, de derde grootste partij is geworden en zowel op Vlaams als federaal niveau een winst van boven de dertien procent liet optekenen. Van ongenoegen, laat staan wrok of woede, is hier echter weinig te merken. Als er één ding opvalt, is het net de rust en saamhorigheid die hier heerst. En de hongerige blikken, natuurlijk.
Terwijl het buiten begint te schemeren, krijgt burgemeester Vincent Van Quickenborne (Open VLD) een microfoon in de handen gedrukt. Zoals te verwachten viel, blikt hij terug op de verkiezingsresultaten. Die baren hem zorgen, maar tegelijk benadrukt hij dat een samenleving pas sterk is als iedereen kan genieten van zijn vrijheid, dus ook van de vrijheid om zijn ongenoegen te uiten in het stemhokje. Zoals het een burgemeester betaamt, spreekt hij de hoop uit dat alle Kortrijkzanen ooit in harmonie met elkaar zullen samenleven en dat elke inwoner daartoe de nodige stappen zal zetten. Want, zo zegt hij met een metafoor, Kortrijk is momenteel zoals de lokale voetbalclub KVK: veel diversiteit op het veld, te weinig in de tribunes. Dat moet veranderen. Instemmend geknik is zijn deel.
De aansluitende iftar verloopt in een gemoedelijke sfeer. Aan harira – de traditionele ramadansoep -, griesmeelpannenkoeken en ander exotisch voedsel voor fijnproevers is er geen gebrek, en de gesprekken tussen autochtone buurtbewoners en hun moslimburen komen spontaan op gang. Aan de tafel naast mij neemt een bejaarde, autochtone Vlaming kind na kind op de schoot. ‘Hij ziet zich als de opa van alle kleintjes uit de buurt’, vertelt iemand me. ‘Hij staat er alleen voor in het leven, en spelen met de kinderen doet hem blijkbaar veel goed.’ Wanneer ik de man vraag of ik hem even mag spreken, wuift hij me weg, terwijl hij lachend naar het kind op zijn schoot wijst. Hij is bezig met zijn kroost en heeft daar de handen meer dan vol mee.
Aan een andere tafel raak ik in gesprek met Mohammed en Karim, twee twintigers met een uitgesproken mening, en al snel gaat het over de verkiezingsuitslag van zondag. Die heeft alvast Karim, een IT’er, niet verrast. ‘Ik begrijp dat veel mensen een proteststem hebben uitgebracht, want de politiek is de afgelopen jaren een klucht geworden. De mensen die in dit land de beslissingen moesten nemen hebben het niet goed gedaan. Wat ik níét begrijp, is dat zoveel van die misnoegden op Vlaams Belang hebben gestemd. Al heeft dat ook te maken met de manier waarop Tom Van Grieken en zijn team hebben gecommuniceerd. Ze hadden een duidelijke boodschap, terwijl de andere partijen weinig te vertellen hadden en bovendien heel laat in gang zijn geschoten. Vlaams Belang was meteen na de gemeenteraadsverkiezingen al nadrukkelijk aanwezig, vooral op sociale media. Zo zijn ze in het hoofd van veel mensen geraakt. Vind ik dat een goede zaak? Nee. Maar ik hoop dat de andere partijen er lessen uit trekken.’
Mohammed, consultant van beroep, is een stuk scherper. ‘Ik voelde me zondag anders dan de anderen, want opnieuw hebben een pak kiezers aangegeven dat ik hier moet integreren. Iets wat ik nooit zal doen, want het is helemaal niet nodig. Net zoals pakweg Jasper of Thomas ben ik hier geboren, en van hen wordt toch ook niet gevraagd dat ze integreren? Maar ik voel me niet beledigd of triest, hoor. Ik heb vooral medelijden met al die mensen die voor Vlaams Belang hebben gestemd. Zij hebben gekozen voor een partij die geen oplossingen biedt, die geen meerwaarde heeft voor de samenleving.’
Toch ziet Mohammed licht aan het einde van de tunnel. ‘De maatschappij is aan het evolueren. Als je tegenwoordig een kleuterklas bezoekt, spelen Julie en Arthur daar samen met Ahmed en Isabella. De kinderen van de volgende generatie groeien met elkaar op en hebben niet als eerste reflex: dat kind ziet er anders uit dan ik of heeft een andere culturele achtergrond. Willen we er als samenleving op vooruitgaan, dan hebben we die mix ook nodig. Dat zint conservatieve partijen als Vlaams Belang niet, omdat ze uit zijn op een clash tussen beschavingen. Maar ik zie het hoopvol in: ik ben ervan overtuigd dat de Vlamingen over twintig jaar zullen denken: dit was de wake-upcall die we nodig hadden. Al zal dat natuurlijk inspanningen van beide kanten vragen. De burgemeester had daarnet gelijk toen hij de vergelijking met het voetbal maakte. We hebben al die tijd te veel naast elkaar geleefd. We moeten als Vlamingen meer dingen samen doen, niet op basis van afkomst, maar op basis van gemeenschappelijke interesses.’
‘Tegelijk moeten wij als gemeenschap met een duidelijke, positieve boodschap naar buiten komen, en dat kan nu’, zegt Karim. ‘Mijn generatie, de derde, is de eerste die alle kansen heeft gekregen, en heel veel van ons hebben die gegrepen. Al die intelligente, capabele mensen moeten we nu naar het voorplan brengen.’
Half twaalf. De magen zijn gevuld en de banden tussen de buren strakker aangehaald. Yassin El Attar, woordvoerder van de Atakwa-moskee en in het dagelijkse leven diversiteitsmedewerker aan de Stad Leuven, is een tevreden man. ‘Meer dan driehonderd aanwezigen, dat is veel meer dan ik had verwacht, want we wisten pas zondagavond dat we deze zaal konden gebruiken, en dus hebben we de mensen pas heel laat kunnen verwittigen.’ Hij knikt wanneer ik hem wijs op de positieve vibe die vanavond in de lucht hing. ‘In Leuven was de verslagenheid groter. Het heeft misschien te maken met het feit dat we uiteindelijk allemaal West-Vlamingen zijn, en doordrongen zijn van de zwijgen-en-voortdoenmentaliteit waarvoor we hier bekendstaan. We laten ons niet zo gauw uit ons lood slaan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier