Oud-radiomaker Jean-Pierre Rondas: ‘De Wever wordt niet gevolgd maar vervolgd door de media’
In een nieuw boek geeft oud-radiomaker Jean-Pierre Rondas politiek correct links, postmoderne ‘welweterswetenschappers’ en de media er stevig van langs. Knack ging hem om enkele verduidelijkingen vragen. ‘Neem corona weg en de regering-De Croo valt over anderhalf jaar.’
Jean-Pierre Rondas wil niet gezegd hebben dat hij heimwee heeft naar het verleden. Misschien omdat het als een beschuldiging klinkt wanneer een Knack-journalist ernaar vraagt, maar de indruk is moeilijk te ontlopen tijdens het lezen van Een kwestie van bestaan. In die bundel verzamelde Rondas polemieken, recensies en essays die hij de voorbije jaren heeft geschreven, vooral voor Doorbraak. Rondas is ook voorzitter van de vzw achter de website. Niettemin kan hij zich wel vinden in een gedachte-experiment van de conservatieve filosoof Roger Scruton. Dat is opgenomen in Wereldbeelden, ook al een nieuw uitgegeven bundel met interviews met vaak wereldberoemde filosofen die Rondas vroeger voor de radio heeft gemaakt.
Ik merk al enige verbetering: sommige VRT-presentatoren hebben het niet meer monkelend over Vlaemsche kwesties.
‘Scruton is voor mij de modelconservatief. Hij wilde graag, zo vertelde hij, een moratorium afkondigen voor tien jaar op alle nieuwe veranderingen. Dat kan natuurlijk niet, maar we hebben dat eigenlijk wel nodig. De veranderingen vandaag gaan zo exponentieel snel dat veel mensen niet meer kunnen volgen. Dat verontrust me, want tegelijkertijd wordt hen ook zo veel afgepakt waaraan ze gehecht zijn. Het gevaar bestaat dat de populistische reactie die we vandaag al zien daardoor echt zal uitmonden in bloedige conflicten.’
Het is voorlopig wat het is: de wereld raast gewoon door. Ook de VRT, waar Jean-Pierre Rondas decennialang werkte als interviewer en radiomaker, is er niet tegen bestand. Het voorbije jaar werd de openbare omroep zelfs verlamd door mismanagement, en in de beheersovereenkomst die nu onderhandeld wordt hangen hem voor de zoveelste keer besparingen boven het hoofd. De voorbije weken keek Rondas, zo vertelt hij grinnikend tijdens het interview, vooral op Vier naar De slimste mens ter wereld, voor de schoonheid van Ella Leyers, maar hij heeft ook nog altijd een half oog op zijn oude uitvalsbasis.
‘Die verhalen over mismanagement verbazen me allerminst. Onder ceo Bert De Graeve werden de deuren van de VRT niet enkel opengegooid voor de vrije markt, ook intern werd de omroep vermarkt. Producers moesten bij wijze van spreken tegen elkaar opbieden voor projecten die ze wilden binnenhalen, wij werden elkaars concurrenten. Als men mensen in een publiekrechtelijk bedrijf verplicht om vrije marktje te spelen, is het helemaal niet verwonderlijk dat het gefoefel dat overal ter wereld bij de vrije markt hoort ook hier bovenkomt. Het was precies zulk gesjoemel met contracten en afspraken dat aan de basis lag van het ontslag van directeur Media en Productie Peter Claes en ceo Paul Lembrechts.
‘Daarbovenop komt de rol van de raad van bestuur. Ik werd ooit door de Vlaamse regering afgevaardigd in de raad van bestuur van de KVS, maar ik had snel door dat men nergens machtelozer en gefrustreerder is dan in zo’n raad. Het is een slimme voorzitter die alle macht naar zich toe kan trekken. Dat heeft Luc Van den Brande, die ik ten zeerste respecteer, ook gedaan, maar daarmee bewijst hij wel dat men het toezicht anders moet organiseren. Men zoekt het best andere beheermodellen, uiteraard liefst zonder politieke inmenging.’
Zoals de audits die Audit Vlaanderen vanaf nu jaarlijks zal uitvoeren?
Jean-PierreRondas:(schamper) Externe audits zijn belachelijk. Auditeurs hebben de neiging hun observaties aan te passen aan de wensen van hun opdrachtgever, dat is algemeen bekend. Ik heb genoeg audits gezien in mijn carrière om te weten dat die waardeloos zijn.
De VRT onderhandelt momenteel over een nieuwe beheersovereenkomst met de Vlaamse regering. In een kladversie die vorige week uitlekte, staat dat de omroep verplicht wordt om aandacht te besteden aan minstens tien gebeurtenissen op het vlak van de Vlaamse cultuur en identiteit. Het noopte Marc Reynebeau in De Standaard tot een vergelijking met de Hongaarse staatsomroep.
Rondas: Het zou toch wel veelzeggend zijn als de VRT vandaag al niet aan tien van zulke momenten per jaar raakt? In die draft kwamen 193 keer de woorden ‘Vlaanderen’ of ‘Vlaams’ voor, dat vond Reynebeau ook al verdacht. Als de VRT niets met Vlaanderen te maken wil hebben, moet ze de V maar laten vallen en een andere financier zoeken. Stel dat we nog een Belgische omroep zouden hebben, denkt u dat de programmamakers dan niet zou worden gevraagd om de belgitude te propageren en zeker niet al te negatief te berichten over België? Natuurlijk wel.
Ik had gedacht dat u als oud-radiomaker de onafhankelijkheid van uw collega’s misschien zou verdedigen.
Rondas: Het gaat helemaal niet over de journalistieke onafhankelijkheid van de VRT. Die is helemaal niet in gevaar. Ik merk trouwens wel al enige verbetering: sommige presentatoren spreken al niet meer op een betuttelende, ironische toon over Vlaanderen. Ze hebben het al niet meer monkelend over Vlaemsche kwesties, dat soort gratuite toespelingen raken eruit. Vroeger was dat schering en inslag, zoals mijn collega’s in de jaren tachtig ook graag met het katholicisme lachten. Ze programmeerden dan opzettelijk paasmuziek met Kerstmis, en kerstmuziek met Pasen. Dat is ook voorbij.
U hebt het in uw boek over het ‘politiek correcte cultuur- en mediacomplex’. Dat bestaat nog steeds?
Rondas: Natuurlijk, dat wordt alleen maar erger.
Behoort Martine Tanghe – ze gaat op 30 november met pensioen -daartoe?
Rondas: Ik heb niets tegen die vrouw. De meeste journalisten doen ook hun best om neutraal en pluralistisch te zijn in hun werk, maar onvermijdelijk sijpelen hun eigen meningen door. Bij Tanghe merkte je dat aan hele kleine dingen, zoals een blik of een zuchtje. Ik heb dat ook al eens ironisch over Kathleen Cools geschreven: de manier waarop zij tijdens Terzake haar ogen soms neerslaat, verraadt haar mening tijdens een uitzending.
En hun meningen zijn politiek correct?
Rondas: Ja. Zij behoren allebei tot een redactie van journalisten. Dat zijn collega’s die heel nauw met elkaar samenwerken, zodat onder hen zich een desk opinion vormt. Dat zijn meningen die door iedereen gedeeld worden zonder dat ze zelfs uitgesproken hoeven te worden. Het is ontzettend lastig om daar als individuele journalist aan te ontsnappen, die politieke correctheid is massief. Mensen moeten al aan zelfopvoeding doen om van die conventies af te wijken. Goed, bij Doorbraak proberen we dat, maar ook daar lukt het niet altijd.
In Vlaanderen heeft rechts al jarenlang de wind in de zeilen. Het lijkt me niet zo heel erg moeilijk om hier aan de politieke correctheid te ontsnappen.
Rondas: In het land Vlaanderen wel, ja. Maar journalisten behoren sociologisch tot een groep waar de correctheid overheerst. De N-VA is inderdaad de grootste partij, maar in de pers worden daar campagnes tegen gevoerd. Denk aan het interview dat N-VA-voorzitter en Antwerps burgemeester Bart De Wever in 2017 gaf aan Gazet van Antwerpen. Hij beklaagde de toestand van jongeren op de Turnhoutsebaan, aangezien zij voor passanten als twee druppels water op terroristen lijken. Een streamer in die krant zorgde er vervolgens voor dat het leek alsof De Wever die jongens zélf met terroristen vergeleek. Het kot was te klein! Nog een voorbeeld: De Wever geeft een onschuldig interview aan De Standaard over ideologie. Wat zet die krant op de voorpagina? De opmerking over de zogenaamde loketjanet (een uitdrukking die De Wever niet zelf had gebruikt: hij zei dat ambtenaren niet in een regenboog- T-shirt achter het stadsloket mochten zitten, nvdr). Dat was een onderdeel van de beschadigingscampagne van De Standaard.
Dat was gewoon het meest nieuwswaardige citaat uit dat interview.
Rondas: Vindt u dat echt? In dat geval moet u zich dringend eens bezinnen over wat u nieuwswaardig vindt. Het is zoals Peter Sloterdijk schrijft: ‘Het woord Lügenpresse is nog best onschuldig in vergelijking met wat er echt gebeurt.’ Ging het maar gewoon over leugens die door te prikken waren, de realiteit is veel perverser.
In uw boek gaat u uitgebreid in op maar vijf of zes van zulke voorbeelden uit de voorbije jaren. Dat zal enkel diegenen tevredenstellen die al overtuigd waren van dat ‘politiek correcte complot’.
Rondas: Het gaat hier helemaal niet over complotten, dan zou het ook eenvoudig te ontmaskeren zijn. Ik heb een map waarin ik voorbeelden bewaar van de manier waarop Bart De Wever – en vroeger ook Liesbeth Homans – niet gevolgd maar vervolgd wordt door de media. Maar het is niet genoeg, het zal nooit genoeg zijn. Ik begrijp wel dat u dat allemaal niet graag hoort: u bent een onafhankelijke journalist, u bent belezen, u probeert uw werk zo goed mogelijk te doen. Toch hebt u zelf weinig vat op dat groepsdenken.
Het helpt uw zaak ook niet dat journalisten door andere critici jarenlang de cheerleaders van de N-VA werden genoemd.
Rondas: Ik kan me voorstellen dat een fanaticus als Walter Zinzen zulke opmerkingen maakt, maar dat is toch niet ernstig? Als de N-VA in een regering zit, steunt de pers de oppositie. Als de N-VA in de oppositie zit, steunt de pers de regering. Dat zien we nu weer. Er zal weer gegoocheld worden met woorden als ‘extremistisch’, ‘radicaal-rechts’ of ‘extreemrechts’ om de oppositie tegen de regering-De Croo verdacht te maken. En waarom? Omdat Bart De Wever het grootste gevaar is voor België.
De consensus in de pers is vandaag wel zo’n beetje dat De Wever deze zomer zijn kansen heeft verprutst om een paars-gele coalitie te smeden door de liberalen te schofferen. Ik kan me voorstellen dat u het daar niet mee eens bent.
Rondas: Inderdaad, dat ballonnetje is opgelaten en dat zinnetje deed vervolgens de ronde. Ik denk soms: het commentariaat schrijft zodanig vaak hetzelfde dat het daar minstens één keer per week over moet vergaderen.
Dus toch een complot, meneer Rondas?
Rondas: Inderdaad! (schatert) Ernstig: we kunnen niet in hart en nieren kijken van de politici die deze zomer hebben onderhandeld, maar ik zie een rechte lijn tussen de ruzie over het Marrakeshpact aan het einde van 2018 en de vorming van de regering-De Croo anderhalf jaar later. In beide gevallen hebben ze een kans gegrepen om de N-VA eruit te zetten. De tienprocentpartijen kunnen niet aanvaarden dat er een partij is die een kwart van de Vlamingen, en als het goed gaat soms 35 procent van de kiezers vertegenwoordigt. Daarom was het wellicht wel wat naïef van De Wever en Kamerfractieleider Peter De Roover om te geloven dat een paars-geel akkoord nog mogelijk was.
Deze zomer stonden ze er heel dichtbij. De PS was er klaar voor.
Rondas: Dat is de regionalistische kant van de PS en van Paul Magnette. Het is de Open VLD die uiteindelijk de lijn van Gwendolyn Rutten heeft gevolgd. Zij is een oprechte politica: zij komt tenminste uit voor haar belgicisme. Alexander De Croo heeft zich heel stil gehouden en op het juiste moment toegeslagen om premier te worden. Maar voor hoelang? Neem corona weg en deze regering valt over anderhalf jaar. Ze hebben zichzelf wijsgemaakt dat Groen net als onder Paars-Groen van Guy Verhofstadt het cement zal zijn, terwijl snel zal blijken dat er te weinig zand of te veel water in dat cement zit. Klimaat is helemaal geen thema voor de liberalen, en ook hogere belastingen zou de Open VLD niet mogen goedkeuren. Tenminste, als ze nog liberalen zijn. Voor mij hoeft dat niet, hoor, ik ben zelf geen liberaal.
Als de N-VA in een regering zit, steunt de pers de oppositie. Als de N-VA in de oppositie zit, steunt de pers de regering. Dat zien we nu weer.
Voorlopig is het wel de N-VA die niet goed weet van welk hout pijlen maken. De Wever zegt zelf dat ze in de piepzak zitten.
Rondas: Het wringt een beetje, ja. Vlaams leiden ze de regering, federaal zitten ze in de oppositie. Ik denk wel dat ze hun plaats weer zullen vinden, zeker tegen zo’n verdeelde ploeg waarin de tweespalt nu al duidelijk is.
Zal voor flaminganten als u niet blijken dat het een historische vergissing van de N-VA was om in 2014 haar momentum niet te grijpen om een staatshervorming door te duwen?
Rondas: Die toetreding tot de regering-Michel was betwistbaar, daar is toen ook veel over gediscussieerd. Ik had daar een meningsverschil over met Peter De Roover, die in 2014 de overstap maakte van Doorbraak naar de politiek. Van de andere kant: een partij die nooit in een regering stapt, eindigt als het Vlaams Belang: machteloos.
Nu heeft de N-VA enkel de Vlaamse minister-president met Jan Jambon, over wie zelfs Doorbraak al heeft geschreven dat hij beter kan opstappen.
Rondas: Ik was het niet eens met die opinie. U ziet: Doorbraak laat diverser stemmen aan het woord dan veel kranten. (grijnst)
U vindt Jan Jambon daarentegen…
Rondas: Een schit-te-ren-de minister-president? (lacht) Nee, het politiek personeel van de N-VA is dik in orde. Zuhal Demir doet het heel erg goed, en ik hoor ook dat Ben Weyts meer en meer respect geniet. De manier waarop hij zich weert als een duivel in een wijwatervat om de scholen open te houden, wordt erg geapprecieerd.
Verlekkert u zich ondertussen dan maar op 2024, wanneer de N-VA en het Vlaams Belang misschien samen een meerderheid zullen behalen?
Rondas: Dat was ook al de boodschap van De Wever en Theo Francken op verkiezingsdag: de flaminganten hebben gewonnen. Aan de ene kant een compassieuze, conservatieve partij, en aan de andere kant een radicaal alternatief. Het pleziert u of niet, maar dat is de Vlaamse grondstroom en die zal alleen maar groter worden. Maar net zoals historici graag doen alsof Vlaanderen niet bestaat, ontkennen veel journalisten die grondstroom nog steeds.
Het gekke aan die ene stroom van twee partijen is wel dat De Wever zich tot voor kort vaak en terecht op de borst heeft geklopt omdat hij het Vlaams Belang klein had gekregen. Vandaag lijkt het daarentegen alsof de N-VA het Vlaams Belang heeft helpen heropleven.
Rondas: Die theorie dat de N-VA nooit het migratiethema van het Vlaams Belang had mogen claimen, is helemaal niet bewezen. Het zijn de media die het Vlaams Belang weer naar omhoog hebben geschreven. Terwijl ze permanent de N-VA aanvielen, hebben ze het Vlaams Belang opgevreeën. Tom Van Grieken plakt ook zo goed op beeld, hè. Die partij is dan ook veel minder gevaarlijk voor België, want ze wordt vastgehouden in een cordon sanitaire. Journalisten zullen bovendien nog blij zijn met de comeback van het VB: als straks corona verdwenen is, en Donald Trump vertrokken, kunnen ze zich gelukkig daarover nog wat opwinden.
Hoe moet de N-VA met die partij omgaan?
Rondas: Dat weet ik niet. Het Vlaams Belang zal zijn best moeten doen om de grote kuis te houden waar De Wever om heeft gevraagd. Vandaag komt het ene na het andere incident naar buiten, en de pers doet dus niets liever dan die uit te vergroten.
Iets anders: zoals klein links de schuld van alles op het neoliberalisme steekt, wijst u het postmodernisme aan als de grote boosdoener. Het is ook de rode draad in uw boek. Dat moet u eens uitleggen.
Rondas: Een van de eerste postmodernisten in de kunsten was Umberto Eco, die daarover een bijschrift publiceerde bij De naam van de roos. Hij stelde vast dat de modernisten de werkelijkheid zodanig hebben gedeconstrueerd dat ze in de schilderkunst op de duur werken afleverden waar nog maar één streep verf op stond, of gewoon een zwart vlak. Hoe kon de kunst van daaruit nog verder evolueren? Volgens Eco door enkel nog op een ironische manier aan kunst, of ook literatuur te doen en opnieuw verhalen te vertellen, maar knipogenderwijs. Postmodernisten zeggen niet gewoon: ‘Ik hou van u.’ Nee, ze maken daar iets van als: ‘Zoals Hamlet indertijd al beweerde, hou ik van u.’
Dat lijkt me iets wat u juist amusant vindt.
Rondas: Het zal nog niet, zeker.
Wanneer is het dan misgegaan?
Rondas: Uiteindelijk werden alle vormen van zogenaamd essentialistisch denken verdacht gemaakt, ook in de politiek. De drie grote verhalen zijn ontmaskerd: het christelijke geloof, het marxisme en het verlichtingsdenken. Het nationalisme hoorde daar natuurlijk ook bij. Iets als een natie, of zelfs maar een gemeenschap kon uiteraard niet meer bestaan. Het politiek correcte denken is uiteindelijk de vertaling van dat postmodernisme. (citeert uit zijn boek) ‘Met een culpabiliserende uitleg over het verleden, een moraliserende pressie op het heden, en een afwezigheid van elk project voor de toekomst.’ Dat is het.
De politieke correctheid zoals u erover spreekt klinkt inderdaad eerder als een nieuwe verstikkende moraliteit, en absoluut niet als het nihilisme dat ik met het postmodernisme associeer.
Rondas: De essentie is het slachtofferschap. Iemand heeft het pas gemaakt in het leven als hij zichzelf als slachtoffer kan voorstellen. Het postmodernisme heeft uiteindelijk dus veel meer gedaan dan de grote verhalen te deconstrueren: zelfs de begrippen waarmee wij onszelf verhalen kunnen vertellen, zijn gedeconstrueerd en onklaar gemaakt. Een eigen ik? Bestaat niet. Een volk? Bestaat niet. Identiteit? Nooit van gehoord, tenzij het over die nieuwe identiteiten van slachtoffers gaat op de nieuwe breuklijn. Zolang iedereen maar antiblank, antiwesters en antiman is. Een blanke, westerse man is namelijk het allerergste wat er bestaat. De blanke man is de enige mensensoort die zelfs niet meer mag kiezen hoe hij zelf wordt genoemd. Zonder na te denken hebben ondertussen bijna alle journalisten het woord ‘wit’ daarvoor in de plaats overgenomen.
Journalisten gebruiken bijna nooit de beschrijving ‘wit’ in plaats van ‘blank’.
Rondas: Dat is heel courant. De Standaard is daar zelfs officieel op overgeschakeld.
Dat klopt niet, De Standaard gebruikt nog steeds vaak ‘blank’. Maar is het al bij al geen goede zaak dat door discussies zoals over de Belgische kolonisering van Congo de officiële geschiedenis wordt gecorrigeerd?
Rondas: Ik heb daar deze dekoloniseringsgolf helemaal niet voor nodig gehad. Ik was de eerste op de radio die in de jaren tachtig de Vlaamse historici Daniël Vangroenweghe en Jules Marchal interviewde over de misdaden van Leopold II. Hugo Claus en Julien Weverbergh hadden daar toen ook al over geschreven. De enige reden waarom de officiële geschiedschrijving in de jaren tachtig nooit is aangepast, is omdat men toen nog het koningshuis wilde beschermen.
Dus die nieuwe golf van protest is nog wel nodig?
Rondas: Men heeft het nu over dekolonisering zonder dat er nog sprake is van een kolonie. Niettemin zijn we allemaal schuldig. Wij dragen allemaal witte schuld. De welweterswetenschappen zoals de sociologie, de politicologie en de literatuurwetenschappen jagen dat allemaal aan. Professoren aan Amerikaanse universiteiten die zulke stellingen in twijfel trekken worden gecanceld, en daarom moeten we nog altijd dezelfde discussies voeren als veertig jaar geleden. Hetzelfde in de discussie over het multiculturalisme. In Vlaanderen loopt links nog altijd te hoop tegen het zogezegde assimileren, net zoals decennia geleden.
Het migratiedebat van vandaag lijkt toch in niets op dat van de jaren negentig?
Rondas: Ah, nee? Een fantastisch voorbeeld zijn de clitoridectomieën, oftewel de vrouwenbesnijdenissen. Dat kwam al ter sprake in de discussies over cultuurrelativisme, en veertig jaar later bestaan die praktijken nog. Vraag maar aan Ayaan Hirsi Ali. We moeten alle barbaarse gebruiken in vreemde culturen zogezegd afwijzen, behalve als het over de islam gaat. Daar moeten we nog altijd respect voor hebben.
Er is toch zo goed als niemand die dat verdedigt?
Rondas: Wat onderzoeksjournalistiek zou u misschien af en toe kunnen helpen. Het hele feminisme is versplinterd, en lijkt in niets meer op wat het vroeger was. Vandaag omarmen feministes de intersectionaliteit, wat erop neerkomt dat zij ook respect moeten hebben voor antifeministische standpunten van de islam.
Noemt u eens een feministe die dat verdedigt.
Rondas: Zo gaat dat niet. Ik ga geen namen noemen, maar iedereen ziet welke evolutie het feministe doormaakt.
Maar wie verdedigt dan precies zulke antifeministische gebruiken?
Rondas: Hou daarmee op. Ik vind het al moeilijk genoeg om het op deze manier te durven formuleren. Ik onthoud niet alle namen van feministische auteurs, maar die indruk krijg ik wel als ik een beetje rondlees.
Naast universiteiten en de media zijn het trouwens vooral multinationals die de meest invloedrijke multiculturalistische initiatieven nemen. De reclames in het straatbeeld zijn daar de beste voorbeelden van.
Ze weten dat consumenten multicultureel zijn en proberen er zo veel mogelijk aan te spreken. Wat is daar mis mee?
Rondas: Daar is allemaal niets mis mee. Het valt mij enkel maar op dat ze zulke beelden telkens weer willen inlepelen bij de mensen. Die multiculturaliteit moet steeds maar benadrukt worden.
U bent in uw boek vaak erg geestig, maar er zit ook wel een zekere misnoegdheid onder. Ik zou u eerder als antilinks dan als rechts omschrijven.
Rondas: Ik ben allesbehalve misnoegd, ik geef gewoon kritiek op wat ik rond me zie, zoals de Duitse denker Walter Benjamin dat ook deed in zijn tijd. Ik weet niet of ik wel rechts ben. Daarmee ben ik niet meer bezig. Links heeft zichzelf overbodig gemaakt, dat betreur ik ten zeerste. In plaats van het op te nemen voor de dompelaar en de kleine man, strijdt links nu voor de victimologie van het slachtoffer in de identiteitsbubbels. Ik zie rechts ook wel niet meer zoals wij vroeger in 1968 aan de Gentse Blandijn naar rechts keken: elke ondernemer, elke mens die geld verdiende, was verdacht. Knack vroeg me vorig jaar naar boeken die buitenlanders nodig hadden om Vlaanderen beter te begrijpen, en in mijn lijst had ik de catalogus van de tentoonstelling Voor God en geld van Fernand Huts opgenomen. Dat was een plaagstootje, want ik weet dat links daar niet tegen kan.
Mag Fernand Huts u vragen als hij op zoek gaat naar een artistiek directeur van zijn Boerentoren?
Rondas: Het zal wel zijn!
Jean-Pierre Rondas
– 1946: geboren in Gent
– Studie: Germaanse taal- en letterkunde en filosofie (UGent)
– 1980-2011: producer en programmamaker bij Klara (vroeger Radio 3). Bekendste programma’s: Wereldbeeld en Rondas
– 2008: medeauteur van de manifesten van de Gravensteengroep
– 2011: krijgt van Boek.be het Gulden Boek voor zijn uitvoerige interviews met internationale auteurs in diverse radioprogramma’s
– 2013: voorzitter van de vzw Stem in ’t Kapittel, uitgever van het opinieblad Doorbraak
– 2020: publiceert Een kwestie van bestaan
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier