Orban, Francken en Salvini: hoe politici het christendom misbruiken
Waarom is het christendom zo populair in het (radicaal-)rechtse discours? En waarom stuit dat christenen, van de paus tot een West-Vlaamse pastoor, zo tegen de borst? Een rondvraag onder twaalf apostelen. ‘Als je íéts letterlijk moet nemen in de Bijbel, dan wel het verhaal van de Barmhartige Samaritaan.’
Op 2 juni tweette Theo Francken een foto vanuit de Onze-Lieve-Vrouw-processie in Lubbeek, de plattelandsgemeente waarvan hij burgemeester is. De foto toont een pastoor op de rug. Francken schrijft: ‘De burgemeester achter de pastoor in de stoet. Eeuwenoude traditie.’ In Italië zwaait Lega-voorman Matteo Salvini tijdens campagnemeetings met een paternoster. Thierry Baudet van het Nederlandse Forum voor Democratie is het wel zeker: ‘God is rechts.’ Viktor Orban omschrijft Hongarije sinds kort liever als ‘christelijke democratie’ dan als ‘illiberale’.
Het is raar om geen geloof te hebben nadat geloof 1500 jaar onze cultuur heeft doordrenkt.
Er is de laatste tijd geen gebrek aan nationalistische en/of radicaal-rechtse politici die de mond vol hebben over de christelijke traditie, het cultuurchristendom of de ‘joods-christelijke sokkel onder de Europese beschaving’. Gaat het om oprechte christenen die vanuit een doorleefd geloof aan politiek doen? Of gebruiken ze symbolen en tradities in een identitair discours dat, zeker in extreemrechts vaarwater, in wezen haaks staat op de boodschap in het evangelie? Knack vroeg het aan tien christelijke denkers, één journaliste en één politoloog.
Twee varianten
De consensus onder de gesprekspartners is groot: jazeker, het christendom wordt ook in 2019 nog altijd politiek gebruikt. En ja, dat is normaal, vindt emeritus professor filosofie Herman De Dijn (KU Leuven). ‘Politiek verhoudt zich altijd tot religie – in onze cultuur is dat dan primair het christendom -, want religie maakt ontegensprekelijk deel uit van de samenleving waarover politici zich uitspreken. En politiek is altijd instrumenteel.’ Ook theoloog Didier Pollefeyt (KU Leuven) ziet geen breuk met het verleden. ‘De geschiedenis van het christendom bulkt van de politieke instrumentalisering. De apartheid werd ermee gelegitimeerd, homoseksualiteit werd ermee de grond ingeboord, slavernij werd ermee goedgepraat.’
Volgens Pollefeyt kunnen we de vraag of het christendom wordt gebruikt/misbruikt maar beter herformuleren. ‘Wij moeten ons deze ongemakkelijke vraag durven te stellen: waarom zijn onze tradities en verhalen zo populair bij rechts en vooral extreemrechts?’
Hij zoekt de verklaring in de twee varianten die een religie kan hebben. ‘Enerzijds is het een manier om identiteit te bevestigen, als systeem om continuïteit, zekerheid, veiligheid en geborgenheid te geven. Anderzijds heb je de disruptieve variant: die wil de mens niet behagen, hij stelt onze manier van doen ter discussie. In de Bijbel passen de Bergrede en het verhaal van de Barmhartige Samaritaan in die variant, en ook paus Franciscus ligt in die lijn. Drie jaar geleden waste hij tijdens de viering van Witte Donderdag de voeten van twaalf vluchtelingen, onder wie drie moslims. Om dat laatste te kunnen doen, liet hij zelfs het kerkelijk recht aanpassen.’
Het hoeft niet te verbazen dat extreemrechts gruwelde bij dat beeld, zegt Pollefeyt. ‘De politieke links-rechtstegenstelling kan zich makkelijk op die theologische tegenstelling enten. De eerste traditie is eerder rechts en conservatief, de tweede is links en progressief.’
De Zeebrugse pastoor Fernand Maréchal kan ervan meespreken. Hij vangt transmigranten op die de oversteek naar het Verenigd Koninkrijk willen maken en biedt ze een kom soep, een broodmaaltijd en een douche aan. Dat levert hem scheldmails, extreemrechtse protestacties en zelfs doodsbedreigingen op. ‘Ik heb ook veel mensen die mij steunen en helpen, hoor’, glimlacht hij. ‘Maar die roepen niet zo luid.’
De vloek van Vaticanum II
Er is natuurlijk een paradox. Het christendom kalft af in Europa, de christendemocratie is tanende, en toch kost het radicaal-rechtse en/of populistische partijen geen stemmen wanneer ze koketteren met christelijke symbolen.
Politoloog Anton Jäger, die door zijn doctoraat aan Cambridge University over Amerikaans populisme op dit thema botste, heeft er een maatschappelijke verklaring voor: de neergang van zowel de georganiseerde religie als van de partijpolitiek. ‘Politiek is verworden tot wat de Ierse politoloog Peter Mair ruling the void noemde: regeren over de leegte die ontstaat wanneer het politieke centrum verdwijnt.’
De Nederlandse journaliste Yvonne Zonderop is het daarmee eens. De populisten hebben gewoon goed opgelet, vindt ze. Zonderop publiceerde vorig jaar het boek Ongelofelijk – Over de verrassende comeback van religie. ‘Het is raar om geen geloof te hebben nadat geloof 1500 jaar onze cultuur heeft doordrenkt. De populisten benoemen dus gewoon een behoefte die er is. Aangezien niemand anders de christelijke erfenis nog claimt, hebben ze het rijk voor zich.’
In Nederland, zegt ze, zijn veel priesterlijke organisaties – onderwijsinstellingen, omroepen, volkshuizen – hun christelijke inspiratie vergeten. ‘Jäger ziet terecht parallellen met de politiek. Ook bij de sociaaldemocratie is de inspiratie verwaarloosd die achter de sociale zekerheid zit. Maar zonder solidariteit hou je die niet staande. Net zo zijn de kerkelijke organisaties, om het vriendelijk uit te drukken, gaan aarzelen. Ze stralen niet meer uit waarin ze geloven.’
De N-VA verdedigt de kerststal alleen om de vorm en niet meer om wat erin te zien is: een gezin op de vlucht.
Herman De Dijn knikt. ‘Neem het ziekenfonds van de Christelijke Mutualiteiten. Dat heet sinds 2016 Samana en wil niet langer een christelijk ziekenfonds heten maar een gezondheidsfonds. De CM is onderdeel geworden van de trend om voortdurend bezig te zijn met je gezondheid. Je kunt er nu een “coach” raadplegen voor je gezondheid! (smalend) Voor jouw “wellbeing”. Flauwekul. En onchristelijk! Naastenliefde, de christelijke zorg: die is er voor wie echt lijdt, niet voor wie nóg gezonder wil zijn, nog méér “levenskwaliteit” wil. Dat begrip alleen al: puur ideologisch, uit de stal van het neoliberale individualisme. Altijd meer en beter. En als het niet meer kan, dan is er euthanasie. Dat de CM daaraan meedoet, kunt u zich dat voorstellen?’
De genadeklap voor de Kerk waren de schandalen, vervolgt Zonderop. ‘Doordat de nadruk sinds het Tweede Vaticaans Concilie sterk kwam te liggen op de orthodoxie, de regels, is het kindermisbruikschandaal vernietigend geweest voor de geloofwaardigheid van de Kerk. Dat schandaal heeft al die kardinalen en bisschoppen die zo hamerden op alle regeltjes over seks in hun hemd gezet. En daarnaast zat de nadruk op de orthodoxie de spiritualiteit in de weg.’ Dat vindt ook pastoor Maréchal. ‘Christen zijn is niet alleen wetten en regels volgen. Wie het daartoe vernauwt, creëert een dood christendom. Je moet permanent jezelf en wat je doet tegen het licht houden. “De mens is belangrijker dan de Sabbat”, zei Jezus.’ Maréchal denkt even na. ‘Vandaag riskeren acht mensen vervolging wegens schuldig verzuim omdat ze een stervende man in Kortrijk niet hebben geholpen. Maar vorig jaar stonden mensen terecht omdat ze in het Brusselse Maximiliaanpark transmigranten wél hebben geholpen. Hoe leg je dat uit?’ Dat uit een peiling bleek dat 52 procent van de Vlamingen achter een wet staat die het opvangen van transmigranten criminaliseert, maakt op Maréchal geen indruk. ‘Aan zo’n wet moet je je niet houden.’
Cultuurchristenen
Kardinaal en aartsbisschop Jozef De Kesel is niet te beroerd toe te geven dat de spiritualiteit te vaak is ondergesneeuwd. Maar hij wijst ook op de maatschappelijke en politieke tendens om het christendom van zijn relevantie te ontdoen. ‘Wie het geloof herleidt tot een cultuurhistorisch gegeven, doet het oneer aan. Ik kan mij als verantwoordelijke van de katholieke Kerk in België én als gelovige niet verzoenen met een samenleving of een overheid die het christendom alleen nog honoreert om zijn cultuurhistorische betekenis, maar het verder geen relevantie toedicht.’
Daarmee doelt de kardinaal op het in dit debat veelbesproken ‘cultuurchristendom’. Gewezen CD&V-boegbeeld Miet Smet gebruikte de term in haar pleidooi in De Zevende Dag om de ‘c’ uit CD&V te schrappen.
‘Door het christendom te seculariseren tot een discours van waarden heeft men er een lege huls van gemaakt’, zegt Pollefeyt. Hij vindt de kerststalrelletjes exemplarisch. ‘In Holsbeek liet een CD&V-burgemeester eerst de kerststal verwijderen omwille van de “neutraliteit”, een jaar laten stond hij er weer “omdat het bij de sfeer hoort”. Men begrijpt echt niet meer waar het over gaat. De N-VA verdedigt dan wel de kerststal, maar alleen om de vorm, om de traditie, en niet meer om wat erin te zien is: een gezin op de vlucht.’
Emmanuel Van Lierde, hoofdredacteur van het christelijke opinieblad Tertio, legt het zo uit: ‘Christendom is in de eerste plaats de spiritualiteit, de relatie met God en de ontmoeting met Jezus. Waarden als naastenliefde, gastvrijheid en menswaardigheid vloeien daaruit voort. Niet omgekeerd.’
Filosoof Guido Vanheeswijck, verbonden aan de Universiteit Antwerpen en auteur van Onbeminde gelovigen – Waarom we religieus blijven, staat niet per se negatief tegenover cultuurchristendom. ‘Elke West-Europeaan, gelovig of niet, is een cultuurchristen omdat het christendom hier cruciaal was in de vorming van onze cultuur. Abdijen bezoeken en de muziek van Bach beluisteren, kan een aanleiding zijn tot verdieping. Maar dat hoeft zelfs niet. Dat is ook waardevol op zich. Waar ik wel voor waarschuw, is dat de bedding opdroogt waarin dat allemaal is ontstaan. Tradities verdampen samen met de betekenis erachter.’
Vanheeswijck merkt op dat dezer dagen niet alleen het christendom uitgekleed en geïnstrumentaliseerd wordt. ‘Kijk naar het boek van Bart De Wever (N-VA), Over Identiteit. Daarin schrijft hij dat hij voor het huwelijk is, louter omdat het een traditie is. Geen woord over de mogelijk diepere, christelijke dimensie ervan. En zijn concept van “traditie om de traditie” is bovendien antiverlichting. De verlichting vraagt kritisch onderzoek alvorens te bepalen of je de traditie kunt behouden of kunt afstoten.’
De kerk moet niet agressief zijn, zoals de radicale rechterzijde vraagt. Wel onbevangen aanwezig zijn in het actieve pluralisme.
Kruisvaarders
Guido Vanheeswijck brengt ons bij de vraag of de christelijke retoriek van (radicaal)rechts gebruik dan wel misbruik is. Zijn Salvini, Francken en Orban niet gewoon politici die vanuit een christelijke inspiratie aan politiek doen – zoals christendemocraten dat doen? De Italiaanse journalist David Caretta, in Brussel correspondent voor de linkse radiozender Radio Radicale en de liberale krant Il Foglio, grinnikt bij de suggestie. ‘Wie de levenswandel van Salvini kent – kinderen bij verschillende vrouwen, relatiebreuken die op sociale media worden gedeeld – weet dat er weinig kerkbezoeken op zijn cv staan. Nee, zijn gezwaai met een paternoster, het opzichtige kruis rond de hals en de selfies vanuit processies zijn duidelijk politieke strategie.’
Zo doet Salvini volgens Caretta in het religieuze veld wat hij en zijn geestesgenoten ook op politiek vlak doen: ze vallen het establishment aan. ‘Iedereen die zich gemarginaliseerd voelt, verzamelt hij rond zich. Word je racist genoemd? Welkom. Wil je niets weten van paus Franciscus die de voeten van vluchtelingen wast? Kom bij Matteo.’
Jäger ziet hoe Salvini zich expliciet een kruisvaardersimago aanmeet: hij is de voorman die de islam uit Europa wil houden. ‘Ook de Duitse partij Alternative für Deutschland doet dat. Veel AfD’ers vinden dat de Kerk het christendom heeft verraden door zich achter Angela Merkels ” wir schaffen das” te scharen. Je zou bijna kunnen zeggen dat er een nieuwe cultuurchristelijke zuil wordt opgezet, als steunbeer van een politiek project.’
Die christelijke strijdretoriek is absoluut niet nieuw, weet Jäger. ‘Ze is wel ongezien sinds de Koude Oorlog, toen protestanten en katholieken zich verbroederden tegen het goddeloze communisme. En ook daarvóór, toen Vlaamse priesters vanaf de kansel jongeren naar het oostfront joegen. Nu de communistische vijand er niet meer is, gebruikt radicaal-rechts, maar ook een partij zoals de N-VA, de islam als vijand om het combattieve in het katholicisme te injecteren.’
Tertio-hoofdredacteur Emmanuel Van Lierde merkte de kruisvaardersretoriek al op na de aanslagen van 11 september 2001. ‘Toen had de Amerikaanse president George W. Bush het letterlijk over een kruistocht tegen de As van het Kwaad. Dat discours hoor je bij ons zelden.’
Hoezo, joods-christelijk?
Een term die wél om de haverklap valt, is de ‘ joods-christelijke traditie’. ‘Je moet er bijna van uitgaan dat wie hem gebruikt een politieke agenda heeft’, zegt Zonderop. In haar boek schetst ze de geschiedenis ervan. In de jaren 1930 gebruikte de Amerikaanse president Franklin Roosevelt hem om de Amerikanen ervan te overtuigen tegen de nazi’s te gaan vechten. ‘Vanaf de Koude Oorlog veranderde het van een verbindende term in een term die moest ophitsen. Eerst tegen de communisten, en sinds 9/11 tegen de islam.’
Een sprekend voorbeeld is PVV-voorman Geert Wilders. Zonderop: ‘Toen hem in de Tweede Kamer werd gevraagd wat “joods-christelijk” voor hem betekent, antwoordde hij: “Eigen volk eerst.” Hij werd gewoon uitgelachen.’ Kardinaal De Kesel en pastoor Maréchal zien er de humor niet van in. ‘Die uitspraak is in flagrante tegenspraak met het evangelie’, zegt Maréchal. ‘De zieke, de arme, de vreemdeling: die komen voor Jezus op de eerste plaats. Het stond zelfs al in het Oude Testament. Lees Leviticus: “Bemin vreemdelingen als uzelf, want gij zijt zelf vreemdelingen geweest in Egypte.” En waren wij Belgen niet ook vluchtelingen tijdens de twee wereldoorlogen?’ Ook de kardinaal is formeel: ‘Men keert zich niet om voor een mens in nood. Dat is fundamenteel. Je kunt van het christendom niet iets maken dat zich afsluit voor wie anders is.’
Guido Vanheeswijck formuleert het zo: ‘Hendrik Bogaert (CD&V) zegt dat je de Bijbel niet letterlijk moet nemen. Dat klopt wanneer Jezus over water loopt. Maar als je iets absoluut wél letterlijk moet nemen, dan wel het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Niks geen interpretatie, het is glashelder: je moet de zwakkere helpen. Punt.’
Tertio-columnist Mark Van de Voorde, jarenlang adviseur op CD&V-kabinetten, gaat een stap verder en ziet in de Barmhartige Samaritaan een expliciete politieke boodschap. ‘Hij raapt de beroofde en gewonde mens op, verzorgt hem, brengt hem een herberg binnen én betaalt voor zijn verblijf. Ik zie daar solidariteit in als principe én als concreet politiek project, met name de sociale zekerheid: wij dragen allemaal een beetje af voor het algemeen belang. Leg dat onder de neus van Salvini en Baudet. Ze zullen het niet lusten.’
De identitairen misbruiken het christendom én ze zijn er tegelijkertijd kwaad op. Logisch: het christendom is de vijand van de vreemdelingenhaat.
Inderdaad. Maar Thierry Baudet vindt dan ook dat vanaf de kansel alleen nog ‘linkse zwetsverhalen’ verkondigd worden. ‘Dat hele christendom is een links instituut geworden’, zei Baudet in december vorig jaar op een debat. De bepaald niet linkse advocaat en conservatieve opiniemaker Fernand Keuleneer, raadsman van wijlen kardinaal Godfried Danneels tijdens Operatie Kelk, wuift het weg. ‘Links, rechts: die begrippen zijn hier niet van tel. Maar je zou kunnen zeggen dat het christendom in een heel aantal domeinen veel te weinig “links” is. Zo spreekt de Kerk zich niet genoeg uit over haar opvatting over de economische ordening van de samenleving. Bijvoorbeeld over de concentratie van vermogen en macht. Maar goed, ook rechts heeft het daar moeilijk mee.’ Ook conservatief denker De Dijn vindt de kritiek van Baudet overdreven. ‘Maar je moet toegeven dat wat overblijft iets softs heeft. Het christendom wordt door veel christenen herleid tot culturele, soft-progressieve zaken, zoals die gelukscoaches bij de CM.’
Van kardinaal De Kesel mag de Kerk best wat assertiever zijn. ‘Niet agressief, zoals de radicale rechterzijde vraagt, maar wel onbevangen aanwezig in het actieve pluralisme.’ Emmanuel Van Lierde: ‘Wij zijn inderdaad te wollig, te braaf en te ongevaarlijk. Het rituele slachten gaat ons niet rechtstreeks aan, maar we kunnen toch het best met onze joodse en islamitische broeders onze stem verheffen tegen elke inperking van de godsdienstvrijheid.’
Er valt volgens Cambridge-politoloog Tobias Cremer heel wat te zeggen voor een assertievere Kerk in de strijd tegen radicaal-rechts. Hij doctoreert op de relatie tussen religie en de opkomst van populistische partijen. In artikelen beschrijft hij trends die erop wijzen dat de Kerk opnieuw een leidende rol kan opnemen in de westerse politiek. Zo leert divers onderzoek dat West-Europese christenen meer ‘immuun’ zijn om voor radicaal-rechtse populisten te stemmen dan ongelovige kiezers. 98 procent van de aanhangers van de Deense Volkspartij gaat bijvoorbeeld zelden of nooit ter kerke. In Frankrijk, waar het Front National al jarenlang Jeanne d’Arc herdenkt, en in het oerkatholieke Italië van Matteo Salvini is kerkbezoek zelfs een van de beste indicatoren om te voorspellen dat iemand niet voor radicaal-rechtse populistische partijen stemt. Het grootst is de ‘religie-kloof’ in Duitsland, weet Cremer. Daar scoort de AfD half zo goed onder katholieke en protestantse kiezers als onder ongelovige. Dat verklaart mee, aldus Cremer, waarom de rechts-conservatieve partij CSU in oktober 2018 530.000 kiezers verloor. De partij had daarop geanticipeerd door het AfD achterna te lopen. Postelectoraal onderzoek haalde die strategie onderuit. Van die 530.000 kiezers zei 54 procent te zijn vertrokken omdat ‘de CSU haar christelijke overtuigingen had opgegeven’. ‘Maar tot grote verbazing van velen’, schrijft Cremer, ’trokken zij niet naar de AfD. Wel naar de links-liberale, pro-migratie Die Grünen. ‘ Zijn conclusie: ‘De Kerk kan binnenkort voor deze strategische keuze staan: op de populistische golf meesurfen in de hoop de ontkerkelijkte cultuurchristenen aan boord te houden, of haar morele autoriteit herbevestigen door openlijk de contradicties aan te vallen van een rechts-populistische discours dat wel koketteert met christelijke symbolen maar allesbehalve christelijk is.’
Mark Van de Voorde wijst die contradictie aan. ‘Aan de ene kant misbruiken de identitairen het christendom om hun vijandbeelden te versterken. Ze spelen in op de West-Europese identiteitscrisis. Nadat we hier eerst massaal en vooral eigenhandig onze christelijke identiteit hebben weggegooid, laten we ons nu door radicaal-rechts wijsmaken dat de moslims ons die hebben afgepakt. Aan de andere kant zijn de identitairen kwaad op het christendom. Logisch, want het christendom is de allergrootste vijand van het extreme nationalisme en de vreemdelingenhaat. “Katholiek” betekent “de hele wereld omvatten.”‘
De kwestie-Bogaert
Kardinaal De Kesel benadrukt dat inclusieve ook. ‘De katholieke Kerk is altijd een universele Kerk geweest, niet de Kerk van één volk.’ Maar wie het inclusieve discours wil stilleggen, heeft sinds 2017 een grote stok om de hond te slaan. Toen pleitte CD&V’er Hendrik Bogaert voor ‘een verbod op het dragen van grotere en zichtbare religieuze tekens in Europa voor religies met meer dan 5 procent aandeel van de bevolking’. Een nauwelijks verholen aanval op de islam, want de facto een hoofddoekenverbod.
Op kardinaal De Kesel na noemen alle getuigen die Knack sprak Bogaerts voorstel de meest flagrante, meest verregaande en meest agressieve daad van politieke recuperatie van het christendom in Vlaanderen. En die komt niet van radicaal-rechts, wel van een CD&V’er die wellicht kandidaat-voorzitter wordt van de zieltogende Vlaamse christendemocraten.
Jan De Volder, godsdiensthistoricus aan de KU Leuven en CD&V-kandidaat bij de voorbije verkiezingen, is het volstrekt oneens met zijn partijgenoot. ‘De CD&V moet de godsdienstvrijheid verdedigen, inclusief het recht om religieuze tekens te dragen of niet. Met percentages goochelen om de moslims te raken en tegelijk de joden of de sikhs te sparen? Dat staat ver af van wat een christen vandaag moet uitdragen.’
De Volder was via de Gemeenschap van Sant’Egidio en de Kerk betrokken bij het opzetten van humanitaire corridors voor Syrische vluchtelingen. Toenmalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Francken (N-VA) kreeg destijds het verwijt dat hij eenzijdig focuste op christelijke vluchtelingen. ‘Ik heb daar veel met hem over gediscussieerd’, zegt De Volder. ‘Het lot van christenen ligt ons na aan het hart, maar voor ons ging het vooral over kwetsbaren. We hebben toen een compromis gevonden: er zijn ook moslims overgekomen. Je voelde een zekere pragmatiek bij Francken.’ De Volder ziet bij de N-VA twee sporen. ‘Enerzijds heeft De Wever in Over Identiteit amper een goed woord over voor het christendom en omarmt hij de verlichtingsidee dat godsdienst hoogstens op de achterbank van de samenleving zit. Anderzijds mag Francken op de identitaire flank dwepen met Salvini’s migratieverhaal, maar ook met diens idee dat de christelijke beschaving bedreigd wordt door moslims.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier