Ophaling, recyclage en controle: de pijnlijke vragen van de plasticverwerking
In België zijn de ophaling van plastic verpakkingen, de recyclage én de controle daarop in handen van één instantie. Garandeert die manier van werken de belangen van mens en milieu? Knack zocht het uit op basis van 12 confronterende vragen.
Sinds de Tweede Wereldoorlog groeide de plasticproductie in een sneltempo uit tot big business, ook in Europa. Maar de keerzijde van het succes is gigantisch. Om de toenemende plasticvervuiling en broeikasgassenuitstoot in te perken, zetten overheden wereldwijd in op circulaire maatregelen. Die zijn erop gericht om minder plastic te produceren, plastic zo lang mogelijk in gebruik te houden, en efficiënte recyclage te organiseren – in die volgorde.
Eerder dit voorjaar ging Knack na hoe circulair onze petflessen zijn: hoeveel ervan worden gerecycleerd tot nieuwe petflessen? Het resultaat is mager. Het grote merendeel van nieuwe petflessen bestaat uit nieuw aangemaakt plastic, wat wordt gewonnen uit schaliegas of petroleum.
Maar het onderzoek wierp ook belangrijke vragen op over de manier waarop we recyclage organiseren. In België staat Fost Plus, een ledenorganisatie die onder meer bestaat uit verpakkingsproducenten, in voor de ophaling en recyclage van huishoudelijke verpakkingen. Fost Plus blijk ook voor een groot deel de controle op de recyclage in handen te hebben. Dan is de vraag: hoe garandeert die manier van werken dat de belangen van de samenleving en de planeet vooropstaan, en niet die van plasticproducenten?
Wat is de rol van verpakkingsproducenten bij recyclage?
Wie in België petflessen of shampooflessen op de markt brengt, is wettelijk verplicht om daar minstens 30 procent van te recycleren. Weinig bedrijven recycleren zelf de verpakkingen die ze op de markt brengen. In de praktijk doet Fost Plus dat voor hen, in ruil voor een financiële bijdrage. Zo’n 5000 bedrijven betalen Fost Plus een zogenaamde Groene Puntbijdrage om hun verpakkingen te recycleren.
In ons land is Fost Plus de enige organisatie die huishoudelijke verpakkingen mag recycleren. Het moet daarvoor verantwoording afleggen aan de toezichthoudende overheid, de Interregionale Verpakkingscommissie (de Vlaamse, Waalse en Brusselse overheid), die ook toezicht houdt op Valipac, de tegenhanger van Fost Plus voor bedrijfsmatig verpakkingsafval.
De overheid is min of meer afhankelijk van de industrie om haar preventie- en recyclagebeleid in daden om te zetten.
Fost Plus is een vzw. De leden van de algemene vergadering zijn bedrijven die verpakte producten op de markt brengen zoals Unilever, Danone of Colruyt, maar ook verpakkingsproducenten zoals Van Genechten, een bedrijf dat vouwkartonnen verpakkingen maakt. Ten slotte zitten er ook federaties in zoals Comeos, dat de Belgische handel en diensten vertegenwoordigt, en FEVIA, de federatie van de Belgische voedingsindustrie. Verpakkingsproducenten en federaties organiseren dus de ophaling en recyclage van petflessen in België.
De Interregionale Verpakkingscommissie die de activiteiten van Fost Plus moet controleren, zegt met 21 medewerkers structureel onderbemand te zijn voor de controle van en het toezicht op Valipac en Fost Plus. Aangezien de controle beperkt is, heeft Fost Plus de facto een grote slagkracht als het gaat over de ophaling en recyclage van nagenoeg alle consumentenverpakkingen op de Belgische markt. Zo komt het dat de overheid min of meer afhankelijk is van de industrie om haar preventie- en recyclagebeleid in daden om te zetten.
Moeten we bezorgd zijn over inmenging van de plasticindustrie in de recyclage?
Misschien wel. De algemene vergadering van Fost Plus bestaat uit 51 leden. Vijf daarvan zijn rechtstreeks gelinkt aan plasticproductie uit fossiele bronnen: petrochemische bedrijven Total, Borealis, Amcor, Inovyn (een bedrijf van Ineos) en Essenscia PolyMatters, de Belgische sectorfederatie van de kunststofindustrie. Nog eens 34 leden hebben directe belangen bij lage plasticprijzen en een goedkoop ophaalsysteem. Dat zijn onder andere retailers zoals Colruyt en Aldi, multinationals zoals Mondelez, Nestlé, Unilever, Coca-Cola en P&G, en de federaties Comeos en FEVIA. Samen maken die leden een zeer ruime meerderheid uit van de algemene vergadering van Fost Plus.
Doet Fost Plus zijn werk dan niet?
Toch wel, Fost Plus streeft de wettelijke recyclage-eisen na. Voor plasticverpakkingen is dat tegenwoordig 30 procent. Maar dat cijfer is achterhaald: de nieuwe Vlaamse en Europese maatregelen zijn gericht op een circulaire economie, waarin preventie, meer ophaling en hoogwaardig hergebruik centraal staan. Dat moet de vraag naar fossiele plastics doen afnemen, en ervoor zorgen dat minder plastics in het milieu terechtkomen.
Volgens de officiële cijfers recycleert Fost Plus 42 procent van alle plasticverpakkingen. Maar de cijfers waarmee Fost Plus naar buiten komt, staan al lang ter discussie. ‘Het overschat de hoeveelheid “ingezameld en gerecycleerd”, en onderschat de hoeveelheid “op de markt gebracht”‘, zei afvalexpert en onderzoeker Mike van Acoleyen aan Knack. Uit het onderzoek dat Knack in het voorjaar publiceerde, bleek bovendien dat de cijfers waarmee Fost Plus de recyclage aantoont haast niet te verifiëren zijn.
Is plasticpreventie een prioriteit in het Vlaamse afvalbeleid?
OVAM-woordvoerder Jan Verheyen bevestigt: ‘Uiteraard, dat is altijd zo geweest. Dat blijkt onder andere uit het verbod op wegwerpzakjes en wegwerpbekers.’ De Interregionale Verpakkingscommissie verplicht bedrijven om een driejaarlijks preventieplan op te stellen, dat zij moet goedkeuren.
Maar de cijfers voor 2018 tonen een ander verhaal. Het preventiebeleid voor Vlaanderen bestaat uit een gezamenlijk werkplan van OVAM en Fost Plus, dat hoofdzakelijk gefinancierd wordt door Fost Plus ter waarde van een halve euro per inwoner. Uit de jaarrekening van dat Werkplan Halve Euro blijkt dat preventie voor Fost Plus en OVAM in 2018 geen grote prioriteit was: voor materialenbeheer, ecodesign en preventie werd amper 7,5 procent uitgetrokken van het totaalbudget van 3,8 miljoen euro. Meer dan de helft daarvan werd niet uitgegeven. En het bedrag dat wel werd uitgegeven, ging naar een studie rond toekomstgerichte verpakkingen in e-commerce en audits van verpakkingssystemen voor zeven leden van Fost Plus, waaronder twee leden van de raad van bestuur (Dreamland/Colruyt Group en Arcelor). Ter vergelijking: het totale ledenbestand van Fost Plus bestaat uit bijna 5000 bedrijven. Opmerkelijk: de jaarlijkse Greener Packaging Award werd in 2018 niet uitgereikt. Hoewel preventiemaatregelen mogelijk de grootste milieu- impact hebben, bleken ze in het Werkplan Halve Euro vooral dode letter.
Hoever staan we met het hergebruik van verpakkingen?
Hergebruik zorgt ervoor dat grondstoffen langer in omloop blijven en stelt het ontginnen van nieuwe grondstoffen uit. Ook is het in de meeste gevallen energie-efficiënter dan recyclage: grondstoffen hoeven niet ontmanteld te worden voor ze opnieuw in een product worden verwerkt. Terwijl het aandeel herbruikbare verpakkingen wettelijk niet mag dalen, tonen de cijfers het tegendeel.
Het Oost-Vlaamse watermerk Ginstberg bewijst dat herbruikbare petflessen mogelijk zijn. ‘We ontwikkelden een hervulbare petfles op verzoek van de zorgsector’, licht coo Evi Van De Velde toe. ‘Dat deden we zonder steun van Fost Plus. Petflessen wegen makkelijk 400 gram lichter dan een glazen fles, en in een rusthuis is dat een groot ergonomisch voordeel, zowel voor het personeel als voor bewoners. En ze hoeven op minder hoge temperaturen gewassen te worden dan glazen flessen, wat energievriendelijker is.’ Ginstberg biedt de flessen voorlopig alleen in een gesloten circuit aan, met directe levering en ophaling bij zorgbedrijven.
Op de vraag waarom Fost Plus hergebruik amper promoot, antwoordt directeur Patrick Laevers aan Knack: ‘Daar wil ik niet op ingaan, want dan krijgen we een wereldbeelddiscussie die niet de mijne is. Het stukje waar wij voor instaan is dat ding doen (de recyclage organiseren, nvdr).’
Is elke vorm van recyclage even goed voor het milieu?
Niet elke vorm van recyclage scoort even goed op de circulaire barometer. Petflessen kunnen naar schatting een tiental keer tot petfles worden gerecycleerd (bottle to bottle). Maar petflessen die een tweede leven krijgen als fruitbakje of fleecetrui zijn minder circulair, want ze verliezen aan kwaliteit en kunnen niet opnieuw opgewaardeerd worden tot flessen.
Ook niet alle petverpakkingen zijn even goed recycleerbaar. Transparante flessen zonder bedrukking zijn in de regel het best recycleerbaar. Maar vandaag zijn verpakkingen nog vaak samengesteld uit verschillende materiaallagen op elkaar, zijn ze fel gekleurd of glimmen ze. Al die verpakkingen zijn moeilijk of niet recycleerbaar en belanden uiteindelijk in de verbrandingsoven.
Onderneemt Fost Plus actie om slecht recycleerbare verpakkingen te verbeteren?
Weinig. In 2018 stond recycleerbaarheid laag op de agenda in het Werkplan Halve Euro: van het budget van 150.000 euro voor de post ‘verhogen recycleerbaarheid en recycled content‘ werd níéts uitgegeven.
Financieel spoort Fost Plus producenten vandaag ook niet aan om beter recycleerbare verpakkingen te maken. Producenten betalen een bedrag aan Fost Plus om verpakkingen in te zamelen en te recycleren. Het Groene Punt-tarief is afhankelijk van de materiaalsoort. Wie een petfles op de markt brengt, betaalt een pettarief, óngeacht of de producent die verpakkingen maakte uit nieuw plastic of uit gerecycleerd materiaal, of hij met makkelijk verwijderbare papieren etiketten werkt of met moeilijk recycleerbare wikkels uit een andere plasticsoort enzovoort. Ecologisch houdt dat geen steek. Wie een makkelijk recycleerbare fles maakt, betaalt dezelfde tarieven als een producent die dat niet doet. En wie moeilijk recycleerbare verpakkingen maakt, wordt niet aangespoord om dat wel te doen.
‘De waarde en kwaliteit van teruggewonnen materialen zou ook moeten doorwegen in het tarief, niet enkel de kosten van inzameling en verwerking’, zegt Dirk Nelen, afval- en materialenexpert bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). ‘Fost Plus is erop gericht de wettelijke recyclagegraad te halen tegen de laagst mogelijke kostprijs. Dat is een systeemfout.’
Al kan dat veranderen. In Frankrijk is bijvoorbeeld een bonus-malussysteem van kracht dat producenten van milieuvriendelijke verpakkingen beloont met een korting op de tarieven. De Interregionale Verpakkingscommissie verplicht Fost Plus ertoe nu ook de mogelijkheden van een Belgisch bonus- malussysteem te onderzoeken.
Beter recycleerbare verpakkingen maken lijkt dé quick win voor verpakkingsproducenten. Hoe komt het dan dat er zo beperkt op wordt ingezet? Het antwoord is dat aantrekkelijke, kleurige verpakkingen goed zijn voor de verkoop. ‘Verpakkingen worden vooral ontworpen op de marketingafdeling van het bedrijf’, vertelt een recycleur aan Knack. ‘Dit is de glorieuze overwinning van marketing op duurzaamheid’, zo vat Rob Buurman van de milieuorganisatie Recycling Netwerk het samen.
Plastic flessen en blikjes zijn goed voor 43% van het volume zwerfvuil dat wordt opgehaald. Wat doen de overheid en Fost Plus tegen zwerfvuil?
Het opruimen van zwerfvuil kost handenvol geld: liefst 164 miljoen euro per jaar. Met de actie ‘Mooimakers’ – een samenwerking van de OVAM, de Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en Fost Plus – voert Vlaanderen het beleid rond zwerfvuil en sluikstorten uit. Het werkingsbudget van Mooimakers, 9,6 miljoen euro, wordt volledig gefinancierd door Fost Plus. De rest van de kosten wordt grotendeels opgevangen door lokale besturen.
In de strijd tegen zwerfvuil ijvert Mooimakers voor een ‘duurzame mentaliteitswijziging en gedragsverandering’, zoals dat dan heet, door onderzoek te voeren, kennisuitwisseling te stimuleren en opruimacties tegen zwerfvuil te ondersteunen. Ook Fost Plus pleit voor een mentaliteitswijziging om het zwerfvuilprobleem aan te pakken. ‘Soms vraag ik me af of de Belg, die thuis zo goed sorteert, wel zijn volledige verstand meeneemt als hij de deur achter zich dichttrekt’, zei Patrick Laevers in november tijdens een speech bij de vijfentwintigste verjaardag Fost Plus.
Wereldwijd is er kritiek op zwerfvuilorganisaties zoals Mooimakers. Waarom?
Er bestaat een wereldwijd netwerk van campagnes, waaronder Mooimakers, NederlandSchoon en Keep America Beautiful, die burgers aansporen om meer verantwoordelijkheid op te nemen over zwerfvuil. Die organisaties hebben banden met de verpakkingsindustrie en worden er vaak rechtstreeks door gefinancierd, zoals bij Fost Plus.
Op Europees niveau liep Fost Plus in het vizier als een van de vijf bestuursleden van Clean Europe Network, een pan-Europees platform om de preventie van vervuiling te verbeteren. Naast Fost Plus zit ook Hold Norge Rent (Noorwegen), Gestes Propres (Frankrijk), Keep Scotland Beautiful en Keep Sweden Tidy in het bestuur, allemaal projecten hoofdzakelijk gefinancierd door de industrie. Clean Europe Network kwam eerst in opspraak voor belangenvermenging: secretaris-generaal Eamonn Bates treedt bijvoorbeeld ook op als lobbyist voor Pack2Go Europe, een belangenorganisatie voor de verpakkingsindustrie.
Critici verwijten die organisaties dat ze de schuld voor het zwerfvuil bij de consument leggen, om de productie van wegwerpplastic ongehinderd te laten groeien. Ze leggen de nadruk op vrijwillige initiatieven en publieksvoorlichting, en kunnen de aandacht afleiden van hardere beleidsoplossingen zoals grotere inspanningen van de industrie én de invoering van statiegeld.
Statiegeld lag in 2015 op tafel. Waarom kwam het er niet?
In 2015 sprak toenmalig minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) zich publiek uit voor statiegeld. Na fel weerwerk van de federatie van de voedingsindustrie FEVIA, van de handelsfederatie Comeos, van Unizo en van Fost Plus gaf ook de OVAM eind 2015 een negatief advies over de onmiddellijke invoering van een statiegeldsysteem.
In 2016 ondertekende Schauvliege een akkoord dat de invoering van statiegeld uitstelde. Enkel als eind 2023 nog steeds niet 90 procent van de drankverpakkingen wordt opgehaald, ‘zal de sector gevraagd worden om statiegeld te organiseren of een beloningssysteem in te voeren’. In het Vlaams Parlement klinken ondertussen stemmen om dat vroeger te herbekijken, met de Bredense SP.A-burgemeester Steve Vandenberghe op kop. In Wallonië en Brussel staat het statiegeld voor blikjes en plastic flesjes wél in het regeerakkoord en worden tests uitgevoerd.
Uit onderzoek blijkt dat statiegeldsystemen wel degelijk werken om meer verpakkingen in te zamelen en zwerfvuil tegen te gaan. De zeven landen met de hoogste terugname van petflessen zijn landen met een statiegeldsysteem, met ophaalcijfers tot bijna 95 procent. Het opgehaalde pet is doorgaans properder, beter traceerbaar en biedt meer garanties qua voedselveiligheid, wat belangrijke voordelen zijn in een circulaire economie. Nederland, Duitsland en Noorwegen hebben het systeem ingevoerd.
Wat zijn de argumenten tegen statiegeld?
Statiegeld zou interessant kunnen zijn voor Vlaanderen. Toch is Fost Plus geen voorstander. ‘Als je kijkt naar de kostenefficiëntie hebben we een zeer goed systeem’, zegt directeur Patrick Laevers aan Knack. ‘Qua ophaling, sortering en kwaliteit kunnen we de vergelijking met de beste statiegeldsystemen doorstaan.’
Financieel heeft Fost Plus inderdaad weinig te winnen bij een statiegeldsysteem: de terugnameapparaten zijn duur en de hele logistiek opbouwen is een immens werk. Statiegeldsystemen betekenen in de regel ook hogere prijzen voor de consument, tenzij de industrie met een lagere winstmarge genoegen neemt.
Bovendien rendeert het huidige systeem. In 2018 was pet goed voor bijna één derde van de inkomsten van Fost Plus op alle verpakkingsmaterialen. Krapte op de recyclagemarkt speelt daar een rol in: omdat alle Europese petflessen tegen 2025 voor een kwart uit gerecycleerd pet moeten bestaan, is petrecyclaat erg gewild bij verpakkingsproducenten. In Europa wordt te weinig petafval opgehaald om aan de marktvraag te voldoen, en die internationale concurrentiestrijd om voedselveilig petafval zorgt ervoor dat Fost Plus veel geld verdient aan het pet dat het inzamelt en sorteert. Verschillende recycleurs verklaarden graag wat extra te betalen voor een zekere invoer van grondstoffen. Gevolg: de prijzen die Fost Plus voor het (veel goedkoper ingezameld) pet kan vragen, benaderen de prijzen van de zuiverder statiegeldstromen.
Als Fost Plus overschakelt naar een statiegeldsysteem zal het de meerkosten van dat systeem niet kunnen doorberekenen. Daarenboven zou een statiegeldsysteem de zin van de blauwe zak op losse schroeven zetten: als de petstroom – een zeldzaam winstgevende plasticstroom – eruit zou verdwijnen, komt aan die blauwe zak een pittig prijskaartje te hangen.
Om de vereiste hogere ophaalpercentages te behalen, wil Fost Plus meer pmd buitenshuis ophalen. Tegen 2023 moet de hoeveelheid ingezamelde pmd-verpakkingen daar bijna verdubbelen, door onder andere de pmd-ophaling bij bedrijven uit te breiden, het aanbod aan straatvuilnisbakken te verhogen en meer in te zetten op voorsortering van blauwe zakken, bijvoorbeeld in stations. Dat pmd is vaak niet kwalitatief genoeg, waardoor het mee wordt afgevoerd met het restafval.
Het moet gezegd dat de houding van de industrie tegenover statiegeldsystemen dubbel is. Spadel, de producent van Spa, liet weten voorstander te zijn, en Fost Plus engageerde zich in Brussel en Wallonië als partner in proefprojecten. ‘Het lijkt erop dat de industrie de invoering van statiegeld zo lang mogelijk probeert uit te stellen om zo lang mogelijk hoge winstmarges te behouden’, verklaarde een bron aan Knack. ‘Uiteindelijk zal ze wel overstag gaan.’
In de Antwerpse haven komt er een ethaankraker. Wat betekent dat voor recyclage?
De productie van fossiel plastic is erg schadelijk voor het milieu. Plastic komt terecht in zwerfvuil, klit samen tot hele eilanden in de oceanen, microplastics dringen door tot de verste uithoeken van onze ecosystemen. De ontginning en het transport van petroleum en schaliegas zijn schadelijk en vervuilend. En dan is de plasticproductie ook nog een enorme uitstoter van broeikasgassen.
Terwijl de wereld af wil van fossiele brandstoffen, zien olie- en gasbedrijven groeimogelijkheden in de petrochemische industrie – waar plastic onder valt. De Britse gigant Ineos kreeg groen licht om in de Antwerpse haven onder meer een ‘ethaankraker’ te bouwen, een fabriek waarin ethaan in ethyleen wordt omgezet. Daarmee koos het Vlaamse beleid expliciet voor een langetermijninvestering in de productie van fossiele kunststoffen.
Ineos is in Europa al de belangrijkste producent van ethyleen, de grondstof van heel wat plastics, waaronder pet. De grootste petproducent van Europa, JBF, staat in Laakdal langs het Albertkanaal, naast een Ineos-fabriek die vandaag polyethyleen (PE) produceert en die in de toekomst bevoorraad zou worden door de kraker. Hier komen tegengestelde belangen in het vizier: gerecycleerd pet is een alternatief voor vers, ‘virgin’ pet, en beide materialen beconcurreren elkaar op de markt. Meer en efficiëntere recyclage betekent minder afzetmarkt voor virgin plastic.
REACTIE FOST PLUS
Patrick Laevers, Managing Director van Fost Plus, reageert:
‘Fost Plus heeft de gelegenheid gekregen om deze publicatie vooraf te lezen en hierop te reageren. Fost Plus verkiest zijn reactie te beperken tot het volgende.
Fost Plus distantieert zich van de inhoud van dit artikel. Het artikel is principieel problematisch omdat het in een schandaalsfeer stellingen poneert zonder feitelijke onderbouwing en de gemaakte beleidskeuzes in vraag stelt aan de hand van halve waarheden en hele leugens, die in het verleden al weerlegd werden. Het artikel reikt geen enkel nieuw argument noch inzicht aan.
Ons land bevindt zich in het midden van de coronacrisis, waarvoor alle essentiële diensten en medewerkers gemobiliseerd zijn. De taak van Fost Plus, namelijk de coördinatie en financiering van de ophaling en verwerking van huishoudelijk verpakkingsafval, is een cruciaal onderdeel van de sanitaire zorg en dus van de algehele gezondheidszorg in ons land.
Wij kunnen daarom niet ingaan op het verzoek tot reactie van Knack. Alle beschikbare mensen worden ingezet op onze prioritaire taken.
De bedrijven-leden van Fost Plus zetten op dit moment ook alle zeilen bij om de productie en distributie van levensmiddelen en andere cruciale producten te verzekeren.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier