Op deze drie manieren wil de regering-Jambon zich onderscheiden van die van Bourgeois
De Vlaamse formatie lijkt klaar om te landen. De toponderhandelaars moeten nog enkele gevoelige haakjes wegwerken vooraleer de regering-Jambon uit de startblokken kan schieten. Iedereen mikt op een breuk met een verleden. ‘De sterke figuren moeten in de regering.’
De toponderhandelaars van N-VA, CD&V en Open VLD lopen zich warm voor de laatste sprint. De bedoeling is dat formateur Jan Jambon (N-VA) ten laatste vrijdag zijn regeerakkoord kan afsluiten. Zo rest er voldoende tijd voor elke partij om de akkoorden voor te leggen aan de achterban. ‘We zijn in ieder geval voorbereid om snel ons toetredingscongres te organiseren’, zegt een bron.
Geheel op z’n Belgisch houden de onderhandelaars rekening met een lange nachtelijke onderhandeling om de meest gevoelige dossiers af te kloppen. In de eerste plaats is dat inburgering, maar ook klimaat en energie. De gevoeligheden zijn enerzijds van ideologische aard. De wereldvisie van minister in spe Bart Somers (Open VLD) is op z’n zachtst gezegd niet die van Liesbeth Homans (N-VA), ook in de running voor een nieuwe ministerpost. Anderzijds zijn er de knikkers. De partijen weten nu in welke budgettaire harnassen ze vijf jaar lang zullen moeten rondlopen, het is money time.
Over één principe lijken de kopstukken het eens: de wachtlijsten in de welzijnssector moeten eruit, vooral die in de gehandicaptenzorg. ‘Je moet al van slechte wil zijn om die problemen niet op te lossen’, zegt een betrokkene.
Die eensgezindheid maakt deel uit van een bredere visie van de embryonale regering-Jambon. De volgende Vlaamse regering moet streng durven zijn voor nieuwkomers, maar gul voor de zwakkeren. De drempel voor inburgering moet hoger, in ruil mag het geld zichtbaar rollen in de Vlaamse gezondheidszorg.
Niet voor niets willen Jambon en co. de budgettaire teugels vieren in de eerste jaren van de volgende legislatuur. De boekhoudersregering moet plaats ruimen voor een wervend project dat kan wedijveren met de opstoot van het Vlaams Belang. In zekere zin zou de Vlaamse regering sterk overeenkomen met het gepolijste maatschappijbeeld van Theo Francken (N-VA), die steeds luider pleit voor een nieuw ‘sociaal contract’ waarin een gulle welvaartsstaat de uitdagingen rond migratie forser aanpakt.
We willen vermijden dat de coalitiepartners met ambetante gevoelens zitten.
Hendrik Bogaert
Om die krachtdadigheid nog meer in de verf te zetten, wordt er gehoopt op een boost door de aanwezigheid van (binnenkort voormalige) partijvoorzitters in de regering. ‘Niets slechts over de vorige regering, maar het zou niet misstaan als er sterke figuren in deze regering komen’, aldus een bron.
CD&V-voorzitter Wouter Beke en Gwendolyn Rutten, zijn collega bij Open VLD, worden daarom beiden getipt als minister in de regering-Jambon. Met die bekende smoelen hopen ze de beleidsploeg wat meer zwaarwichtigheid te geven. Jan Jambon vangt de afwezigheid op van de derde partijvoorzitter: de aanvankelijke kandidaat voor het minister-presidentschap Bart De Wever (N-VA).
Hoe dan ook gaat de redenering dat de politici die de grote lijnen van het regeerakkoord hebben uitgestippeld ook best dat akkoord uitvoeren. Een veelgehoorde kritiek op de federale regering-Michel was dat de Vlaamse partijvoorzitters nooit hun handen moesten vuilmaken. De Wever werd zelfs gedoopt tot ‘schaduwpremier’. Met Beke en Rutten op een ministersstoel zal het anders moeten. Dat beiden een meer dan galante exit krijgen na hun geblutste voorzitterschap is meegenomen.
Ten slotte is het de bedoeling dat de Vlaamse regering een hecht communicatieblok wordt. De voorzet voor die eensgezindheid werd al gegeven met de communicatiewerkgroep, die parallel is opgericht met de inhoudelijke werkgroepen. De groep verenigt woordvoerders en ander communicatiepersoneel over de partijgrenzen heen. De bedoeling is om perslekken en onverwachte opstootjes in de kiem te smoren tijdens de onderhandelingen. De verwachting is dat de groep ook na het sluiten van het finale regeerakkoord blijft samenkomen.
Hoewel gewezen minister-president Geert Bourgeois (N-VA) altijd heeft ontkend dat zijn regering een kibbelkabinet was, waren er ontegensprekelijk momenten waarop de interne spanningen makkelijk de weg vonden naar de media. De grensoverschrijdende communicatiecel moet dat fenomeen tegengaan. ‘We willen vermijden dat de coalitiepartners met ambetante gevoelens zitten’, klinkt het.
Maar, zo waarschuwt iemand, ‘the proof of the pudding is in the eating’. Of de volgende Vlaamse regering echt het verschil kan maken, is verre van zeker. Elke regeringspartij heeft barslechte verkiezingen achter de rug. Tegelijk blaken het Vlaams Belang en de PVDA van zelfvertrouwen. Bovendien zullen zowel CD&V en Open VLD een nieuwe voorzitter krijgen. Het is nog maar de vraag hoe de relaties tussen die kersverse voorzitters en hun voorgangers, geparkeerd in de Vlaamse regering, zullen zijn. Hoe zal een mogelijke CD&V-voorzitter Hendrik Bogaert zich bijvoorbeeld verhouden tegenover Vlaams minister Wouter Beke? Interne en externe spanningen loeren om de hoek.
En toch hopen de onderhandelaars op een omwenteling. ‘Geen slecht woord over de vorige regering’, is een veelgehoorde zin in gesprekken met onderhandelaars. Maar na die zin volgt steevast een ‘maar’. Het opzet is duidelijk: de regering-Jambon moet en zal het verschil maken met die van Bourgeois. Ook al kleurt ze even Zweeds.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier