Bram De Ridder

‘Oorlog in Oekraïne? Misschien moeten we het stilaan over de “Eerste Europese Oorlog” durven hebben’

Bram De Ridder Onafhankelijk adviseur toegepaste geschiedenis

‘Hoe we een oorlog noemen, zegt veel over hoe we naar het geweld kijken. Wie de discussie over een grotere of kleinere Europese rol in Oekraïne op scherp wil stellen, moet het daarom maar over de “Eerste Europese Oorlog” durven hebben’, schrijft historicus Bram De Ridder.

In de laatste maanden van mijn doctoraatsonderzoek had ik een stevige discussie met een oudere professor. Mijn thesis handelde over de splitsing van de Nederlanden, waarvoor ik de term “Tachtigjarige Oorlog, ca. 1566-1648” gebruikte. De professor haalde – correct – aan dat die naam in onbruik was geraakt en dat historici het tegenwoordig liever over de “Opstand in de Nederlanden” hebben. Waarom, vroeg hij, wilde ik dan per se die “oubollige uitdrukking” in mijn titel?

Mijn antwoord was eenvoudig. Het idee van een opstand was inhoudelijk enkel van toepassing op het begin van het conflict, zo ongeveer tussen de Beeldenstorm (1566) en de val van Antwerpen (1585). In de loop van de jaren 1580 en 1590 vervelde het conflict van een ongeregelde opstand tot een eerder klassieke oorlog tussen twee herkenbare staten. Omdat mijn thesis over het hele conflict ging en niet enkel over die eerste fase van opstand, vond ik “Tachtigjarige Oorlog” toepasselijker.

Sterker nog, vertelde ik de professor, de naam “Opstand in de Nederlanden” was een soort selffulfilling prophecy geworden. Door de hele oorlog steeds vaker “de Opstand” te noemen, hadden historici de focus steeds meer op de eerste twee of drie decennia van het conflict gelegd. De latere fase van de geregelde oorlog, hoewel twee keer zo lang, werd steeds minder bestudeerd. Want ja, dat was nu eenmaal geen opstand meer en paste dus niet goed bij de meest modieuze benaming.

Discussies over hoe we een oorlog noemen, zijn dus nooit neutraal. Sterker nog, ze geven zelfs richting aan hoe we een conflict behandelen. Dat geldt evengoed voor de gevechten tussen Rusland en Oekraïne; de naam daarvoor zegt ook veel over hoe we er naar kijken.

Wie steeds over “de oorlog in Oekraïne” spreekt, wekt bijvoorbeeld de indruk dat het om een lokaal conflict gaat. Geweld dat letterlijk binnen een ander land gebeurt en hopelijk daar weggestopt blijft. Rusland wordt in deze benaming zelfs niet vermeld, net zomin als de betrokkenheid van de VS, de EU, Iran en Noord-Korea. Alleen klopt dat veilige beeld van een puur lokale aangelegenheid al lang niet meer, niet in het minst omdat de oorlog intussen ook buiten Oekraïne uitgevochten wordt.

Omgekeerd benoemt “de Russische inval in Oekraïne” de agressor wel expliciet. Maar ook deze naam komt met een bepaalde vooronderstelling. Net zoals “de Nederlandse Opstand” benadrukt hij slechts een bepaalde fase van de oorlog. De term negeert de verdere evolutie van het conflict en zwijgt tegelijk over het voorafgaande geweld op de Krim en in de Donbas. De reden daarvoor is opnieuw ons eigen comfort. Spreken over een “inval” wekt namelijk het beeld van een hevig maar vooral kort conflict, waarbij we kunnen vergeten dat er intussen al meer dan tien jaar gevochten wordt en dat er misschien nog wel tien jaar gevochten zal worden. 

Zelfs de alternatieve namen voor de oorlog zijn erg misleidend. In 2022 en 2023 beweerden sommigen dat het risico op een “Derde Wereldoorlog” niet onderschat kon worden. Anderen hadden het dan weer over een “Tweede Koude Oorlog”. Ook dat waren vooral pogingen om het onverwachte conflict mentaal een plaats te geven. In deze visie was de oorlog eigenlijk helemaal niks nieuws onder de zon. Als we maar genoeg lessen leerden uit het verleden, dan zou een rampscenario wel vermeden kunnen worden.

Vreemd genoeg is de benaming “Russisch-Oekraïense oorlog” één van de minst gebruikte. Wellicht klinkt deze benaming wat te neutraal en te historiserend, alsof we spreken over de drie Engels-Nederlandse Oorlogen van de zeventiende eeuw of de Frans-Pruisische Oorlog van 1870-1871. Het is een naam waar geen emotie uit spreekt en waar we dus ook geen geruststelling of motivatie uit kunnen halen – geschikt voor een encyclopedie, maar niet voor iets wat nog betrekking heeft op de actualiteit.

Maar als geen van de momenteel gebruikte namen nog past bij de actuele oorlog, moeten we dan niet op zoek naar een nieuwe omschrijving?

Welke term past bij een oorlog die wordt uitgevochten tussen de twee grootste landen op het Europese continent? Tussen één land dat aansluiting wil bij de Europese Unie, en één land dat dat scenario wil vermijden? Een oorlog waarbij quasi alle Europese landen steun geven aan één van beide partijen? Waarbij er over heel Europa daden van hybride oorlogsvoering plaatsvinden en verschillende Europese landen waarschuwen voor een mogelijke inval op hun grondgebied? Waarvan Amerikaanse vertegenwoordigers zeggen dat Europa zelf maar een eventuele vrede moet garanderen, met Europese soldaten op de bevroren frontlijn?

Hoe professoren en hun studenten deze oorlog over 400 jaar zullen noemen, weten we niet. Maar wie echt wil dat Europa militaire verantwoordelijkheid neemt voor het conflict, of wie dat absoluut niet wil, moet maar expliciet durven zijn. Misschien, heel misschien, moeten zij het stilaan maar over de Eerste Europese Oorlog durven hebben.

Bram De Ridder is onafhankelijk adviseur toegepaste geschiedenis.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content