Karolien Grosemans (N-VA)
‘Ook Vlaanderen, België en Europa kunnen hun voordeel doen met verkozen militairen’
‘Wat maakt het militair beroep zo speciaal dat er sprake kan zijn van onverenigbaarheid met een politiek mandaat?’ vraagt Karolien Grosemans (N-VA), voorzitter van de commissie Defensie zich af naar aanleiding van een wetswijziging die het mogelijk maakt dat militairen ook mogen opkomen op een Vlaamse, federale of Europese lijst.
Het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (New York, 19 december 1966) werd door België geratificeerd en sinds 15 mei 1981 opgenomen in het Belgisch Recht. Deze overeenkomst stelt heel duidelijk in artikel 25 dat ‘elke burger het recht heeft te stemmen en gekozen te worden’. De uitsluiting van militairen om ‘gekozen te worden’ voor een deel van de verkiezingen is een inperking van dit internationaal verdrag. Om hieraan te verhelpen werd door de N-VA een wetsvoorstel ingediend.
De huidige situatie
Momenteel mogen militairen zich verkiesbaar stellen voor lokale besturen (districten, gemeenten en provincies). Maar de wet schrijft belangrijke beperkingen voor waardoor het recht om een politiek mandaat uit te oefenen wordt uitgehold. In de praktijk bleef deze mogelijkheid, op enkele uitzonderingen na, een dode letter. Daarom wil de N-VA deze beperkingen milderen zodat militairen ook in de praktijk gemakkelijker een lokaal politiek mandaat kunnen opnemen.
‘Ook Vlaanderen, België en Europa kunnen hun voordeel doen met verkozen militairen’
Aan de huidige situatie zit een onlogisch kantje vermits tussen de mandaten die mogen opgenomen worden (lokaal) en die van de bovenliggende niveaus, gewestelijk, federaal en Europees, geen enkel inhoudelijk verschil bestaat, enkel is er sprake van een schaalvergroting. In beide gevallen heeft men de macht om beleidsdaden te stellen die invloed hebben op het leven van individuele burgers en van een gemeenschap. Door de rechten van militairen te beperken tot het lokale niveau geeft men niet alleen de indruk dat de lokale politiek minder belangrijk is, maar ook dat de militairen slechts in beperkte mate geschikt zouden zijn voor de uitoefening van een politiek mandaat. Terwijl hij/zij als militair wel bekwaam worden geacht om hun leven veil te hebben voor alle burgers en niet enkel voor hun lokale gemeenschap. Met dit wetsvoorstel wil N-VA het recht om een politiek mandaat op te nemen uitbreiden naar alle niveaus.
De scheiding der Machten
In een parlementaire democratie geldt een scheiding der machten. Hiermee bedoelt men de Uitvoerende macht (de regering), de Wetgevende Macht (het parlement) en de Rechterlijke Macht. Het is duidelijk dat deze scheiding betekent dat er een samengaan van meer dan één macht ondemocratisch is. Een dictatuur is er het meest sprekend voorbeeld van het negeren van deze scheiding.
Maar wat maakt het militair beroep zo speciaal dat er sprake kan zijn van onverenigbaarheid met een politiek mandaat? Elke militair, ongeacht zijn graad en functie ontleent zijn (militaire) macht uitsluitend aan de Uitvoerende Macht (waarvoor soms ook de goedkeuring van de Wetgevende Macht nodig is) en blijft ondergeschikt aan de wetten waarover de Rechterlijke Macht te allen tijde kan oordelen. Zijn beroep geeft hem geen enkele macht die kan geïnterpreteerd worden als onverenigbaar met een politiek mandaat.
Zijn militairen minder geschikt of minder beschikbaar?
Er zijn geen aanwijsbare redenen waaruit zou blijken dat de vorming van militairen in tegenspraak zou zijn met de democratische waarden. Integendeel, tijdens de militaire opleidingen wordt heel veel aandacht besteed aan de ondergeschiktheid van een gewapende macht aan de politieke autoriteit. Elke afwijking is onwettelijk en kan strafrechtelijk gesanctioneerd worden. Trouwens, gezien er geen specifieke ‘opleidingsvereisten’ zijn om zich verkiesbaar te stellen, kan dat criterium evenmin een reden zijn om militairen uit te sluiten.
Blijft de beschikbaarheid van militairen die in theorie permanent is, maar in de praktijk georganiseerd wordt en in overeenstemming is met de algemene afspraken inzake werkduur. ‘Overuren’ worden net zoals in andere diensten betaald of gecompenseerd. Maar er zijn wel twee situaties waarbij een militair niet beschikbaar kan zijn voor zijn politiek mandaat: de deelname aan buitenlandse (langdurige) militaire operaties en in het geval de staat van oorlog uitgeroepen wordt.
In het eerste geval gaat het om een georganiseerde tijdelijke afwezigheid van enkele maanden die geen hinderpaal mag zijn vermits ook een onbeschikbare (bvb wegens ziekte) politicus tijdelijk kan vervangen worden door een collega.
In het tweede geval gaat het om een situatie waar iedereen bij betrokken wordt, burgers en militairen en waarvoor op individuele basis kan beslist worden in welke functie de militair het best kan bijdragen aan de oorlogsinspanning: als militair of in zijn functie van gemandateerde in een politieke functie.
Politieke rechten zijn een teken van respect
Zou het kunnen dat de politici te weinig vertrouwen hebben in militairen en dat militairen daarom beter niet deelnemen aan de politieke besluitvorming? Of vrezen sommigen dat de meer gecultiveerde apolitieke attitude van militairen een nadeel is voor het bedrijven van politiek? Door het indienen van dit wetsvoorstel wil N-VA duidelijk maken dat ze wel vertrouwen heeft in de militair als mogelijke verkozene en uit respect de militairen ook alle politieke rechten wil geven.
Niet alleen de lokale politiek maar ook Vlaanderen, België en Europa kunnen hun voordeel doen met de aanwezigheid van militairen in de politieke vertegenwoordigingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier