Ignace Demaerel
‘Oog om oog? Dan hadden broers Kouachi platvloerse cartoons over Charlie Hebdo verspreid’
Ignace Demaerel legt uit waarom de uitdrukking ‘oog om oog, tand om tand’, geregeld aangehaald om religieus geweld te rechtvaardigen, totaal misbegrepen wordt.
Godsdienst is te vaak een bron van geweld dezer dagen – hoewel men voor de correctheid toch moet zeggen dat de meeste van deze conflicten helemaal niet gaan over godsdienst, maar over macht, rivaliteit tussen stammen en clans, erkenning of economische belangen, weliswaar toegedekt en gecamoufleerd met een religieus vernisje.
Vaak wordt in deze context het principe ‘oog om oog, tand om tand’ aangehaald alsof dit het geweld rechtvaardigt. Het is inderdaad een uitdrukking die komt uit het Oude Testament (Exodus 21:22-25), maar ze wordt meestal verkeerd gebruikt omdat de oorspronkelijke bedoeling ervan totaal misbegrepen wordt. Van Gandhi komt de beroemde uitspraak: ‘An eye for an eye only ends up making the whole world blind’. Maar ook hij sloeg de bal mis en heeft dit misverstand mee helpen verspreiden in de wereld.
Pedalen verliezen in razernij
Oog om oog? Dan hadden broers Kouachi platvloerse cartoons over Charlie Hebdo verspreid
Waar gaat het dan om? De context van deze wet van Mozes is wanneer twee mannen aan het vechten zijn en de een de ander een oog (of tand…) uitslaat: de sanctie is dat het slachtoffer bij de dader exact hetzelfde mag terugdoen. Op het eerste zicht lijkt dit hard en wreed, een daad van berekende wraak en zonder enig mededogen.
Maar de bedoeling van deze wet is: als het slachtoffer exact even hard terugslaat (en niet hárder dus!), staan ze ‘quitte’ en stopt het geweld. Want deze wet is precies gericht tegen het feit dat van nature (!) een mens hárder terugslaat: de pijn, de woede van het moment, de gekrenkte trots maakt dat hij in razernij de pedalen verliest. Als hij zelf één oog kwijt is, zal hij de ander twee ogen uitslaan. De spiraal van het geweld heeft zijn duizenden al verslagen. De vendetta’s tussen bepaalde families en clans kunnen deze spiraal zelfs eeuwenlang laten draaien: ‘jouw betovergrootvader heeft…’.
Sarajevo
Als iemand de oudtestamentische wet ‘primitief’ vindt, de wet van de natuur is nog veel primitiever en barbaarser: het is de wet van de jungle, de onderbuik die regeert, een escalatie zonder grenzen. Je kan het op alle niveaus zien functioneren: een ruzie op de schoolspeelplaats begint met een scheve blik, gaat over naar een scheldwoord, een duw, een stomp in de maag, een boks op de neus, een groepsgevecht, misschien stokken of messen, het eerste bloed vloeit…
Als men in 1914 het oudtestamentische principe toegepast had in Sarajevo, dan had de sanctie geweest: wanneer de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije vermoord werd, hadden zij het recht om de kroonprins van Servië te doden, en dan stonden ze quitte…
Hoeveel doden zijn gevallen na ruzies die begonnen zijn met één woord? Maar ook op internationaal vlak: als men in 1914 het oudtestamentische principe toegepast had in Sarajevo, dan had de sanctie geweest: wanneer de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije vermoord werd, hadden zij het recht om de kroonprins van Servië te doden, en dan stonden ze quitte… Dit simpele regeltje zou tien miljoen doden bespaard hebben. Maar het wérd niet toegepast: de hoofden waren te verhit, nationale trots was toen méér waard dan tien miljoen mensenlevens. We weten al langer dat de ratio niet de sterkste drijvende kracht is in de menselijke ziel. De ‘beschaafde wereld’ bleek niet veel meer te zijn dan een geciviliseerde jungle.
Charlie Hebdo
Een derde en recenter voorbeeld, over religieus geweld, is de aanslag op Charlie Hebdo: hadden de twee broers Kouachi (die in januari de redactie uitmoordden) ‘oog om oog’ gedaan, dan hadden ze een blaadje opgericht met platvloerse cartoons over Charlie Hebdo. Het meeste geweld in de wereld zou makkelijk voorkomen worden als iedereen het simpele regeltje zou hanteren om met dezelfde wapens te strijden: woorden bestrijd je met woorden, ideeën met ideeën, de pen met de pen, en wapens met wapens. Kortom, het correcte toepassen van ‘oog om oog’ zou van de wereld een véél beter plek maken, omdat elke escalatie van geweld in de kiem zou gesmoord worden.
Nu moeten we er even voor de volledigheid aan toevoegen dat de wet van Mozes niet zegt dat je de andere ook een oog moét uitslaan: het is een recht waarvan je gebruik mág maken. Maar in de praktijk heeft het geen zin, want het levert geen enkel voordeel op wanneer de ander ook halfblind is. In de praktijk gebeurde het ook meestal niet, maar eiste men een schadevergoeding (zoals vandaag ook meestal gebeurt).
Linkerwang toe te keren
Maar nog interessanter als het gaat om het stoppen van geweld in de wereld is de commentaar die Jezus erop geeft in de Bergrede (Mattheüs 5:38-41). Hij erkent de wet uit Exodus als een legitiem recht, maar voegt eraan toe: ‘maar Ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren’. Het zijn bekende woorden, en uniek in de wereld, want geen enkele andere godsdienststichter heeft deze in de mond durven nemen. Maar op het eerste zicht lijken ze onmogelijk, idealistisch, romantisch-irrealistisch? Was Jezus dan een wereldvreemde dromer?
Was Jezus een wereldvreemde dromer?
Een dromer zeker wel, in de goede zin van het woord dan, maar wereldvreemd? Nee, want hij heeft het zelf toegepast. Eigenlijk geeft hij hier twee verschillende regels: ten eerste om níets terug te doen. Met andere woorden als iemand je op je wang slaat of een oog uitslaat, helemaal af te zien van elk recht op wraak of vergoeding: kalm blijven, je beheersen, misschien gewoon omdraaien en weggaan. En dit is al ontieglijk moeilijk. Maar daarna gaat hij nog een stapje verder (alsof het vorige nog niet moeilijk genoeg was): de andere wang toekeren, een tweede mijl gaan.
Je kan dus (1) kwaad beantwoorden met méér kwaad, (2) met evenvéél kwaad, je kan ervoor kiezen om het (3) níet te beantwoorden, maar tenslotte kan je zelfs ervoor kiezen om het (4) te beantwoorden met goéd! Het is de ultieme manier om te zeggen: ‘Waarom ben jij boos op mij? Ik ben helemaal niet boos op jou. Ik wens jou geen enkel kwaad toe. Datgene waarin je mij onrechtvaardig behandeld hebt, vind ik niet erg: ik wil liever de relatie herstellen dan gelijk te halen of een vergoeding te krijgen’.
Iemand die dat kan, zuigt de haat uit de relatie zoals het gif uit een wonde: hij incasseert, absorbeert het kwaad in zich. Want wanneer je de ander net even hard terugslaat, zal het gevecht zelf misschien wel stoppen, maar de innerlijke boosheid en de rancune blijven smeulen. Wie de andere wang toekeert, neutraliseert de haat, biedt liefde aan, met een glimlach. Er is geen mooier teken van morele superioriteit dan dit. Het is het toppunt van innerlijke vrijheid, want wraakgevoelens maken jezelf tot een gevangene. Voor een taai probleem is een radicale oplossing nodig: kanker genees je ook niet met een pleister of pilletje. Geweld kan uiteindelijk alleen maar overwonnen worden door het sterkst mogelijke antigif.
Of dit niet bovenmenselijk moeilijk is? Waarom dacht je anders dat dit bijna nooit gebeurt? En toch zijn er mensen die het doen. Zelfs al vóór de wet van Mozes bestond, vergaf Jozef (‘de dromenkoning’) zijn broers die hem in de put gegooid hadden en hij zorgde goed voor hen in Egypte. Koning David spaarde tweemaal het leven van de boosaardige Saul die hem achtervolgde als een hond.
Maar er bestaan wel degelijk ook vandaag moderne en indrukwekkende verhalen van linker- en rechterwangen, alleen komen ze bijna nooit in de media, want… de bomaanslagen hebben sterker nieuwswaarde, nietwaar? Vergeving en verzoening zijn geen wereldnieuws, maar hoe zou de wereld draaien als ze er niet zouden zijn?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier