Brendan O'Neill
‘Onze smartphones maken duivelse voyeurs van ons’
Wanneer we op straat worden geconfronteerd met een scheld- of vechtpartij is onze eerste reactie om met ons telefoontje een filmpje te maken. Dat is zorgelijk, vindt Brendan O’Neill. Het leidt tot een uitholling van solidariteit.
Ooit maakten we ons zorgen dat we op weg waren naar een loop-maar-door-maatschappij. We voorzagen een algemene verruwing en gekoppeld aan een verlies van onderlinge banden, vreesden we dat we gewoon zouden doorlopen als er iemand op straat zou worden overvallen in plaats van te hulp te schieten.
Nou, het blijkt dat er iets is dat nog veel erger is dan gewoon doorlopen. We leven in een blijven-staan-en-filmen-maar-maatschappij.
De neiging om beschaamd of vertwijfeld de andere kant op te kijken en voorbij een misdaad of ongeluk te lopen, is zelfs nog enigszins beschaafd in vergelijking met onze neiging om snel onze smartphone tevoorschijn te halen wanneer we getuige zijn van een ruzie, scheldpartij of vechtpartij – of erger.
Selectieve blindheid heeft ruimte gemaakt voor duivels voyeurisme. Door niet in te grijpen, veranderen onnadenkende toeschouwers in makers van snuff-movies. Misbruik en geweld wordt vastgelegd – en daarna gedeeld via Facebook of Instagram. Iets doen om het te stoppen, lijkt niet in ze op te komen.
‘Onze smartphones maken duivelse voyeurs van ons’
In het Verenigd Koninkrijk was David Pethers afgelopen weekend een held. Op het metrostation Leytonstone in Londen was hij getuige van een steekpartij van een terrorist. Terwijl de messentrekker met z’n wapen begon te zwaaien en te schreeuwen (“This is for Syria!”) deed de 33-jarige Pethers met een andere man zijn best om hem te stoppen.
Pethers, die in zijn nek is gestoken, is furieus op de andere forensen. “Er waren andere volwassen mannen die bleven staan en gewoon alles aan het filmen waren”, zei hij. “Er waren zoveel mogelijkheden waarin iemand iets had kunnen doen om die man te grijpen.” Hij was zo boos op de filmende menigte dat hij een wandeling van twee uur nodig had om af te koelen.
‘Alsof ze televisie kijken’
Ik snap dat wel. Recentelijk zijn er ontelbare incidenten geweest, waarin het publiek massaal de handen uit de mouwen staken … om hun mobieltje te bedienen, niet om ze te laten wapperen om werkelijk iets te doen. In Woolwich in Londen stonden twee jaar geleden een hoop mensen te filmen, terwijl twee mannen met een mes op een soldaat zaten in te hakken. Het werd overgelaten aan drie moedige vrouwen om de moordenaars tot kalmeren te brengen en erger te voorkomen, terwijl hij op straat lag dood te bloeden. Waar waren de mannen?
Een van de drie vrouwen, een voormalige onderwijzeres, sprak later haar afschuw uit over het feit dat een grote menigte zich had verzameld om toe te kijken, zonder iets te doen. Veel mensen lijken alleen maar “het ongeluk van anderen te willen gadeslaan en vastleggen”, zei ze. “Alsof ze televisie kijken.”
‘Alles wordt wél gefilmd, maar niemand dóet of zégt iets.’
Dat instinct duikt vaker op. Onlangs dook filmmateriaal op waarin we zien hoe een 25-jarige man minutenlang vuile, racistische opmerkingen maakte aan het adres van een Turkse immigrant voordat hij diens rollator uit de bus gooide. Het is schokkend te zien hoe niemand in de hele bus iets zegt. Alles wordt wél gefilmd, maar niemand dóet of zégt iets.
Of neem het vijf minuten durende filmpje, gemaakt in weer een andere bus in Londen, waarop we zien hoe een vrouw verachtelijke opmerkingen maakt tegen twee moslima’s (“F*cking ISIS b*tches!”). Wat voor persoon filmt zoveel grofheid vijf minuten lang – zonder enige interventie – alsof het een straatact is, om het daarna op YouTube te plaatsen?
Het is niet verrassend dat vooral jongeren zijn, die dit soort filmpjes maken. Het internet staat bol van filmpjes van vechtpartijtjes op het schoolplein en straatgevechten tussen rivaliserende jeugdbendes. Ik heb enkele van die filmpjes bekeken. Ik betrapte mezelf erop dat ik telkens hoopte dat iemand zou interveniëren om enige rede te komen brengen. Niemand doet dat. Iedereen is te druk om het op te nemen.
Selfies in rampgebieden
Minder schokkend, maar net zo veelzeggend over onze samenleving trend waarbij mensen foto’s van zichzelf nemen op plaatsen waar iets vreselijks is gebeurd. Om ze vervolgens uiteraard op Facebook te zetten.
Een van de meest misselijk makende voorbeelden troffen we deze zomer aan na de slachtpartij op een strand in Tunesië, waarbij 38 vakantiegangers genadeloos werden afgeschoten. Al snel daarna trokken toeristen massaal naar dat strand om ter plaatse selfies te maken.
Tunisia terror selfie: Brit sparks outrage with photo Sousse beach http://t.co/2PkC23MHba
— Jenny Begood (@jennybegood0202) 29 juni 2015
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Toeristen namen deze zomer ook selfies in Bangkok, waar bij een bomaanslag twintig mensen om het leven kwamen. Een BBC-commentator vroeg zich af of we leven in “het tijdperk van de tragic selfie“.
Narcisme
Veel van deze macabere trend zal wel te wijten zijn aan narcisme. Want die gruwelijke foto’s en video’s zullen vast een hoop interesse opleveren op Facebook, Twitter en Instagram. Het is een manier om te zeggen: “Kijk! Ik was erbij!”
Terwijl de drie vrouwen die de moordenaars in Woolwich probeerden af te leiden, in de anonimiteit zijn verdwenen, werd een van de toeschouwers een internetsensatie. Waarom? De man zond deze tweet de wereld in: “Ohhhhh myyy God!!!! I just see a man with his head chopped off right in front of my eyes!”
Op slag kreeg hij er 20.000 volgers bij en mocht hij komen schrijven voor The Guardian. Ofwel: de toeschouwer die een volstrekt ongevoelige tweet op z’n telefoontje tikte, wordt bejubeld en gevierd, maar niet de moedige, hulpvaardige burgers die hun leven wagen.
‘We zien onszelf steeds minder als burgers met een verantwoordelijkheid om voor elkaar te zorgen, maar als toeschouwers van een spel, waar we niet echt onderdeel van uitmaken.’
Een van die tweets – slechte enkele momenten geplaatst nadat hij getuige was van een gruwelijke moord – is onthullend: “I couldn’t believe my eyes. That was some movie s***.” Dit raakt de kern van de cult van het voyeurisme. Veel mensen zien het leven als een film, iets dat zij simpelweg beschouwen zonder er een actieve speler in te zijn.
Neergang van de solidariteit
Dat is een slechte zaak. We zien onszelf steeds minder als burgers met een verantwoordelijkheid om voor elkaar te zorgen, maar als toeschouwers van een spel, waar we niet echt onderdeel van uitmaken. En voor zover we er onderdeel van willen uitmaken, is het de online wereld van likes en retweets. Het gevolg is een tragische neergang van burgerschap en solidariteit.
Het kan best zo zijn dat sommige van die filmpjes nuttig zijn om daders op te sporen – zoals is gebeurd bij de man die een rollator uit de bus gooide – maar hulpvaardigheid aan de sterke arm is niet het motief van de amateurfilmers. Hun motief lijkt eerder te zijn om indruk te maken bij anderen. Alles is amusement.
Ontspoord voyeurisme
In 1977 wees de Amerikaanse filosofe Susan Sontag op onze “chronisch voyeuristische relatie tot de wereld”. In een essay getitels On Photography schreef ze: “Onze notie van wat echt is, is geleidelijk verzwakt.” Sontag, die in 2004 is overleden, zou vandaag zonder twijfel zijn geschokt als ze kon zien hoezeer onze ontkoppeling van de werkelijkheid is doorgeschoten.
Vandaag hebben we zo ongeveer allemaal een smartphone bij ons. Dat leidt er onherroepelijk toe dat het voyeurisme volledig is ontspoord. Intussen zijn sociale banden aan het verteren. Het resultaat is een ongevoelig openbaar leven, waar slachtoffers van misdaden en onbeschoft gedrag niets meer zijn geworden dan voer voor onze eigen prominentie op social media.
Het is in dit verband interessant dat oorlogsfotografen – wier werk het is om vreselijke gebeurtenissen vast te leggen – zelf melden last te hebben van toenemende ongevoeligheid. Zij lopen het risico om emotioneel immuun te raken van al het vreselijks dat zij zien. Zal ons dat ook gebeuren?
Het lijkt erop dat het al is gebeurd. Als onze eerste gedachte is wanneer we een man met een mes zien zwaaien om onze telefoon te pakken om het tafereel vast te leggen, dan weten we dat we een serieus probleem hebben.
(Met dank aanTegengeluid , de nieuwsbrief voor dwarsdenkers. Dit artikel verscheen eerder op de website van de Daily Mail. Vertaling: Marco Visscher.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier