Jan Kerremans, voorzitter van Liberas vzw, laat zijn licht schijnen over de 9 gezondheidsministers van ons land en een gebrek aan efficiënt bestuur.
Corona houdt ons nu al een half jaar in zijn greep en het ziet er niet naar uit dat dit snel zal veranderen. Maar intussen heeft het virus ook wel een en ander duidelijk gemaakt, want terwijl regeringen overal te wereld de crisissituatie efficiënt proberen aan te pakken, blijken er in ons land 9 ministers bevoegd te zijn voor gezondheid. Net nu er meer dan ooit nood is aan een regering, waar we al meer dan een jaar op wachten, zal er een discussie oplaaien over de bevoegdheid Volksgezondheid.
Hoewel er veel kritiek is op het aantal ministers, moeten we dit ook wel nuanceren. In Vlaanderen, een gemeenschap met meer inwoners dan Denemarken, Noorwegen, Finland of Ierland, zijn er twee ministers bevoegd: Maggie De Block en Wouter Beke. De zeven andere situeren zich in de Franse Gemeenschapsregering (2), in de Waalse regering (1), in de Brusselse regering (3 – een voor de franstaligen, een voor de nederlandstaligen en een staatssecretaris voor preventie) en dan nog een minister voor de Duitstalige Gemeenschap.
Het is voor iedereen toch wel duidelijk dat een besluitvormingsproces met 9 ministers, en dus ook hun bevoegde administraties, niet bevorderlijk is voor het nemen van beslissingen in crisistijden. En waarschijnlijk evenmin in andere tijden.
Het zou dus al een hele stap vooruit zijn dat de andere gewesten/gemeenschappen in ons land het voorbeeld van Vlaanderen volgen. Dan zou men tot een situatie komen zoals in andere federale staten, bv. Duitsland, waar ook de Länder bevoegde ministers hebben naast de federale.
Wanneer corona uitgewoed is, hoop ik dat er kritische vragen zullen rijzen over de bevoegdheid van Volksgezondheid en dat de afspraken hieromtrent zullen worden opgenomen in het regeerakkoord. Als we ooit nog een volwaardige regering krijgen natuurlijk.
Deze discussie is veel te belangrijk om zomaar in de communautaire kookpot te gooien en traag te laten garen. Daar hebben we simpelweg de tijd niet voor. Het recht op gezondheidszorg is een basisrecht, en het is aan de politiek om hierin te voorzien. Bij elke beslissing die niet genomen wordt, vallen er doden en dat is onaanvaardbaar. Er is nood naar eenheid van bestuur en een homogene bevoegdheid. De vraag is echter waar we de bevoegdheid moeten leggen. Federaal, gewestelijk of bij de gemeenschappen?
Die discussie zal eveneens vragen om een stevige dosis ervaring. En daarmee bedoel ik ALLE experten, van hoogleraar en topchirurg tot ambulancier en logistiek medewerker in het ziekenhuis. Liefst individueel, zonder te veel beïnvloeding van drukkingsgroepen en belangenbehartigers. Het moet toch mogelijk zijn dat de overheid – liefst via het Overlegcomité voor het gezondheidsbeleid – een bevraging laat uitvoeren bij de ‘helden’ van de gezondheidszorg!
Een bevraging die op een volwaardige sociografisch-wetenschappelijke wijze tot stand komt en wordt uitgevoerd onder de auspiciën van een universiteit (liefst twee). Daarbij kan tenminste echt gepeild worden naar de prioriteiten en behoeften van de gezondheidswerkers op basis van hun expertise. Die zal er de laatste maanden trouwens niet op achteruit zijn gegaan. Hun antwoorden kunnen een inzicht bieden in de situatie op het werkveld en ons iets leren over hun wensen met betrekking tot bv. efficiëntie of crisismanagement. Dus niet noodzakelijk over de staatsinrichting van ons land.
Zo’n expertendossier zou een mooie aanvulling zijn op de nota’s waarover de parlementsleden nu al beschikken. Het zou recht doen aan de inspanningen die de gezondheidswerkers de afgelopen crisis hebben geleverd, en nog steeds bereid zijn te leveren. Een efficiënte overheid zou daarbij voor hen een enorme steun zijn.
Jan Kerremans is voorzitter van Liberas vzw, het liberale archief en schreef dit opiniestuk voor de denktank Liberales.
De Doordenkers van Knack.be: Wat na corona?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier