Patrick Martens
Ontslag Vanackere is slag voor de regering-Di Rupo
Het ontslag van Steven Vanackere betekent een nieuwe knauw voor de samenhang van de regering-Di Rupo.
Na goed veertien maanden is Steven Vanackere (CD&V) de derde minister die door een ontslag verdwijnt uit de regering van premier Elio Di Rupo (PS). Zoals dat op zo een moment past, heeft Di Rupo ‘met spijt’ kennisgenomen van de beslissing van Vanackere. Die kreeg bij zijn vertrek ook dankwoorden van de premier voor ‘de essentiële bijdrage die hij aan de regeringsploeg heeft geleverd’.
Volgens Vanackere was zijn ‘incasseringsvermogen’ in de voortdurende politieke en publieke commotie van de voorbije weken rond overheidsbank en -verzekeraar Belfius en de christelijke werknemersbeweging ACW helemaal opgebruikt. De erg defensieve opstelling van het ACW in deze kwestie was daarbij evenmin een hulp.
Maar tussen de regels van zijn eigen verklaring over de ontslagbeslissing is ook te lezen dat Vanackere zich binnen de regering-Di Rupo niet altijd even overtuigend geruggesteund wist tegen ‘onterechte insinuaties en verdachtmakingen’ omtrent zijn optreden in de winstbewijzendeal tussen Belfius en het ACW.
Niet dat optreden zelf was het probleem (de aan het ACW gelieerde Vanackere herhaalde steeds weer dat hij op geen enkele manier voor die deal tussenbeide was gekomen; de Belfiustop bevestigde dat ook). Wél zijn soms onhandige communicatie, onder meer over het ‘nauwe contact’ met bankenexpert en Belfius-bestuurder Wouter Devriendt die ook nog een bureau en e-mailadres op het kabinet van Vanackere bleek te hebben, werd bij de andere meerderheidspartijen alsmaar minder gesmaakt.
Dat ongenoegen over de afstraling van ‘het geval-Vanackere’ op de rest van de regering kwam bovenop – soms expliciete, soms impliciete – kritiek over de aanpak van de intussen gewezen sterkhouder van CD&V in de regering-Di Rupo op het departement van Financiën.
Een betere organisatie van de fiscus liet Vanackere vooral over aan grote belastingbaas Hans D’Hondt (ook met CD&V-stempel). Voor een ingrijpende hervorming om het kluwen van belastingregels transparanter en rechtvaardiger te maken, hield Vanackere de boot af. De afwikkeling van het Dexia-debacle en van de overheidswaarborgen bij andere financiële instellingen slorpte sowieso al heel veel van zijn energie op.
De CD&V’er maakte er trouwens nooit een geheim van dat hij bij de vorming van de regering-Di Rupo niet had staan springen voor Financiën en liever naar het gouverneurschap in West-Vlaanderen was uitgeweken.
Achter de schermen van de Wetstraat wordt voor de bron van de kritiek op Vanackere met meer dan een vinger gewezen naar zijn voorganger op Financiën, vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR). In de Franstalige media wordt Reynders door sommige opiniemakers bovendien verdacht van goede contacten met oppositiepartij N-VA van Bart De Wever. Het was de N-VA die in het krokusverlof de aanval op het winstbewijzendossier van het ACW en Belfius inzette.
Een en ander illustreert de beperkte samenhang van regering-Di Rupo. Het ontslag van een topman van een coalitiepartner is daar alvast ook niet bevorderlijk voor. Dat is nog minder het geval aan de vooravond van een nieuwe en zware begrotingscontrole die 2,5 tot 3 miljard euro (het precieze bedrag wordt pas later deze week bekend als het ambtelijke monitoringcomité voor de begroting klaar is met zijn huiswerk) moet opleveren om het tekort op de overheidsfinanciën voor Europa op 2,15 procent van het bruto binnenlands product te laten uitkomen. Door de slappe economische conjunctuur (een groeiprognose van amper 0,2 procent) vallen de belastingontvangsten tegen en zijn meer sociale uitgaven nodig. De budgetcontrole moet dat corrigeren.
Net zoals bij de opmaak van de begroting van 2013 vorig najaar is het andermaal de PS (met de CDH van vicepremier Joëlle Milquet in haar kielzog), die op de besparingsrem wil gaan staan. De andere regeringspartijen (MR, CD&V, Open VLD en SP.A) zijn weinig of helemaal niet geneigd om de partij van de premier hierin te volgen. Dat zet extra druk op de regeringsketel en scherpt de ideologische tegenstellingen (over beknibbelen op de sociale en andere publieke uitgaven, over een vermogensbelasting enzovoort) opnieuw fors aan.
In dat budgettaire steekspel moet een politiek gekwetste CD&V zich met een nieuwe en onderlegde spits in het kernkabinet zien overeind te houden. Na het ontslag van Vanackere moet Defensieminister Pieter De Crem die rol overnemen. Op Financiën wordt Koen Geens de nieuwe titularis. Geens is voormalig kabinetschef van Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V). Voorts is hij gewoon hoogleraar aan de KU Leuven, onder meer gespecialiseerd in economisch en vennootschapsrecht.
Voor de CD&V, die op haar communautaire flank permanent wordt opgejaagd door de N-VA en in peilingen zeker niet op herstel staat, is de onverwachte verwikkeling met haar politiek personeel alles behalve een geschenk in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 2014. Door de aanhoudende strapatsen rond ACW en Belfius is de CD&V met Vanackere haar verpersoonlijking van ‘rustige vastheid’ in de regering-Di Rupo kwijt. Tegelijk kan ze moeilijk breken met de electorale steunpilaar die de christelijke werknemersbeweging nog altijd in bepaalde mate voor de partij van Wouter Beke is.
Maar dat betekent dan eveneens dat de CD&V nog een hele poos zal geconfronteerd worden met de Dexia-uitlopers naar het ACW. Er blijven stemmen opgaan die een diepgaand parlementair onderzoek eisen. Er lopen procedures over de overheidswaarborg voor de particuliere coöperanten van de beweging. De discussie over de winstbewijzenregeling is met het ontslag van Vanackere niet zonder meer van de baan.
Voor de politieke oppositie zal de historie Dexia-Belfius-ACW een gedroomd dossier blijven om de CD&V en bij uitbreiding de hele regering-Di Rupo op te jagen. Nu er maar enkele weken nodig waren om het hoofd van Vanackere op het kapblok te krijgen, dreigt het vertrouwen tussen de zes federale meerderheidspartijen op die manier alleen maar verder af te brokkelen. In het vooruitzicht van de grote stembusslag in 2014 voorspelt dat allemaal ook weinig goeds voor hun gezamenlijke besluitvaardigheid in de regering-Di Rupo.
Patrick Martens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier