Ontevredenheid bij Afro-Belgen rond nieuw Afrikamuseum: ‘De renovatie vergeet de essentie’
Zaterdag laat kunstenares Laura Nsengiyumva een standbeeld van Leopold II smelten. Knack ontmoette haar samen met Toma Luntumbue, curator van de biënnale van Lumumbashi in Congo: ‘De transformatie van het museum is een non-evenement.’
Het Afrikamuseum in Tervuren is sinds 2013 gesloten voor renovatie. Het doel? Het majestueus bouwwerk van Leopold II voorzichtig lospeuteren van het hyperkoloniaal kader waarin het ontstond.
De renovatie heeft een breder debat in gang gezet rond de dekolonisering van de publieke ruimte. Met de sculptuur ‘PeoPL’ zet Laura Nsengiyumva die deconstructie van het koloniaal gedachtengoed centraal. Het is een ijssculptuur van een standbeeld van Leopold II. Komende zaterdag wordt het werk getoond op het jaarlijks Brussels kunstenfestival Nuit Blanche. Doorheen de avond zal het beeld smelten, wat voor de kunstenares de langzame verandering in mentaliteiten symboliseert.
‘Ik wil het beeld van Leopold II in de Belgische publieke ruimte en het aura van idolatrie dat nog vaak rond zijn figuur hangt in vraag stellen.’ Nsengiyumva wilde aanvankelijk exposeren in het Afrikamuseum zelf, ‘maar mijn werk werd daar als te controversieel bestempeld. De invloed van de groep kolonialen verenigd in Mémoire du Congo et du Ruandi-Urundi is belangrijk geweest in het verzet tegen mijn werk.’ De vereniging gelooft in het koloniale project en neemt vaak de verdediging ervan op zich. ‘Hun manier van denken is zeer voelbaar in het renovatieproces.’ Naast Laura heeft ook kunstenaar en vriend Toma Luntumbue zich al herhaaldelijk kritisch uitgelaten over de richting die het museum uitgaat.
Toma, wat vind jij van de aanpak van de renovatie?
TOMA LUNTUMBUE: De renovatie van het museum vergeet de essentie, namelijk het consulteren van de Afrikaanse gemeenschappen. Er is een zeker paternalisme aanwezig bij de mensen die beslissen, al is dat niet altijd bewust. De veranderingen die doorgevoerd worden zijn bijgevolg eerder oppervlakkig. In essentie is de transformatie van het museum een non-evenement.
LAURA NSENGIYUMVA: Voor het inrichten van de diasporazaal heeft het museum mijn advies gevraagd. Deze zaal kwam pas later in het proces aan bod en moest het dan ook met een heel beperkt budget stellen. Ik ben met een artistiek voorstel gekomen en ze waren niet klaar om naar me te luisteren. De mensen die werken bij het museum hebben zeer weinig ervaring in de culturele sector. Bovendien is alle beslissingsmacht geconcentreerd bij witte mannen, en toch eigenen ze zichzelf legitimiteit toe. Ik heb de hele toestand echt als een belediging ervaren, en nadien heb ik afstand genomen van het museum.
LUNTUMBUE: Het museum wil het monopolie op Afrika veiligstellen en een soort zoo in stand houden.
Is een Afrika-museum vandaag überhaupt nog zinvol en wenselijk?
LUNTUMBUE: ‘Afrika’, wat wordt daarmee bedoeld? Wanneer men het heeft over het Afrikamuseum, denkt men eigenlijk ‘het museum over zwarten’. Tervuren zou een museum van de Belgische geschiedenis kunnen worden. In de toekomst moet er dan maar een ander écht museum over de kolonisatie komen.
Jullie ijveren beiden voor het ‘dekoloniseren van de publieke ruimte’. Moeten alle standbeelden en straatnamen van kolonialen verdwijnen?
NSENGIYUMVA: Bordjes die context geven, daar geloof ik niet in. Zo’n monument is soms drie meter hoog, wie zal in godsnaam zo’n bordje zien? Zo’n bordjes horen thuis in een museum. Voor mij is het simpel: ik wil deze standbeelden niet in het straatbeeld. Hoe moet ik zoiets aan mijn toekomstige kinderen uitleggen? De standbeelden van Leopold II zijn propaganda voor een koloniaal regime. Die overvloed aan beeltenissen en verwijzingen heb je niet rond Albert II of Filip.
LUNTUMBUE: Ja, Leopold II is duidelijk de meest emblematische koning uit onze geschiedenis. Voor mij moeten er drie dingen gebeuren. Eerst en vooral moeten de Afrikaanse objecten die zich in het museum van Tervuren bevinden worden teruggegeven. Dat zou een echte dekolonisatie zijn van het museum. Ten tweede moeten de meest beledigende straatnaambordjes worden gewijzigd. En ten derde moeten we de ‘koloniale safari’ leren vermijden.
NSENGIYUMVA: Ik geloof dat wat we zien gebeuren rond het museum sterk verbonden is met de Belgische identiteitscrisis. België heeft vandaag schijnbaar nood aan de koloniale geschiedenis en de figuur van Leopold II omdat het een jong land is dat nog op zoek is naar zijn historisch karakter. Uit die identitaire zoektocht ontstaat het steeds terugkerende tegenargument: ‘wis onze geschiedenis niet uit’.
NSENGIYUMVA: Bij een gesprek over de installatie ‘PeoPL’ heeft Bruno (Bruno Verbergt, operationeel directeur van het museum, nvdr.) de deur dichtgeslagen, terwijl hij me toeriep: ‘Zou jij het leuk vinden als men je vader wil smelten?’
Er is sprake van een asymmetrie tussen het officieel discours van het museum en hoe alles werkelijk loopt.Men blijft communiceren naar de pers toe dat het museum gerenoveerd wordt in samenwerking met de diaspora. En dat is gewoon niet waar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier