Peter Mertens (PVDA)
‘Ons pensioenstelsel zakt weg als een pudding, en de groene en blauwe plannen voorspellen weinig goeds’
‘We moeten de wettelijke pensioenen geleidelijk verhogen en niet privatiseren’, reageert PVDA-voorzitter Peter Mertens op de pensioenplannen van Groen en Open VLD.
België heeft zowat de laagste pensioenen in West-Europa. Het basispensioen van Groen is daar geen oplossing voor. Een goéd pensioen is dat wel: 75% van het gemiddeld loon in plaats van 60%, en een minimum van 1.500 euro netto, niet bruto.
Een werknemer in België heeft 40% minder pensioen dan een werknemer in onze buurlanden die exact even lang werkt en exact evenveel loon verdient. Dat komt door de regels van ons pensioenstelsel en door de visie erachter. Volgens die visie dient de sociale zekerheid zich te beperken tot het bestrijden van armoede. Volgens een sociale visie echter is de bescherming tegen armoede van belang, maar is sociale zekerheid veel meer dan dat. Het woord zegt het zelf: het gaat om een ‘zekerheid’, een verzekering van inkomen. Wij betalen bijdragen op ons inkomen en dienen uitkeringen te krijgen in verhouding tot dat inkomen. Een volwaardig en rechtvaardig pensioen.
Ons pensioenstelsel zakt weg als een pudding, en de groene en blauwe plannen voorspellen weinig goeds.
Ons pensioenstelsel zakt weg als een pudding. Het wettelijk pensioen wordt gereduceerd tot een middel om armoede te ontlopen. De regering-Michel trok de minimumpensioenen een klein beetje op, maar knipte in de gemiddelde pensioenen, alsof die nog niet laag genoeg zouden zijn. ‘Niemand gaat pensioen verliezen, niemand!’ verklaarde Gwendolyn Rutten van Open VLD.Maar wie de balans opmaakt, komt tot een heel andere conclusie. De regering schafte de pensioenbonus af: 180 euro minder pensioen per maand voor wie doorwerkt tot 65 jaar. Ze knipte ook in de loopbaanonderbreking en het tijdskrediet: 50 euro minder pensioen per maand voor wie er een beroep op doet. Ze sneed ook in het pensioen van bruggepensioneerden (SWT’ers) die op vroege leeftijd zijn beginnen werken. Volgens het Planbureau zullen de pensioenen voor mannelijke werknemers dalen met 10%.
Het is de algemene trend in Europa. De eerste, wettelijke pensioenpijler wordt afgebroken met de loze belofte van een sterkere private “tweede en derde pijler”. Volgens de Europese Commissie zal het wettelijk pensioen in vergelijking met het gemiddelde loon dalen van 44% in 2013 naar 34,9% 2060. Dat is een vijfde minder.
Die neerwaartse trend ondergraaft het vertrouwen in het hele stelsel. De wettelijke pensioenen worden omgebouwd tot een minimale bescherming tegen armoede. Voor een fatsoenlijk inkomen na de loopbaan moeten we hoe langer hoe meer met private spaaractiviteiten onze plan trekken. Het liberale ‘ieder voor zich’, waar mevrouw Rutten voor staat. Of zoals Pensioenminister Daniël Bacquelaine het zei: ‘Wie een goed pensioen wil, moet zelf zijn verantwoordelijkheid opnemen.‘
Het pensioenblauw van Groen
Alsof Groen deze olifant in de pensioenkamer niet wil zien, draait haar pensioendiscours al jarenlang rond ‘een basispensioen voor iedereen, als een buffer tegen armoede bij ouderen’. Met daarnaast ‘een werkbonus, bovenop het basispensioen’ om zo mensen langer te laten werken.
Groen is al langer bezig met het uitwerken van een pensioenvisie. De ideologische grond werd gelegd in haar Impulscongres. Op dat congres pakte Groen uit met het basispensioen van “1.000 euro voor iedereen, ongeacht de loopbaan.” Vandaag heeft Groen dat bedrag opgetrokken naar 1.140 euro voor alleenstaanden en 855 euro voor samenwonenden. Het blijft flirten met de armoedegrens.
De kost van haar basispensioen wil Groen opvangen door de “gezins- en echtscheidingspensioenen uit te doven”. Op het Impulscongres zei Wouter Van Besien: ‘Het basispensioen is betaalbaar als we ziften in de vele bestaande stelsels.’Ziften? Gaan we de huidige pensioenen dan nog meer afromen?
In haar pensioenplan vandaag onderschrijft Groen het minimumpensioen van 1.500 euro. De PVDA heeft dat voorstel in 2017 gelanceerd. Wij zijn blij dat Groen en SP.A dit voorstel overnemen, maar vinden het jammer dat zij het bedrag reduceren. Ze hebben het immers over een brutobedrag, geen netto. Iemand die 40 jaar werkt en afdraagt, krijgt van Groen en SP.A een minimumpensioen van 1.330 euro netto. Dat is toch nog steeds te weinig. Het goedkoopste rusthuis kost al 300 euro meer. In Frankrijk, Nederland, Luxemburg, Oostenrijk krijgt iemand die 40 jaar werkt een pensioen van 1.700 à 1.800 euro. Waarom kan dat hier niet?
Mannen en vrouwen zijn niet gelijk op de arbeidsmarkt. Daarom moeten we die ongelijkheid corrigeren in de pensioenen.
Groen verwijst voor haar basispensioen ook naar de kortere loopbanen van vrouwen. Dat is inderdaad een grote ongelijkheid: vrouwen zitten vaker in deeltijdse jobs, verdienen minder en staan nog steeds meer in voor zorg- en huisarbeid. Hun pensioenen liggen daardoor een pak lager. Eén op drie vrouwen komt niet aan een loopbaan van dertig jaar. Om die reden stellen wij voor om de pensioenloopbaan voor vrouwen terug te herleiden naar veertig jaar voor een volledig pensioen, zoals dat vroeger was. Het gelijkheidsbeginsel in onze grondwet verplicht gelijke gevallen gelijk te behandelen, maar ook ongelijke gevallen ongelijk. Mannen en vrouwen zijn niet gelijk op de arbeidsmarkt. Daarom moeten we die ongelijkheid corrigeren in de pensioenen. Anders gaan tal van vrouwen een armoedepensioen blijven krijgen. En daar is niets sociaal, noch rechtvaardigs aan.
Het idee van een basispensioen of laag minimumpensioen past perfect in de liberale visie, die de wettelijke pensioenpijler wil beperken tot een bescherming tegen de ergste armoede.
Het idee van een basispensioen of laag minimumpensioen past perfect in de liberale visie, die de wettelijke pensioenpijler wil beperken tot een bescherming tegen de ergste armoede. Ik vind het jammer dat Groen daarin meegaat. Dit gaat niet over verkiezingsprogramma’s, wel over inhoud en visie op sociale bescherming. Goede pensioenen zijn belangrijk voor ons allemaal.
Ook in de leeftijd sluit Groen aan bij het pensioenblauw: in haar nieuw pensioenplan houdt de partij vast aan het optrekken van de pensioenleeftijd naar 67 jaar. Nochtans is dat de meest gehate maatregel van de regering-Michel en leren de enquêtes dat tot 9 op 10 Belgen die 67 jaar niet zien zitten. Dat is ook logisch. Meer mensen leiden vandaag een volledig leven leiden in vergelijking met 1840, toen de levensverwachting begon te stijgen. De bevolking is ouder geworden, maar de mens is bijna niet veranderd. Genetisch zijn wij nog altijd dezelfde mens gebleven. Er zijn nu gewoon minder mensen die voortijdig sterven. Maar het is geen toeval dat de pensioenleeftijd in heel de wereld tot voor kort tussen de 60 en de 65 jaar lag. Dat komt omdat de overgrote meerderheid van de mensen op die leeftijd voelen dat zij het ritme van 40-jarigen niet meer aankunnen, dat geest en lichaam trager en vermoeider worden, dat ze nu best stoppen met werken als ze nog een beetje van het leven willen genieten.
In een sociaal pensioenplan heeft iedereen recht op rust en vrijheid vanaf ten laatste 65 jaar. Dat is wél betaalbaar, als we de welvaart wat eerlijker verdelen.
De gezonde levensverwachting in ons land ligt vandaag op 64,5 jaar. Werken tot 67 jaar is voor heel veel mensen niet doenbaar. Maar wie geen 42 jaar werkte, heeft volgens Groen geen recht op vervroegd pensioen en moét voort doen tot 67 jaar. En maar liefst drie op de vier vrouwen geraken niet aan die 42 jaar, gelijkgestelde periodes inbegrepen. Moeten zij daarvoor gestraft worden? Nee toch. In een sociaal pensioenplan heeft iedereen recht op rust en vrijheid vanaf ten laatste 65 jaar. Dat is wél betaalbaar, als we de welvaart wat eerlijker verdelen.
Verplichte groepsverzekeringen?
In de blauwe veldtocht tegen de wettelijke pensioenen lanceerde ook minister Alexander De Croo einde maart zijn voorstel: “Maak de groepsverzekeringen verplicht. Hoe kan je zo verstokt vasthouden aan oude recepten? De privatisering van onze pensioenen heeft totaal gefaald.
De private pensioenen zijn de pensioenen van de ongelijkheid. De helft van alle uitbetaalde bedrijfspensioenen in België gaat naar 5% van de werknemers. De CEO’s van beursgenoteerde bedrijven bouwen met allerlei fiscale voordelen een privaat pensioen op dat 100 keer (!) hoger ligt dan dat van gewone werknemers. Zo groeit de pensioenkloof uit tot een gapende diepte.
Private verzekeraars en banken pikken een belangrijk deel van onze pensioencentjes in door allerlei kosten aan te rekenen. Tot een vijfde van het ingelegde kapitaal ben je daaraan kwijt. Vroeger was er een gegarandeerd rendement op onze pensioencentjes bij private groepsverzekeraars. Maar dat werd afgeschaft door Alexander De Croo. Gaat hij daarom iedereen nu verplichten (!) geld aan die private loebassen te geven? Het is de schaamte voorbij. De wettelijke eerste pijler is veel goedkoper. En veel veiliger.
Een goéd pensioen, geen risicopensioen zoals Open VLD voorstelt en geen basispensioen zoals Groen voorstelt: dat is een kwestie van rechtvaardigheid, respect en efficiëntie.
Een goed pensioen: perfect betaalbaar
De wettelijke pensioenen kosten minder en beschermen ons beter. Maar ze zijn veel te laag. Daarom moeten we ze geleidelijk verhogen, niet privatiseren.
Vandaag krijgen werknemers en zelfstandigen als pensioen slechts 60% van hun gemiddeld loon of beroepsinkomen. Wie minder dan 45 jaar gewerkt heeft, krijgt minder dan die 60%. Daarom trekken wij het wettelijk pensioen voor werknemers en kleine zelfstandigen op naar 75% van hun gemiddeld loon of beroepsinkomen. Het minimumpensioen trekken we op naar 1.500 euro per maand. Netto, niet bruto.
Een goed pensioen van minstens 1.500 euro netto per maand, als dat in Frankrijk, Oostenrijk, Denemarken en Luxemburg kan, waarom dan hier niet?
Nee, dat maakt de pensioenen niet onbetaalbaar. Ja, we leven langer. Maar we worden ook altijd productiever, we doen almaar meer. De vraag is: zetten we die stijgende productiviteit om in rust en vrijheid na de loopbaan? Of onderwerpen we alles aan de competitiviteit, de winst van de aandeelhouders? Dat is de kern van het pensioendebat. Wij maken de keuze om de vruchten van de groeiende arbeidsproductiviteit eerlijker te verdelen. Een herverdeling vanuit de solidariteit.
De belangrijkste hoeksteen van die herverdeling? De sokkel van de sociale zekerheid verbreden met meer stabiele en goed betaalde banen, met een goed sociaal statuut, en niet met precaire pseudo-jobs waar geen sociale bijdragen op betaald worden.
De tweede hoeksteen is de miljonairstaks. De overgrote meerderheid van de Belgen is daar voorstander van. Ook de Federale Adviesraad voor Ouderen stelt voor de pensioenen mee te financieren met een vermogensbelasting. Dat doet ook de Commissie Pensioenhervorming. Waarom maakt dat voorstel nog steeds geen deel uit van het pensioendebat?
De derde hoeksteen is de strijd tegen grote belastingfraude en -ontwijking. Die lopen volgens specialisten in ons land op tot 36 miljard euro, bijna evenveel als wat we aan de pensioenen uitgeven. Minstens een deel van dat geld kunnen we recupereren als we de grote fraude ernstig bestraffen.
Als vierde moeten we ook de houtworm in het systeem evalueren, te weten: de stelselmatige verlaging van de werkgeversbijdragen aan de sociale zekerheid. Die houtworm woekert voort in extralegale betalingen, vrijstellingen, loonsubsidies… Het kost de sociale zekerheid al 16 miljard euro per jaar, zo berekende het Planbureau.
Want zeg nu zelf: een goed pensioen van minstens 1.500 euro netto per maand, als dat in Frankrijk, Oostenrijk, Denemarken en Luxemburg kan, waarom dan hier niet?
Miljonairstaks
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier