Onderzoekscommissie Kazachgate onder hoogspanning na perslekken
Binnen de onderzoekscommissie Kazachgate heeft zich woensdagochtend een fikse discussie ontsponnen als gevolg van het lekken van informatie uit de commissie naar de pers.
Binnen de meerderheid werd erop aangedrongen klacht in te dienen. Ook werd geopperd voortaan achter gesloten deuren te vergaderen en zelfs de werkzaamheden op te schorten, indien dan nog geheime info zou uitlekken.
Reeds voor de paasvakantie was er binnen de onderzoekscommissie wrevel ontstaan na berichtgeving door Belga. Toen besliste de commissie unaniem klacht in te dienen bij het parket van Brussel. Vandaag herhaalde de meerderheid die vraag, nadat opnieuw informatie in verschillende media is verschenen.
Sophie De Wit (N-VA) en Sonja Becq (CD&V) hekelden het interview dat commissievoorzitter Dirk Van der Maelen (sp.a) onlangs over het dossier gaf aan Humo. Maar vooral de lekken naar de pers zaten de politica’s hoog. Indien dat nodig zou blijken, moet de commissie voortaan dan maar achter gesloten deuren vergaderen, luidde het. En als er dan nog lekken plaatsvinden, dan kan de commissie de werkzaamheden opschorten tot achterhaald is wie de informatie liet doorsijpelen.
Vincent Van Quickenborne (Open Vld) vond dat de lekken het vertrouwen schenden. Indien de zaken niet veranderen, “moeten we misschien op een andere manier gaan werken”, aldus Van Quickenborne. Karine Lalieux van oppositiepartij PS noemde de lekken schadelijk, maar verwierp de piste om de werkzaamheden op te schorten.
Van der Maelen zag in de lekken “een georganiseerde poging” om de commissie te destabiliseren. Dat hij nog geen klacht indiende, was het gevolg van een advies van de juridische diensten van de Kamer. Dat was echter niet naar de zin van de meerderheidspartijen, die toch de daad bij het woord willen voegen. Zij voelen zich gesteund door experten van de commissie, die een klacht of iets gelijkaardigs wel mogelijk achten. Het punt wordt deze middag voort besproken, wanneer de commissie achter gesloten deuren vergadert. Mogelijk krijgt het nog een verlengstuk in de Conferentie van de Voorzitters.
Onderzoek naar goedkeuring wet verruimde minnelijke schikking
Hoogleraar en advocaat Raf Verstraeten (KU Leuven) ontkent dat het zijn ontwerptekst is die in 2011 als de zogenaamde afkoopwet voor fiscale fraudeurs werd goedgekeurd. Wellicht zijn een aantal krachtlijnen dezelfde, maar verschillende uitgangspunten tonen duidelijke verschillen, verklaarde Verstraeten woensdag voor de onderzoekscommissie Kazachgate.
De commissie buigt zich in deze fase van haar onderzoek over de manier waarop de wet op de verruimde minnelijke schikking in 2011 plots groen licht kreeg in het parlement. Een vroege concrete stap in de redactie van de wettekst, vindt zijn oorsprong in lokaal Antwerps overleg tussen de diamantsector en de justitiële wereld, dat in 2008 van start ging.
Daarbij komen de professoren Verstraeten en Axel Haelterman in beeld, die als “lobbyisten van de diamantsector” worden bestempeld. Verstraeten zou zelfs de pen hebben vastgehouden van het wetsvoorstel dat tot de afkoopwet heeft geleid.
Maar dat weerlegde hij woensdag in het parlement. Hij gaf aan dat hij tijdens een van die technische vergaderingen een aantal van zijn ideëen voor een verruimde minnelijke schikking in een soort memorie van toelichting heeft gegoten. Maar ook het openbaar ministerie had een tekst uitgewerkt die op een aantal punten sterk afweek van Verstraetens werkstuk. “Mijn tekst en de tekst die in 2O11 in het parlement werd ingediend, zijn niet dezelfde”, benadrukte Verstraeten.
Het uitgangspunt van beide documenten in 2008 was hetzelfde, namelijk een minnelijke schikking mogelijk maken in het volledige onderzoek, en niet enkel in het opsporingsonderzoek. Maar bijvoorbeeld over het toepassingsgebied en de rol van de onderzoeksrechter waren er grote verschillen met de tekst van de procureurs-generaal, legde de hoogleraar uit. “Ik had ook enkele punctuele tekstvoorstellen gedaan, terwijl het college veel gedetailleerder was”.
Bij eerdere zittingen waren vragen gerezen bij het feit dat Verstraeten optrad als advocaat voor het Antwerp World Diamond Centre (AWDC), maar nadien tijdens een hoorzitting in de Senaat als academicus zijn licht over de afkoopwet liet schijnen. Daarvoor werd Verstraeten bovendien vergoed door het AWDC. “Ik heb altijd het gevoel gehad dat mijn optreden als advocaat niet geheim was. Er zijn daarover zelfs assertieve persartikelen verschenen. Wat mij betreft bestond er daar geen misverstand over. Ik heb er toen niet bij stilgestaan dat dit niet duidelijk was”, verdedigde Verstraeten zich.
Hij benadrukte zijn functie als hoogleraar en advocaat dertig jaar te hebben gecombineerd. “Ik ben niet schizofreen”, aldus Verstraeten. Hij gaf aan dat hij van juli 2001 tot april 2004 als advocaat heeft opgetreden voor Patokh Chodiev, Alijan Ibragimov en Alexander Mashkevitch – beter bekend als het ‘Kazachse trio’ dat als een van de eersten gebruik kon maken van de verruimde minnelijke schikking.
Nadien is de samenwerking volledig stopgezet. Commissievoorzitter Dirk Van der Maelen was bijzonder streng voor Verstraeten. Hij opperde de rector van de KU Leuven te contacteren in verband met de deontologie. Hij werd echter teruggefloten door Francis Delpérée (cdH), die stelde dat Verstraeten als getuige aanwezig was.