Onderzoekscommissie aanslagen: consensus over reeks opvallende nieuwigheden
België is geen ‘failed state’, maar er zit wel ‘zand in de machine’ van het Belgische veiligheidsapparaat. Dat stelde Open Vld’er Patrick Dewael bij de voorstelling van een rapport door de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart.
Kort na de moordende aanslagen op Brussels Airport en in metrostation Maalbeek besliste de Kamer om een onderzoekscommissie op te richten. Na een doorlichting van de hulpverlening boog de commissie zich sinds september over de veiligheidsarchitectuur. ‘België is geen failed state’, besluit commissievoorzitter Patrick Dewael (Open Vld), nu een unaniem akkoord gevonden is over een ruim 500 pagina’s tellend rapport met conclusies en aanbevelingen. ‘Maar er zit wel zand in de machine.’
Concreet botste de onderzoekscommissie op ‘bepaalde disfuncties’ in de veiligheidsketen waardoor kansen gemist zijn in aanloop naar de aanslagen. De commissieleden wijten de problemen met name aan een gebrek aan capaciteit en middelen of een inefficiënte inzet ervan, gebrekkige samenwerking en informatie-uitwisseling, inefficiënte procedures en regels, beperkte internationale samenwerking en het ontbreken van een integrale aanpak.
In negen thematische hoofdstukken schuift de onderzoekscommissie een hele reeks aanbevelingen naar voren. Een volledig nieuwe politiehervorming zoals rond de eeuwwisseling komt er zoals verwacht niet, maar niettemin is sprake van aanbevelingen voor ‘een nieuwe hervorming waarbij de hele veiligheidsketen onder de loep genomen wordt’, aldus Dewael.
Geen schuldigen aangewezen
De commissie pleit ook nadrukkelijk voor meer geld voor de veiligheidsdiensten. ‘De kaders voor de veiligheids- en inlichtingendiensten zijn misschien wel toereikend, maar ze moeten natuurlijk ook worden ingevuld’, zo verwoordde Dewael het. ‘En dat gaat geld kosten. We maken als commissie een rapport, maar het is aan regering en parlement om ook te zorgen voor boter bij de vis. We pleiten niet voor een blinde verhoging van de middelen, maar op verschillende plaatsen moeten de kaders worden ingevuld.’
De voorzitter beklemtoonde tot slot dat de onderzoekscommissie niet op zoek is gegaan naar schuldigen of de bedoeling had om mensen of diensten expliciet met de vinger te wijzen. Dat is niet de taak van een onderzoekscommissie, besloot Dewael.
Nieuwigheden
De onderzoekscommissie naar de aanslagen stelt in haar eindverslag rond de Belgische veiligheidsarchitectuur een reeks opvallende nieuwigheden aan. De commissie wil een sterkere staatsveiligheid, meer federale politiemensen, ‘Joint Decision Centres’ voor de aanpak van terreurdossiers, een Kruispuntbank Veiligheid en nog een hele reeks andere zaken. Een verplichte fusie van politiezones of een eigen recherchecapaciteit voor het federaal parket haalden de aanbevelingen niet.
STAATSVEILIGHEID
Vooreerst duikt de Staatsveiligheid opvallend vaak op in de aanbevelingen, waarover onder de acht partijen van meerderheid en oppositie in de onderzoekscommissie een consensus werd bereikt. De commissie pleit voor een “substantieel ruimer budget” om de Staatsveiligheid te versterken op vlak van personeel, opleiding, informatietechnologie en materiële middelen. Topman Jaak Raes had daar nadrukkelijk op aangedrongen. Voor een fusie met de militaire inlichtingendienst ADIV pleit de commissie niet, maar er moet wel een “gemeenschappelijke strategische sturing” komen en er kan worden nagedacht om hen fysiek onder één dak samen te brengen. Bovendien moeten de Staatsveiligheid en ADIV personeel kunnen uitwisselen, moeten hun databanken gekoppeld worden en moeten ze flexibeler kunnen aanwerven. Voorts wil de onderzoekscommissie dat de Staatsveiligheid disruptief kan optreden om de “schadelijkheid” van personen of entiteiten te reduceren. Ze moet ook langdurig infiltratieoperaties kunnen opzetten. En ze zou best verbindingsofficieren posteren op bepaalde ambassades.
POLITIE EN GERECHT
Meer middelen zijn ook nodig voor de federale politie. Het personeelskader moet volledig worden opgevuld zodat ze “al haar taken naar behoren kan uitoefenen”, luidt het. Vandaag zijn slechts 11.000 van de 13.500 plaatsen ingevuld. “Dit is een politieke keuze: hoeveel hebben we over voor veiligheid”, zo verwoordde N-VA’er Peter De Roover het. “Maar ook rationaliseringsoefeningen zijn mogelijk. Niet iedereen in de hele keten wordt efficiënt ingezet.” De structuur wordt niet fundamenteel omgegooid en er klinkt ook geen pleidooi voor het volledig weghalen van de schotten tussen bestuurlijke en gerechtelijke politie. Ook de vijf gespecialiseerde terro-FGP’s (federale gerechtelijke politie) blijven behouden. Wel moet veel meer worden samengewerkt en informatie uitgewisseld. En de commissie ziet kansen in bepaalde specialisaties per FGP. Nieuw is dat de commissie pleit voor vijf ‘Joint Intelligence Centres’ en evenveel ‘Joint Decision Centres’ in de vijf gerechtelijke arrondissementen. Binnen die laatste zouden politie, inlichtingendiensten, OCAD en federaal parket wekelijks moeten bekijken wie best welke acties onderneemt in bepaalde dossiers. De strikte scheiding tussen de betrokken diensten wordt dus expliciet verlaten. Het federaal parket beschikt nu niet over een eigen recherchecapaciteit en dat wil de onderzoekscommissie ook nadrukkelijk zo houden. Wel wil de commissie dat periodiek wordt bekeken hoe groot de voor het federaal parket gereserveerde recherchecapaciteit bij de FGP’s moet zijn, wat flexibiliteit biedt in piekperiodes. De onderzoekscommissie zou ook graag grotere politiezones zien, maar pleit niet voor een verplichte oefening. Ongetwijfeld speelde het gekende verzet tegen een fusie van de zes Brusselse politiezones daarin een belangrijke rol.
KRUISPUNTBANK VEILIGHEID
Eén van de belangrijke conclusies van de onderzoekscommissie is voorts dat inlichtingen en informatie nog te weinig circuleren tussen de veiligheidsdiensten die erover zouden moeten beschikken. Een centrale Kruispuntbank Veiligheid – naar analogie met de Kruispuntbank Sociale Zekerheid – moet dat manco voor altijd de wereld uit helpen. De commissie kiest bewust niet voor een nieuwe databank, maar voor een koppeling van de bestaande gegevensbanken, benadrukte CD&V-fractieleider Servais Verherstraeten, die het voorstel op tafel had gelegd. Denk bijvoorbeeld aan de Algemene Nationale Gegevensbank van de politie en de databanken van OCAD, het orgaan voor de dreigingsanalyse.
STRAFUITVOERING
Bepaalde aspecten van de strafuitvoering moeten ook strenger, oordelen de commissieleden. Zo zouden terroristen of geradicaliseerden die voorwaardelijk vrijkomen in principe niet mogen reizen. Wil de strafuitvoeringsrechtbank afwijken van adviezen van het parket of de gevangenisdirecteur rond voorwaardelijke invrijheidsstelling, dan moet dat ook uitgebreider gemotiveerd worden. En ze moeten kunnen via een speciale procedure kunnen beschikken over inlichtingen en info rond radicalisering van wie ze voor hen krijgen. Voorts stelt de onderzoekscommie voor om gevangenisdirecteurs toegang te geven tot de OCAD-lijst met Syriëstrijders en een veiligheidsmachtiging, om ervoor te zorgen dat ze bezoekers makkelijker kunnen screenen. En de justitiehuizen en lokale politiezones zouden de voorwaarden van voorwaardelijk invrijheidgestelden efficiënter moeten kunnen controleren.
VARIA
Het vijfhonderd pagina’s bevat voorts nog een hele reeks andere aanbevelingen. Denk aan het onder één dak brengen van OCAD en het Crisiscentrum, het verhuizen en ruimer ondersteunen van de verbindingsofficier in Turkije en het aantrekkelijker maken van de functie van wijkagent en de herwaardering van de wijkwerking met het oog op preventie. De commissieleden willen bovendien dat België gelijkgestemde EU-lidstaten op sleeptouw neemt om op middellange termijn te evolueren naar een Europese inlichtingendienst. Vandaag bestaat daar echter geen rechtsgrondslag voor.