Taalopleidingen krijgen klappen: wie zal straks nog Nederlands geven?
Steeds minder studenten kiezen voor een taalopleiding. De gevolgen voor de samenleving zijn niet min.
In tien jaar tijd viel het aantal Vlaamse universiteitsstudenten in de richting taal- en letterkunde met liefst 40 procent terug. Ook toegepaste taalkunde is steeds minder populair. Nu duidelijk wordt dat die trend ook dit academiejaar aanhoudt, trekt het Vlaams Talenplatform, met taaldocenten van Vlaamse universiteiten en hogescholen, aan de alarmbel. ‘Als het aantal studenten blijft teruglopen, zal dat grote maatschappelijke gevolgen hebben’, zegt hoogleraar Engelse taalkunde Liesbet Heyvaert (KU Leuven).
Hoe komt het dat steeds minder jonge mensen voor een talenopleiding kiezen?
Liesbet Heyvaert: Dat is het gevolg van een brede maatschappelijke evolutie: talen – zeker moderne talen – hebben aan prestige ingeboet. Al in het secundair onderwijs zien we dat ook leerlingen die heel goed zijn in talen eerder voor een STEM-richting (Science, Technology, Engineering and Mathematics, nvdr) kiezen. Gaan ze toch voor moderne talen, dan combineren ze dat meestal met economie en wetenschappen.
Alle opleidingen in het hoger onderwijs kreunen onder de gebrekkige taalvaardigheid van de studenten.
Waarom zouden jongeren voor een talenopleiding kiezen?
Heyvaert: Om te beginnen brengen wij onze studenten een rist cruciale vaardigheden bij. Naast lees- en schrijfvaardigheid leren ze ook kritisch met informatie om te gaan en wordt hun analytisch vermogen getraind. Daardoor kunnen ze in de meest uiteenlopende jobs aan de slag. Een deel van hen komt in het onderwijs terecht, en ook daar zitten we met een probleem: doordat wij steeds minder studenten opleiden, leveren we ook minder taalleerkrachten af. Nu al hebben scholen de grootste moeite om leerkrachten Frans te vinden, maar ook voor Nederlands en zelfs Engels dreigt een tekort. Het gevolg is dat er mensen zijn die het vak Nederlands of Frans alleen geven omdat ze die taal spreken, niet omdat ze ervoor zijn opgeleid. En dat terwijl veel van de uitdagingen in het lager en secundair onderwijs, zoals meertalige klassen en de groeiende ontlezing, met taal te maken hebben. Het is van het grootste belang dat er leerkrachten voor de klas staan die opgeleid zijn om daarmee om te gaan. Anders zal de taalvaardigheid van jonge mensen almaar meer achteruitgaan en dat is funest voor de hele samenleving.
Hoezo?
Heyvaert: Vandaag kreunen álle opleidingen in het hoger onderwijs onder de gebrekkige taalvaardigheid van studenten. Collega’s van andere faculteiten vertellen me dat taalproblemen een vlotte kennisoverdracht in de weg staan. Hetzelfde horen we van werkgevers die worden geconfronteerd met werknemers die te weinig talenkennis hebben. Wie niet erg taalvaardig is, begrijpt sommige nuances niet en kan ook niet goed in gesprek gaan. Die eigenschappen zijn net van cruciaal belang in onze kenniseconomie. Daarom is taalvaardigheid evenzeer een must voor wie uit het tso of bso komt.
Hoe kan het tij worden gekeerd?
Heyvaert: We vragen met het Vlaams Talenplatform dat er veel meer zou worden geïnvesteerd in de professionalisering en nascholing van de taalleerkrachten die vandaag voor de klas staan. Daarnaast moet worden nagegaan hoe het komt dat scholieren die van taal houden daar toch niet voluit voor durven te gaan, en vooral wat eraan kan worden gedaan. Zowel bij leerkrachten en scholen als bij Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) is het besef gegroeid dat het zo niet verder kan. Nu hopen dat er snel een kentering komt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier