Aandacht voor diversiteit: ‘We moeten leerkrachten met álle leerlingen leren om te gaan’
De meeste Vlaamse leerkrachten hebben weinig voeling met leerlingen met een migratieachtergrond. Daarom moeten lerarenopleidingen hun studenten beter coachen om les te geven aan een superdiverse klas.
Hoewel Vlaamse scholen steeds diverser worden, heeft amper 5 procent van de leerkrachten een migratieachtergrond. De overgrote meerderheid van de mensen die vandaag voor de klas staan, komt uit de witte middenklasse en heeft vaak niet veel voeling met andere cultureel-etnische en sociaal-economische groepen. Uit het internationale TALIS-onderzoek van de OESO blijkt dat amper 16 procent van de Vlaamse leerkrachten zich competent voelt om in een multiculturele klas les te geven. Vandaar dat de Vereniging Lerarenopleiders Vlaanderen (VELOV) het project ‘Leraren opleiden in een etnisch-cultureel diverse samenleving’ opzette, waaraan het voorbije halfjaar 68 lerarenopleiders van haast alle Vlaamse universiteiten en hogescholen deelnamen. In twintig sessies wisselden ze niet alleen ervaringen uit, maar staken ze ook de hand in eigen boezem.
Amper 5 procent van de leerkrachten heeft een migratie-achtergrond. De overgrote meerderheid komt uit de witte middenklasse.
‘Als leerkrachten niet hebben geleerd om met superdiversiteit om te gaan, kan dat grote impact hebben op leerlingen met een migratieachtergrond’, zegt Bregt Henkens, coördinator van de lerarenopleiding van de KU Leuven. ‘Het is ontzettend belangrijk dat kinderen hun eigen identiteit en maatschappelijke achtergrond herkennen in het onderwijs dat ze krijgen. Alleen al door waardering te tonen voor die achtergrond kunnen leerkrachten voor een andere dynamiek zorgen, met betere resultaten en minder schooluitval tot gevolg.’
Voelen leerkrachten zich niet competent om les te geven in een multiculturele klas, dan is de kans ook groter dat ze op den duur uit het onderwijs stappen. Vandaag al haakt een op de vijf leerkrachten uit het secundair onderwijs binnen de vijf jaar weer af. ‘Vaak omdat ze het gevoel hebben dat ze de zaak niet meer onder controle hebben’, legt Henkens uit. ‘Dan lopen ze tegen een burn-out aan of gaan ze op zoek naar een andere job. Ook daarom moeten we er in de lerarenopleiding voor zorgen dat onze studenten voldoende competenties mee krijgen. Als je als leerkracht zelfverzekerd bent over de inhoud van je vak en je vakdidactiek, ga je minder snel onderuit én kun je je meer focussen op de diversiteit in je klas.’
Nu is het allesbehalve makkelijk om jonge mensen die vaak uit een geprivilegieerd milieu komen uit te leggen welke hindernissen kinderen en jongeren uit kwetsbare groepen ondervinden. ‘Om te beginnen is het cruciaal dat de studenten interculturele sensitiviteit wordt bijgebracht’, legt Henkens uit. ‘Als je je bewust bent van de bestaande vooroordelen en discriminatiemechanismen ten opzichte van leerlingen met een andere culturele achtergrond, ga je daar ook zelf op een andere manier mee om. In onze educatieve masteropleidingen doen we er alles aan om onze studenten van hun eigen perspectief bewust te maken. Daartoe volstaat het niet om een vak diversiteit in het curriculum op te nemen. Dat is óók nodig, maar daarnaast zouden ook alle andere vakken, praktijk én theorie, van een gevoeligheid voor diversiteit doordrongen moeten zijn. Op dat vlak is er nog werk aan de winkel.’
Goede romans
Sommige docenten proberen hun studenten tegenwoordig zelfs bij te brengen hoe het voelt om kansarm te zijn of een migratieachtergrond te hebben. In eerste instantie gebeurt dat vaak door hen boeken te laten lezen of films te laten bekijken. ‘Je kunt wel degelijk impact hebben op het wereldbeeld van jonge mensen door hen te confronteren met verhalen en getuigenissen die hen raken’, zegt Johan De Wilde, docent en onderzoeker aan de lerarenopleiding van de Odisee Hogeschool. ‘Romans zoals Leerschool van Tara Westover of Verheven koninkrijk van Yaa Gyasi kunnen wonderen doen omdat ze leraren in spe helpen om talent en universele verlangens te herkennen in de kinderen en jongeren die straks misschien in hun klas zitten.’
Je kunt wel degelijk impact hebben op het wereldbeeld van jonge mensen door hen te confronteren met verhalen en getuigenissen die hen raken.
Johan De Wilde, docent en onderzoeker van de Odisee Hogeschool
In een groot deel van de lerarenopleidingen worden studenten ook geacht om zich voor een sociaal project te engageren. Sommigen helpen bijvoorbeeld kansarme scholieren met hun huiswerk of gaan bij anderstalige kinderen aan huis om hen voor te lezen. ‘Wij koppelen onze studenten meestal aan een leerling die het op school om de een of andere reden moeilijk heeft’, zegt Henkens. ‘Dat is vaak een echte eyeopener, want velen van hen komen uit gegoede milieus en hebben in hun hele schoolloopbaan nog nooit problemen ondervonden. Dan is het heel confronterend om een jongere te leren kennen die elke dag weer tegen drempels aanloopt en worstelt om het op school te kunnen volhouden. Zo’n student wordt vaak heel diep geraakt als hij merkt dat hij echt het verschil maakt door zo’n leerling weer een gevoel van eigenwaarde te geven.’
Toch is zo’n sociale stage niet altijd iets waar de studenten naar uitkijken. ‘Ik begrijp die koudwatervrees wel’, zegt Johan De Wilde. ‘Voor jongeren die ergens in een dorp wonen, elke dag naar Aalst naar school komen en nog nooit in Brussel zijn geweest, kan de confrontatie met bevolkingsgroepen die ze niet kennen voor een schok zorgen. Maar dat hoort er nu eenmaal bij. Als ze later voor de klas staan, zullen ze met ál hun leerlingen moeten kunnen omgaan. De tijd dat je al een goede leerkracht was als je op didactisch vlak sterk stond, is definitief voorbij. Vandaag moet je ook door een maatschappelijke bril naar je leerlingen kunnen kijken. Wie daar niet toe bereid is, zit hier niet op zijn plaats.’
Blijven leren
Hoeveel er tijdens de lerarenopleiding ook in het omgaan met diversiteit wordt geïnvesteerd, nogal wat docenten zijn ervan overtuigd dat het onmogelijk is om studenten daar helemaal op voor te bereiden. ‘Het is niet omdat we er les over geven en hen uitleggen hoe ze ermee moeten omgaan dat ze die vaardigheden ook al helemaal in de vingers hebben’, zegt De Wilde. ‘Ook op het vlak van diversiteit zullen ze nog moeten groeien zodra ze echt in het vak staan. Daarom is het cruciaal dat ze terechtkomen in een schoolteam dat hen daar verder in kan begeleiden. Jammer genoeg is dat niet altijd het geval. Als ze pech hebben, beginnen ze in een school waar diversiteit als een probleem wordt beschouwd. Dan moet je als starter al heel sterk in je schoenen staan om dat tij te keren, hoe goed je ook bent opgeleid.’
Daarom bieden veel universiteiten en hogescholen ook nascholingen over diversiteit aan voor leerkrachten die al voor de klas staan. ‘Vanuit de lerarenopleiding proberen wij hen zo veel mogelijk te ondersteunen zodat ze beter gewapend zijn om met heel diverse klassen om te gaan’, zegt Inge Placklé, voorzitster van VELOV en lerarenopleider aan de VUB. ‘Nu is het verloop in scholen met een grote diversiteit heel groot. Telkens wanneer leerkrachten die al ervaring hebben opgebouwd weer vertrekken, nemen zij hun expertise mee en mogen de nieuwe, jonge leerkrachten weer van nul beginnen. Als we dat niet kunnen doorbreken, raken we nooit verder.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier